§3.2 Wie is de baas?

§3.2 Wie is de baas?
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

§3.2 Wie is de baas?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je weet wat het verschil is tussen een werkgever en een werknemer.
  2. Je weet wat een arbeidsovereenkomst en wat een proeftijd is.
  3. Je kunt het verschil tussen een vaste baan en een tijdelijke baan uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel 1:
Je weet wat het verschil is tussen een werkgever en een werknemer.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Loondienst/zelfstandigen
In loondienst, dan werk je voor een baas en krijg je loon/salaris.

Heb je een eigen bedrijf dan leef je van de winst. Geen opdrachten? Dan ook geen winst en dus inkomen.

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel 2:
Je weet wat een arbeidsovereenkomst en wat een proeftijd is.

Slide 6 - Tekstslide

Contract
  • Wat zijn jouw taken
  • Wat is jouw functie
  • Wat zijn de werktijden
  • Hoeveel dagen heb je vakantie
  • .....
  • Proeftijd...!!!!!!

Slide 7 - Tekstslide

Proeftijd
Jijzelf maar ook de baas kan in deze periode bekijken of dit werk iets voor jou is.
Bevalt het niet dan mag je per direct het arbeidsovereenkomst beëindigen.

Een proeftijd is nooit langer dan 2 maanden.

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoel 3:
Je kunt het verschil tussen een vaste baan en een tijdelijke baan uitleggen.

Slide 9 - Tekstslide

Vaste baan

  • Een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. 
  • Er is geen einddatum afgesproken.
  • Je kan doorwerken tot aan de pensioendatum.
Tijdelijke baan

  • Er is een einddatum waarop de arbeidsovereenkomst eindigt.
  • Tot een afgesproken datum.

Slide 10 - Tekstslide

Flexibel werk
  • Je werkt alleen op het moment dat het nodig is.
  • Werken op oproep.
  • Via een uitzendbureau.

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je weet wat het verschil is tussen een werkgever en een werknemer.
  2. Je weet wat een arbeidsovereenkomst en wat een proeftijd is.
  3. Je kunt het verschil tussen een vaste baan en een tijdelijke baan uitleggen.

Slide 12 - Tekstslide