Paragraaf 8.1 Rivieren en de waterkringloop

H8.1 Rivieren en de waterkringloop
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H8.1 Rivieren en de waterkringloop

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 8.1
Aan het einde van de les:
  • Kun je stroomgebieden en waterscheidingen herkennen op een kaart.
  • Kun je de waterkringloop beschrijven met de begrippen verdamping, condensatie, afstroming, grondwater en rivier.
  • Kun je uitleggen hoe regenwater door infiltratie het grondwater aanvult.
  • Kun je de kenmerken noemen van de bovenloop, de middenloop en de benedenloop van een rivier.
  • Kun je de verschillen uitleggen tussen een gletsjerrivier, een regenrivier en een gemengde rivier.
  • Kun je  uitleggen wat bedoeld wordt met het regiem van een rivier.
  • Kun je in een grafiek van het regiem van een rivier de piekafvoer aanwijzen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ligging van China op aarde 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parelrivier
Yangtze  / Blauwe Rivier
Huang He / Gele Rivier
Gele Rivier
Blauwe Rivier
Parelrivier
    Grote Chinese rivieren

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Stroomgebied: Het gebied dat afwatert op een bepaalde rivier en zijn zijrivieren.


  • Waterscheiding: De grens tussen twee stroomgebieden (bijvoorbeeld: bergen)


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt de waterkringloop?
  • Zon schijnt op oceanen, rivieren, meren.
  • Het water warmt op en gaat verdampen en stijgt op.
  • Warme lucht stijgt op en koelt af.
  • Het gaat condenseren: Wolken.
  • Neerslag valt terug op zee: Korte kringloop.
  • Neerslag op land: Lange kringloop.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Neerslag die op land valt komt altijd terug in zee:

  • 1. Door infiltratie: Neerslag zakt in de grond en komt via grondwater weer terug in zee.
  • 2. Afstromen: Neerslag valt in rivieren , meren etc. en komt uiteindelijk weer terug in zee.
Maak aantekeningen!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De waterkringloop

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rivieren en de waterkringloop
Waterkringloop
Hoe werkt een rivier?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak via het blad wat je van de docent krijgt een waterkringloop 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdeel je blaadje in drie delen 
1e deel heet bovenloop
2e deel heet middenloop
3e deel heet benedenloop 
We gaan deze onderdelen van de rivier bespreken noteer van elk onderdeel drie kenmerken tijdens de uitleg. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen van een rivier

  • Bovenloop:
  • Stroomt het hier hard of zacht denk je?
  • Is er veel of weinig erosie?
  • Is er veel of weinig sedimenatie?
  • Hard/hoge stroomsnelheid
  • Veel erosie
  • Weinig sedimentatie


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen van een rivier

  • Middenloop:
  • Stroomt het hier hard of zacht denk je?
  • Is er veel of weinig erosie?
  • Is er veel of weinig sedimenatie?
  • Langzamere stroomsnelheid
  • Beetje (horizontale) erosie
  • Weinig sedimentatie


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen van een rivier

  • Benedenloop
  • Stroomt het hier hard of zacht denk je?
  • Is er veel of weinig erosie?
  • Is er veel of weinig sedimenatie?
  • Zacht/langzame stroomsnelheid
  • Weinig erosie
  • Veel sedimentatie
  • Riviermonding = 
  • de plek waar de rivier overgaat in zee

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen van een rivier

  • Bovenloop:
  • Begin van de rivier (in bergen)
  • Hoge stroomsnelheid
  • Veel erosie

  • Middenloop:
  • Middelste stuk van de rivier
  • Rivier komt tot rust

  • Benedenloop:
  • Lage stroomsnelheid
  • Veel sedimentatie
  • Riviermonding

Maak aantekeningen!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Soorten rivieren:

  • 1. Regenrivier:
  • Rivier die alleen regenwater afvoert ( vb: de Maas ).

  • 2. Gletsjerrivier:
  • Rivier die alleen smeltwater van gletsjers afvoert (vb: De Rijn begint als gletsjerrivier) 

  • 3.Gemengde rivier:
  • Rivier die regenwater en smeltwater van gletsjers afvoert ( vb: De Rijn )



Maak aantekeningen!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Hoe meet je de waterafvoer van een rivier:

  • Debiet: Hoeveelheid water die passeert in de rivier op 1 bepaald punt.


  • Regiem: Schommelingen in de waterafvoer van een rivier per jaar.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Bekijk de afbeelding hiernaast:

  • In welke maanden is het debiet laag? Waarom?

  • In welke maanden is het debiet hoog? Waarom? 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken 
TL: Maak opgave 1a, 2, 3a, 3b, 4, 5b en 6 van H8.1
BB: Maak opgave 2 van H5.2 + opgave  1, 3a, 4 en 6 van het opgavenblad die je van de docent krijgt. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HERHALING
Paragraaf 8.1
Rivieren en de waterkringloop

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de motor van de waterkringloop?
A
De zon
B
De maan
C
De zee
D
Het land

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort niet bij de waterkringloop?
A
Condensatie
B
Verdamping
C
Sedimentatie
D
Neerslag

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij de korte waterkringloop valt regenwater op het land
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke twee onderdelen van de waterkringloop behoren tot de KORTE waterkringloop?
A
Afstroming en condensatie
B
Afstroming en infiltratie
C
Condensatie en verdamping
D
Verdamping en infiltratie

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf 2 manieren hoe regenwater bij de lange waterkringloop weer terug komt in zee

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op de tekening hiernaast zie je...
A
twee stroomgebieden en een waterscheiding
B
twee waterscheidingen op een stroomgebied
C
grondwater
D
blauwe adertjes

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we de schommelingen in de waterafvoer van een rivier?
A
waterscheiding
B
debiet
C
regiem
D
verhang

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Maas is een regenrivier/gemengde rivier.
A
regenrivier
B
gemengde rivier

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De afvoer van een rivier (in m3 per seconde) heet ...
A
regiem
B
debiet
C
waterscheiding
D
piekafvoer

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke rivier is een gemengde rivier?
A
De Maas
B
De Eems
C
De Schelde
D
De Rijn

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een gemengde rivier is een rivier die ... ?
A
Zijn water krijgt van regen- en smeltwater
B
Die zowel zoet als brak water heeft
C
Door twee of meer landen stroomt
D
Zijn water krijgt van grijs- en zwart water

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Korte waterkringloop
Lange waterkringloop
Afstroming 
Neerslag
Infiltratie 
Verdamping

Slide 33 - Sleepvraag

nu kun je je kennis testen. 
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bovenloop
Benedenloop
Middenloop

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Regenrivier
Gemengde rivier 
Gletsjerivier

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de juiste combinaties
Gletsjerrivier
Regenrivier
Gemengde rivier

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies