VWO 2 Ch. 5 C, D 6/2

Bienvenue dans la classe de français!! 
Le programme d'aujourd'hui: 
  • On va apprendre la négation (de ontkenning)
  • On va faire des exercices
  • On va présenter notre voisin/voisine
Le but de ce cours: Je kent de ontkenning en kunt hem gebruiken in een zin + je kunt je buurman/buurvrouw presenteren.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue dans la classe de français!! 
Le programme d'aujourd'hui: 
  • On va apprendre la négation (de ontkenning)
  • On va faire des exercices
  • On va présenter notre voisin/voisine
Le but de ce cours: Je kent de ontkenning en kunt hem gebruiken in een zin + je kunt je buurman/buurvrouw presenteren.

Slide 1 - Tekstslide

À l'école, tu prends TOUJOURS avec toi: (écris dans ton cahier)

  • Ton livre (attention: livre A!)
  • Ton cahier (je schrift) 
  • Un stylo bleu et rouge
  • Tes écouteurs (je oortjes) 

Slide 2 - Tekstslide

Les règles de classe: 
  • Jas, eten & gamen: Buiten de les!! 
  • We zorgen goed voor het lokaal en de spullen die erin staan.
  • We praten vriendelijk met/tegen elkaar.
  • We luisteren naar elkaar en wanneer ik jullie aandacht wil, zijn jullie stil.
  • Wanneer je wilt praten -> vinger omhoog. 
  • Let op het stoplicht!! ->

Slide 3 - Tekstslide

Les devoirs
Répète Bron C (page 42) + lis bron D (page 43)

Slide 4 - Tekstslide

  1. participer à
  2. fais attention
  3. peut-être
  4. traiter
  5. le conseil
  6. la jambe
  7. les yeux
  8. avoir peur
  9. guérir
  10. Non, je pense que je suis malade
  11. J'ai le bras cassé
  1. zeker
  2. rust goed uit
  3. de vinger
  4. het lichaam
  5. makkelijk
  6. hou op
  7. wachten
  8. de voet
  9. overal
  10. Ik heb hoofdpijn
  11. Ga je naar de dokter 

Slide 5 - Tekstslide

Grammaire
Quoi: on fait ex. 15c (page 21)
après on fait ex. 16a (écouter) + b. (page 22)







Slide 6 - Tekstslide

Grammaire: 3 stappen:
Noteer de 3 stappen 
1.
2.
3.

VB: Je suis souvent malade =>
        J'ai mangé une pizza =>




Slide 7 - Tekstslide

Grammaire
Quoi: fais ex. 16c, 17a, b, c, d (pages 22-23)
 Comment: seul
Aide: Apprendre D
Temps: 5 minutes
Prêt: Fais 17e, 18

timer
20:00

Slide 8 - Tekstslide

Écrire: présente ton voisin/ta voisine!

Quoi: fais ex. 19a : écris 10 phrases sur ton voisin/ta voisine
ZONDER DINGEN TE VRAGEN AAN/OVER ELKAAR!
 Comment: seul
Aide: Apprendre D
Temps: 15 minutes
Prêt: Présente ton voisin/ta voisine devant la classe!!!!

Slide 9 - Tekstslide

Welke zin is correct?
Ik ben niet meer ziek.
A
Je ne suis rien malade
B
Je ne suis pas malade
C
Je ne suis plus malade
D
Je ne suis malade plus

Slide 10 - Quizvraag

Traduis: Ik heb niet geskied
A
J'ai ne fait pas du ski
B
J'ai ne pas fait du ski
C
Je n'ai rien fait du ski
D
Je n'ai pas fait du ski

Slide 11 - Quizvraag

Traduis Hij heeft niets gegeten.
A
elle a rien mangé.
B
Il a ne pas mangé.
C
Il n'a rien mangé
D
il a ne mangé rien.

Slide 12 - Quizvraag

Welke stap neem je als eerste om een ontkenning te maken?
A
Je zoekt het eerste werkwoord in de zin.
B
Je zet ne voor het 2e werkwoord.
C
je zoekt het werkwoord in de zin.
D
Je zet pas achter het laatste werkwoord in de zin.

Slide 13 - Quizvraag

Traduis : ik ga nooit zwemmen.
A
Je vais ne nager pas jamais.
B
Je ne vais jamais nager.
C
je ne vais plus nager.
D
Je ne vais pas encore nager.

Slide 14 - Quizvraag

Traduis : Je n'ai pas encore visité le docteur.
A
ik ga de dokter niet meer bezoeken.
B
Ik zie de dokter nog niet zitten.
C
Ik ben nog nooit bij de dokter geweest.
D
Ik heb de dokter nog niet bezocht.

Slide 15 - Quizvraag

Fin du cours
Le but de ce cours... 

À la prochaine fois!!

Slide 16 - Tekstslide

le dos
la gorge
le ventre
la jambe
la main
le pied
la tête
le bras
accro
mauvais(e)
de rug
de keel
de voet
de hand
het been
het hoofd
de buik
de arm
verslaafd
slecht

Slide 17 - Sleepvraag