2.6: Voedselbederf 2022

Welkom!
Fijn dat jullie er allemaal zijn!


1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Fijn dat jullie er allemaal zijn!


Slide 1 - Tekstslide

Thema 2: voeding en vertering

Slide 2 - Tekstslide

Basisstof 6: Voedselbederf

Slide 3 - Tekstslide

Een vraag vooraf
Aan het eind van de les hoop ik dat je volgende vraag kunt beantwoorden:

Kan je eten zo verpakken dat het langer houdbaar blijft?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Voedselvergiftiging
Schimmels en bacteriën groeien in het voedsel, en produceren gifstoffen

Voedselvergiftiging: afweerreactie van je lichaam bij het eten van voedsel met gifstoffen

Slide 6 - Tekstslide

Soms kun je zien of ruiken dat voedsel niet meer goed is, maar niet altijd! 

Kijk maar eens naar de volgende plaatjes, zie je het verschil?

Slide 7 - Tekstslide

Bij een voedselvergiftiging wordend de gifstoffen gemaakt door bacteriën en schimmels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Welke bacterie kan voorkomen in rauwe dierlijke producten, zoals vlees, vis of eieren?
A
Blauwalg
B
E. coli
C
Salmonella
D
Staphylococcus aureus

Slide 9 - Quizvraag

Voedselbederf tegengaan
Je kan verschillende dingen doen met je eten om ervoor te zorgen dat het niet bederft, dit zijn:
  • Invriezen
  • Pasteuriseren
  • Steriliseren
  • Vacuüm verpakken
  • Drogen
  • Conserveermiddelen toevoegen

Slide 10 - Tekstslide

Voedsel conserveren

Slide 11 - Tekstslide

Invriezen

Als je eten in de diepvries legt, gaat het bevriezen. 
De temperatuur wordt dan -20 °C of zelfs nog kouder. 
In de vriezer kan je je eten veel langer bewaren, want bacteriën en schimmels kunnen in die kou helemaal niet groeien. 
Als je bevroren eten laat ontdooien, moet je het wel meteen eten. Je kan het daarna niet meer invriezen!
Blz. 129  

Slide 12 - Tekstslide

Pasteuriseren
Blz. 129  
Als je bijvoorbeeld melk pasteuriseert, verhit je het voor een korte tijd. Dit kan wel tot 72 °C. 
Door het verhitten gaan veel bacteriën en schimmels dood en kan je gepasteuriseerde melk langer bewaren. Omdat niet alle bacteriën en schimmels dood gaan, moet je de melk nog wel in de koelkast bewaren.
Kijk thuis maar eens op een pak melk, misschien kan je wel vinden of het gepasteuriseerd is. 

Slide 13 - Tekstslide

Pasteuriseren
  • Voedsel kort verhitten tot 72°C.
  • Veel bacteriën en schimmels zijn dood (niet allemaal).

Slide 14 - Tekstslide

Steriliseren
Blz. 129  
Bij steriliseren wordt het eten of drinken zo warm gemaakt dat alle schimmels en bacteriën dood gaan. Het eten en drinken wordt dan verhit tot wel 140 °C!
Als het voedsel verhit wordt, moet het heel snel verpakt worden. Als het eten weer koud wordt, kunnen er namelijk nieuwe bacteriën en schimmels in terecht komen.
Allerlei soorten voedsel kan gesteriliseerd worden, bijvoorbeeld melk of groente.

Slide 15 - Tekstslide

steriliseren
verhitten tot 130 graden
alle bacteriën en schimmels gaan dood

Slide 16 - Tekstslide

Hoe het het proces waarbij voedsel verhit wordt tot 72 °C?
A
Invriezen
B
Pasteuriseren
C
Steriliseren
D
Koken

Slide 17 - Quizvraag

120-140 oC
100 oC
72 oC
steriliseren
koken
pasteuriseren

Slide 18 - Sleepvraag

Vacuüm verpakken
Blz. 130  
Als je iets vacuüm verpakt, zorg je ervoor dat er geen lucht meer in de verpakking zit. Er zit dan dus ook geen zuurstof meer in!
Omdat er geen zuurstof meer is, kunnen bacteriën en schimmels niet groeien.

Slide 19 - Tekstslide

Drogen
Blz. 130  
Als je eten droogt, zorg je ervoor dat al het water eruit is.
Wanneer er geen water meer in je eten zit, kunnen bacteriën en schimmels niet groeien.
Rozijnen zijn gedroogde druiven. Lekker hè?

Slide 20 - Tekstslide

Conserveermiddelen toevoegen
Blz. 130  
Door suiker of zout toe te voegen aan het eten zijn de leefomstandigheden voor bacteriën en schimmels ongunstig. Ze willen er niet zo graag meer leven.
Ook stikstof is een conserveermiddel!

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht in je boek
Maak opdr. 2 t/m 4 vanaf blz. 131 van je boek.

Ben je klaar? Geef dit aan!

Slide 22 - Tekstslide

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Vacuüm verpakken

Slide 23 - Quizvraag

Wat is geen conserveermiddel?
A
Suiker
B
Stikstof
C
Zuurstof
D
Zout

Slide 24 - Quizvraag

Verhitten tot wel 140 graden °C
Kort verhitten op 72 °C
Gebruik maken van zout,  azijn of suiker.
Lucht dicht, zonder zuurtof, verpakken
Bewaren onder -12 graden °C
Zo veel mogelijk water er uit halen
Steriliseren 
Invriezen
Drogen
Vacuüm verpakken
Concerveermiddelen
Pasteuriseren

Slide 25 - Sleepvraag

Slide 26 - Video

Geur-, kleur- en smaakstoffen
Deze stoffen worden toegevoegd om ervoor te zorgen dat de kleur mooier wordt of je eten/drinken net wat lekkerder te laten smaken.

Deze stoffen helpen niet tegen helpen niet tegen voedselbederf.

Slide 27 - Tekstslide

Op de volgende slide staan 4 vragen. Zorg dat je een blaadje voor je hebt liggen. Ik wil dat je je antwoord op de vragen op het papiertje schrijft en inlevert bij de docent. Probeer zo duidelijk mogelijk antwoord te geven.

Slide 28 - Tekstslide

Kan je deze vragen beantwoorden?
  1.  Hoe heet het wanneer je eten verpakt zonder dat er lucht in de verpakking zit?
  2. Wat is het verschil tussen pasteuriseren en steriliseren?
  3. Je drinkt een lekker zoet frambozendrankje. Je zit op het etiket dat er helemaal geen framboos in zit, maar toch smaakt het daarna. Leg uit hoe dit kan.
  4. Leg uit waarom het belangrijk kan zijn om conserveermiddelen toe te voegen aan het voedsel.


Slide 29 - Tekstslide

Ben je klaar?
Dan mag je beginnen met de opdrachten van basisstof 6.

Opdr. 1 t/m 4 op bladzijde 131-133.

Dit is ook huiswerk voor de volgende les!

Slide 30 - Tekstslide