Adjectives

What is an ADJECTIVE?
She walked down the BUSY road.
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
1 / 9
volgende
Slide 1: Quizvraag
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 9 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

What is an ADJECTIVE?
She walked down the BUSY road.
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Quizvraag

What is a VERB?
She WALKED down the busy road.
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Quizvraag

What is a NOUN?
She walked down the busy ROAD.
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Quizvraag

ex. 29 t/m 32a
In pairs of two in your book.

Zf

finished?
Make; 41, 43, 44, 46

Slide 4 - Tekstslide

who
does
what
where
when
when she was younger
in Hollywood
was
my mom
an actress

Slide 5 - Sleepvraag

Put in the correct order
her bike
to school
drove
Sandra
last Saturday

Slide 6 - Sleepvraag

Op welke plek kun je beautiful zetten?
She was ... A a ...B model ...C when she was ...D younger.

Slide 7 - Open vraag

Op welke plek kun je 'an adorable' zetten?
...A Ben is ...B baby ...C.

Slide 8 - Open vraag

Schrijf een kort zinnetje met minimaal 1 adjective.

Slide 9 - Open vraag