3.1 Zintuigen en prikkels 2 lessen

Hoofdstuk 3
Waarnemen



1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3
Waarnemen



Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Planning It's Learning
  • Leerdoelen
  • Uitleg over 3.1 deel 1 
  • Opdrachten maken
  • Leerdoelencheck! (laatste 5 minuten)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • de betekenis van het begrip prikkel en impuls omschrijven.
  • de zintuigen van een mens benoemen met bijbehorende prikkel.
  • in een schematische tekening de zintuigen van de huid benoemen (bron 2 op blz. 142).

Slide 3 - Tekstslide

Zintuigen
Welke zintuigen hebben wij? 
  • Gehoorzintuig
  • Lichtzintuig
  • Reukzintuig
  • smaakzintuig

  • Warmtezintuig 
  • koud zintuig
  • tastzintuig
  • pijnzintuig

Slide 4 - Tekstslide

Waar reageer je op 
Waar reageer je op ?
Je reageert op prikkels:
informatie uit je omgeving

(verandering in intern of extern milieu) 

Slide 5 - Tekstslide

Welke zintuigen heb je?

Slide 6 - Tekstslide

Proefje (tweetallen)

Één van jullie doet zijn/haar ogen dicht. De ander pakt een voorwerp uit de tas en geeft het.

Probeer te raden wat het voorwerp is.

Daarna draaien jullie de rollen om.

Slide 7 - Tekstslide

  • Welke delen van je handen heb je vooral gebruikt? 

Slide 8 - Tekstslide

zintuigen in de huid
  • warmtezintuig

    prikkel: hogere temperaturen 
  • koudezintuig

    prikkel: lagere temperaturen 
  • tastzintuig

    prikkel: hoe voelt iets aan 
  • pijnzintuig
    prikkel: pijn
Welke zintuigen in de huid heb je gebruikt met het raden?

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag (3.1)
Maak opdracht 3 en 5.

Klaar?
  • Lees eerst "Hoe verwerkt je lichaam prikkels?" op blz. 144 en 145 in leerboek
  •  begin dan met opdrachten 6 t/m 11 op blz. 146 en 147

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelencheck (5 minuten)
  • de betekenis van het begrip prikkel en impuls omschrijven.
  • de zintuigen van een mens benoemen met bijbehorende prikkel.
  • in een schematische tekening de zintuigen van de huid benoemen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze les
  • Wat weten we nog? -> Nakijken
  • Leerdoelen
  • Filmpje
  • Uitleg 3.1 deel 2
  • Opdrachten maken
  • Leerdoelencheck 

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen
  • uitleggen hoe je lichaam op prikkels reageert, vanaf de prikkel tot aan de reactie.
  • de drie onderdelen van het zenuwstelsel benoemen en de taak ervan omschrijven.
  • de drie soorten zenuwen onderscheiden en hun verschillen uitleggen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Herhaling: wat is de prikkel voor je...
Oog
Oor
Neus
Tong
Huid
licht
geluid
geurstoffen
smaakstoffen
temperatuur
pijn
vormen

Slide 15 - Sleepvraag

Hoe reageert je lichaam op een prikkel?
  • Zenuwstelsel: hersenen, ruggenmerg en zenuwen

  1. Zintuigen vangen prikkels op
  2. zintuig zet prikkels om in berichten (impuls)
  3. impuls gaan via zenuwen naar je hersenen
  4. Impulsen worden in je hersenen verwekt tot gedachten 

  • hersenen versturen weer via de zenuwen impulsen 

Daardoor kan de rest van je lichaam reageren op de 
prikkels.


Slide 16 - Tekstslide

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5

Slide 17 - Sleepvraag

Slide 18 - Tekstslide

Zenuwcel
De zenuwcel bestaat uit een cellichaam met een celkern.

Aan het cellichaam zit een lange uitloper waarover/ waardoor de impuls word verstuurd

Slide 19 - Tekstslide

Gevoelszenuwcellen: impuls vanaf zintuigen naar hersenen/ruggenmerg. Lange uitlopers.
Schakelcellen: zitten in je ruggenmerg en verbinden de gevoel- en bewegingscellen. Korte uitlopers. 
Bewegingszenuwcellen: impuls vanuit ruggenmerg/hersenen naar spieren of klieren. Lange uitlopers.

Soorten zenuwcellen

Slide 20 - Tekstslide

Van prikkel naar reactie
  1. Geurprikkel komt bij reukzintuig: wordt omgezet in impuls.
  2. Impuls gaat via gevoelszenuwen naar hersenen.
  3. Bij hersenen ben je je bewust van de geur (banaan). Schakelcellen geven impulsen door in hersenen/ruggenmerg.
  4. Hersenen reageren: sturen impulsen naar je spieren. Via bewegingszenuwen.
  5. Actie: banaan oppakken.

Slide 21 - Tekstslide

Hersenen
'Selecteren' informatie.
Reageren vooral op 'nieuwe' prikkels.

Hersencentrum = gebied voor 
bepaalde impulsen (bv. zicht).

Voorbeeld: tikken van klok.

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelencheck

Slide 23 - Tekstslide

Welke soort cellen verbinden de zintuigen met de hersenen?
A
Gevoelszenuwcellen
B
Schakelcellen
C
Bewegingszenuwcellen

Slide 24 - Quizvraag

Welke soort cellen verbinden de hersenen met de spieren?
A
Gevoelszenuwcellen
B
Schakelcellen
C
Bewegingszenuwcellen

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de weg van het geluid naar je hersenen?
-->
-->
-->
-->
-->
-->
Je bent je nu bewust van de prikkel
Je hersenen beslissen hoe je op de prikkel gaat reageren
Je hersenen sturen berichten via de zenuwen
De berichten van je hersenen "vertellen" hoe je lichaam moet reageren. 
Elk zintuig zet prikkels om in berichten. Deze berichten heten impulsen
Zenuwen brengen deze berichten naar je hersenen

Slide 26 - Sleepvraag

Wat is de taak van zintuigen?


Slide 27 - Open vraag

Opdrachten
Maak: 12 t/m 18 (huiswerk voor volgende les) op blz. 146 -148.

Klaar? Heel 3.1 nakijken met de uitwerkingen: geef aan welke vragen je besproken wilt hebben.

Slide 28 - Tekstslide