2.1 Naar een ander soort leven 2

Naar een ander soort leven
2.1
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Naar een ander soort leven
2.1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekend feminisme?
A
Trots zijn op je eigen land.
B
Opkomen voor gelijke rechten van de arbeiders.
C
Vrouwen die opkomen voor hun gelijke rechten.
D
Opkomen voor inspraak in de politiek.

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekend socialisme?
A
Trots zijn op je eigen land.
B
Opkomen voor gelijke rechten van de arbeiders.
C
Inspraak in de politiek willen hebben.
D
Vrouwen die opkomen voor hun rechten.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekend liberalisme?
A
Rijke ondernemers die graag inspraak wilden hebben in de politiek
B
Opkomen voor gelijke rechten van de arbeiders.
C
Afschaffen van de kinderarbeid.
D
Opkomen voor gelijke rechten van vrouwen.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekend emancipatie?
A
Minder macht voor de koning.
B
Het verkrijgen van gelijke rechten.
C
Het ontstaan van fabrieken.
D
De koning die ze macht wilt behouden.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Herhaling
2. Leervragen 2.1 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leervragen
Hoe werd Nederland vanaf 1815 bestuurd?
Belangrijke vragen bij 2.1
Wat veranderde in het bestuur door de grondwet in 1848?
Hoe waren de leef- en werkomstandigheden van arbeiders?
Hoe is de samenleving veranderd d.m.v. de industrialisatie?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  •  Introductie: Hoofdstuk overzicht
  • Uitleg: Introductie H2
  •     Werktijd: Intro opdrachten afronden
  •      Afsluiting: Voor de volgende les...

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Tot 2:49. 

Kijkvragen:
  • Welke voorbeelden van slechte werkomstandigheden heb je gehoord?
  • Welke voorbeelden van slechte leefomstandigheden heb je gehoord?
Wonen en werken in de industriële samenleving

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken in de industriële samenleving
  • Lange werkdagen: 6 dagen
  • Geen vrije dagen of  vakantie.
  • Oorverdovend lawaai.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken in de industriële samenleving
  • Binnen was het donker
  • Er was weinig frisse lucht in de fabriekshallen.
  • Gevaarlijk werk: weinig oog voor veiligheid.
  • Ziek betekend geen geld. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wonen in de industriële samenleving
  • Donkere, piepkleine woningen, dicht op elkaar.
  • Afval en uitwerpselen kwamen in beerputten terecht of in rivieren/ kanalen.
  • Geen schoon drinkwater.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wonen in de industriële samenleving
  • Slechte hygiëne.
  • Besmettelijke ziektes.
  • Gemiddelde leeftijd arbeider: 35 jaar.
  • 50 jaar was oud.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veranderingen in de samenleving
Werknemers zijn ontevreden          oprichting van vakbonden:
  • Onderhandelen met werkgevers
  • Staken voor betere werkomstandigheden 

In 1860 kreeg de politiek meer aandacht voor de sociale kwestie:
  • Onderzoek naar leef- en werkomstandigheden
  • Wetten die het leven van arbeiders verbeteren
  • Afschaffing kinderarbeid > Kinderwetje van Houten

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de verenigingen die ontevreden arbeiders oprichtten?
A
Vakbonden
B
Sociale kwestie
C
Kinderwetje
D
Grondwet

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een industriële samenleving?
A
Mensen woonden op het platteland en waren boer.
B
Mensen woonden in de steden en werkten in fabrieken

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat er met de sociale kwestie bedoeld wordt.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies