2B. Oefentoets ch3. Part 2

1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Basis
Gebruik deze LessonUp om te leren voor de toets

Vocabulary - Theme words, F Listening + G Reading
Leer Nederlands-Engels. Theme words ook Engels-Nederlands

Grammar - Present Perfect
Irregular verbs lijst

Slide 2 - Tekstslide

take part in
on screen
awful
clearly
so
compare
deelnemen aan
verschrikkelijk
duidelijk
zodat
voor de camera
vergelijken

Slide 3 - Sleepvraag

My favorite Disney prince is prince
.... (aantrekkelijk)
A
annoying
B
wonderful
C
charming
D
disappointing

Slide 4 - Quizvraag

Which picture shows awards?
A
B
C
D

Slide 5 - Quizvraag

I loved the film, but especially the ....(verhaallijn) twist at the end!
A
storytime
B
plot
C
clue
D
unexpected

Slide 6 - Quizvraag

Which picture shows a commercial?
A
B
C
D

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord betekent: de laatste tijd?
A
since
B
last time
C
realise
D
recently

Slide 8 - Quizvraag

Which picture shows someone friendly?
A
B
C
D

Slide 9 - Quizvraag

Ugh, I hate that we always have a lot of ... (huiswerk)!
A
housework
B
chores
C
homework
D
things

Slide 10 - Quizvraag

Which picture shows a crew?
A
B
C
D

Slide 11 - Quizvraag

subtitles
bored
excited
red carpet
serious
dressing room
celebrity
silly

Slide 12 - Sleepvraag

Vertaal naar het Engels
doorgaan

Slide 13 - Open vraag

Vertaal naar het Engels
achtergrond

Slide 14 - Open vraag

Vertaal naar het Engels
vriendelijk

Slide 15 - Open vraag

Vertaal naar het Engels
aflevering

Slide 16 - Open vraag

Vertaal naar het Engels
avontuur

Slide 17 - Open vraag

Present Perfect
Zorg dat je de Irregular verbs oefent. 
Je mag de lijst bij de toets hebben

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het verleden tijd rijtje van 'zijn'?

Slide 19 - Open vraag

Wat is het verleden tijd rijtje van 'doen'?

Slide 20 - Open vraag

Wat is het verleden tijd rijtje van 'beginnen'?

Slide 21 - Open vraag

Wat is het verleden tijd rijtje van 'hebben'?

Slide 22 - Open vraag

Wat is het verleden tijd rijtje van 'gaan'?

Slide 23 - Open vraag

Wat is het verleden tijd rijtje van 'beginnen'?

Slide 24 - Open vraag

Wat is het verleden tijd rijtje van 'doen'?

Slide 25 - Open vraag

Wat is het verleden tijd rijtje van 'zijn'?

Slide 26 - Open vraag

Wat is het verleden tijd rijtje van 'hebben'?

Slide 27 - Open vraag

Hoe maak je de regelmatige present perfect?
A
have/has + ww + ing
B
had + ww + ing
C
have/has + ww + ed
D
had + ww + ed

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

have
has
I
they
Sarah
my brother
my friend and I
you
the children
the bird

Slide 31 - Sleepvraag

Present perfect tense
Have / has + past participle

Past participle --> ww + ed OF 3e rijtje Irregular Verbs

I have worked here since 2021
She has been with her partner for 10 years!

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Fill in the regular present perfect:
She ........ (to study) hard for the test

Slide 35 - Open vraag

Fill in the regular present perfect:
They ........ (to dropped) a bag of groceries

Slide 36 - Open vraag

Alice has lived in Rome for two years.
Woont ze daar nog of woont ze nu ergens anders?
A
Ze woont daar nog
B
Ze woont nu ergens anders

Slide 37 - Quizvraag

He ......................... ( play)


A
have played
B
has played

Slide 38 - Quizvraag

I ........................(work) very hard.
A
has worked
B
have worked

Slide 39 - Quizvraag

Welke zin staat in de present perfect?
A
She has a cat.
B
She has had her cat for 9 years.
C
She had a cat

Slide 40 - Quizvraag

Welke zin staat in de present perfect?
A
I lived in Amsterdam.
B
I have lived in Amsterdam since I was 18.

Slide 41 - Quizvraag

Helen .............. (to live) here for 7 years.
A
have live
B
has lived
C
has live
D
have lived

Slide 42 - Quizvraag

You.......................(walk) to Germany
A
Has walked
B
Have walked
C
Has walk
D
Have to walk

Slide 43 - Quizvraag

Maak present perfect:
I ask

Slide 44 - Open vraag

Maak de present perfect:
He listens

Slide 45 - Open vraag

Zet het werkwoord in de present perfect:
I .... (to walk) to school

Slide 46 - Open vraag

Zet het werkwoord in de present perfect:
They ..... (to study) very hard for the test

Slide 47 - Open vraag

Zet het werkwoord in de present perfect:
She .... (not - be) to Disneyland before

Slide 48 - Open vraag

Zet het werkwoord in de present perfect:
My brother .... (to work) at the hospital since 2017

Slide 49 - Open vraag

Zet het werkwoord in de present perfect:
I .... just ..... (to discover) how to put notes in a PowerPoint

Slide 50 - Open vraag

Zet het werkwoord in de present perfect:
My parents .... (to have) a great time in London

Slide 51 - Open vraag

How did you do on this practise test?
Woordjes gingen goed. Grammatica minder
Grammatica ging goed. Woordjes minder
Woordjes en grammatica gingen goed!
Woordjes en grammatica gingen slecht

Slide 52 - Poll