6.1 Verschillen in welvaart

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

§6.1 Verschillen in welvaart

Wat ga je leren deze paragraaf?

• Je kunt het inkomen per hoofd van de bevolking berekenen.
  
• Je kunt vier redenen noemen waarom de welvaart in een land in werkelijkheid anders kan zijn.
  
• Je kunt met behulp van een Lorenzcurve de inkomensverdeling van landen vergelijken.
  
• Je kunt uitleggen dat het armoedeprobleem een vicieuze cirkel is.

Nationaal inkomen = € 302.500.000.000

Inwoners = 5.900.000

Het inkomen per hoofd van de bevolking is:

€ 302.500.000.000 / 5.900.000 = € 51.271

Maken

Opdracht 2 op blz 170

heb je deze af en wil je meer uitdaging: blz 190 opdracht 1

Welvaart en welzijn

Welvaart vergelijken

• Inkomen per hoofd van de bevolking
• Koopkracht van het inkomen (hoogte prijzen)
• Zelfvoorziening (in staat om voor zichzelf te zorgen) (informele productie)
• Kwaliteit en aanwezigheid van
  collectieve voorzieningen zoals 
  onderwijs en zorg

Aan de slag!

Blz 170 en 171, opdracht 1 t/m 6

Wat je niet af hebt, is huiswerk

Wat hebben we geleerd?

• Je kunt het inkomen per hoofd van de bevolking berekenen.
  
• Je kunt vier redenen noemen waarom de welvaart in een land in werkelijkheid anders kan zijn.
  
• Je kunt met behulp van een Lorenzcurve de inkomensverdeling van landen vergelijken.
  
• Je kunt uitleggen dat het armoedeprobleem een vicieuze cirkel is.

Wat ga je leren deze paragraaf?

• Je kunt het inkomen per hoofd van de bevolking berekenen.
  
• Je kunt vier redenen noemen waarom de welvaart in een land in werkelijkheid anders kan zijn.
  
• Je kunt met behulp van een Lorenzcurve de inkomensverdeling van landen vergelijken.
  
• Je kunt uitleggen dat het armoedeprobleem een vicieuze cirkel is.

Wat hebben we geleerd?

• Je kunt het inkomen per hoofd van de bevolking berekenen.
  
• Je kunt vier redenen noemen waarom de welvaart in een land in werkelijkheid anders kan zijn.
  
• Je kunt met behulp van een Lorenzcurve de inkomensverdeling van landen vergelijken.
  
• Je kunt uitleggen dat het armoedeprobleem een vicieuze cirkel is.

Aan de slag!

Blz 172 en 173, opdracht 7 t/m 10

Wat je niet af hebt, is huiswerk