Mens en activiteit

Mens en activiteit
Hoofdstuk 2 
Activiteiten voor kinderen

Woensdag 29 januari 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Mens en activiteit
Hoofdstuk 2 
Activiteiten voor kinderen

Woensdag 29 januari 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van dit hoofdstuk weet je meer over:
* de verschillende ontwikkelingsgebieden
* de verschillende ontwikkelingsfasen
* sociale vaardigheden
* activiteiten die bij de leeftijdsgroep passen
* waar je op moet letten bij de begeleiding

Slide 2 - Tekstslide

Welke ontwikkelingsfasen ken jij?

Slide 3 - Woordweb

Ontwikkelingsfasen
Wat is een ontwikkelingsfase?
In de ontwikkeling doorlopen kinderen verschillende stappen. Ze leren in elke ontwikkelfase nieuwe dingen en laten ander gedrag zien.

Dit zijn de verschillende ontwikkelingsfasen bij kinderen van 0 t/m 12 jaar:


0 - 2 jaar Baby/Dreumes
2 - 4 jaar Peuter
4 - 6 jaar Kleuter
6 - 12 jaar Schoolkind




Slide 4 - Tekstslide

Welke ontwikkelingen zijn er?
Lichamelijke ontwikkeling
* Motoriek --> Grove en Fijne motoriek 

Geestelijke ontwikkeling
* Denken, geheugen, taal en spraak. 

Sociale ontwikkeling 
* Omgaan met andere mensen, omgaan met gevoelens en emoties. 

Slide 5 - Tekstslide

Om welke ontwikkeling gaat het op het plaatje?

Slide 6 - Open vraag

Sociale vaardigheden 
Sociale vaardigheden zijn vaardigheden die betrekking hebben op de omgang met anderen.


Een omgangsvorm
is de manier waarop je je tegenover een ander persoon moet gedragen.


Online omgangsvormen zijn ongeschreven regels over hoe je met anderen omgaat en jezelf presenteert online.


Slide 7 - Tekstslide

Volgende slide een video
Noteer 10 dingen die jij niet sociaalvaardig vindt. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Baby - dreumes 0-2 jaar 
Lichamelijke ontwikkeling
In de eerste twee jaar groei je heel snel. Bedenk maar eens, bij de geboorte weegt een baby ongeveer 3.500 gram en heeft een lengte van 50 centimeter. Na een jaar is een baby al 75 centimeter lang en weegt ongeveer 10.000 gram. Dat geldt natuurlijk niet altijd. Iedere baby ontwikkelt zich anders. De meeste baby’s kunnen ongeveer bij 5 maanden zich omrollen, bij zeven maanden zitten en na vijftien maanden kan een dreumes staan en lopen.

Geestelijke en sociale ontwikkeling
De baby en dreumes leren op drie verschillende manieren:
- Door ervaring, dingen doen en het leren daarvan.
- Door herhaling, keer op keer dezelfde beweging maken en ontdekken op die manier.
- Door anderen na te doen, te kijken en het gedrag te imiteren.


Slide 10 - Tekstslide

Peuter 2-4 jaar
Lichamelijke ontwikkeling
Een peuter kan al goed lopen en gaat op ontdekkingsreis.
Een belangrijk onderdeel van de lichamelijke ontwikkeling van een peuter is zindelijk worden. Zindelijk betekent dat kinderen zelf kunnen bepalen wanneer ze naar de wc gaan.
 
Geestelijke en sociale ontwikkeling
Een peuter is ik-gericht en ontwikkelt een eigen wil.
Peuters vinden het moeilijk om samen te spelen. Zij willen geen speelgoed delen.
In deze periode leren peuters het verschil tussen goed en kwaad.

Slide 11 - Tekstslide

Kleuter 4-6 jaar
Lichamelijke ontwikkeling
Een kleuter groeit in de lengte. De fijne motoriek wordt steeds beter. Het evenwichtsgevoel is in ontwikkeling.
 
Geestelijke en sociale ontwikkeling
Een kleuter gaat naar de basisschool, al werkend en spelend leert de kleuter.
Een kleuter kan echt opgaan in de eigen fantasie. Soms weet de kleuter niet wat echt of onecht is.

Slide 12 - Tekstslide

Schoolkind 6-12 jaar 
Lichamelijke ontwikkeling
Schoolkinderen gaan van een melkgebit naar een volwassen gebit. Sommige kinderen krijgen een groeispurt, armen en benen worden snel langer. Ook zijn er veranderingen in de hormonen. Sommige meisjes ontwikkelen al borsten of zijn voor het eerst ongesteld. Jongens krijgen de baard in de keel waardoor zij een lagere stem krijgen.
 
Geestelijke en sociale ontwikkeling
Een schoolkind is veel minder thuis. Het gaat naar school, naar de BSO, spelen bij vrienden en worden lid van bijvoorbeeld een voetbalclub. Ook worden zij steeds zelfstandiger, ze lopen alleen naar school of spelen alleen in de speeltuin. Ook ontdekt een schoolkind emoties bij zichzelf en bij anderen. Hierdoor kan een schoolkind zich beter inleven in het leven van een ander. Ze worden zich steeds meer bewust van de wereld om hen heen.
 
Activiteiten en begeleiding
Een schoolkind heeft veel behoefte aan beweging. Ze zijn bang dat ze het niet kunnen of niet goed doen. Daarom is het belangrijk dat je goed uitlegt wat de bedoeling is en dat je het kind stimuleert om het te proberen. Geef complimenten tijdens de uitvoering.

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
* Groepjes van 3 personen.
* Elke groep krijgt een ontwikkelingsfase toegewezen: Baby, peuter, kleuter of schoolkind.
* Bedenk een activiteit voor deze ontwikkelingsfase. 
* Leg uit waarom deze activiteit geschikt is voor deze ontwikkelingsfase + welke ontwikkeling je hiermee het meeste stimuleert. Waar moet je rekening mee houden?
* Presenteer de activiteit aan de rest van de groep. 

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de naam van de groep in de ontwikkelingsfase 2-4 jaar?
A
Peuter
B
Kleuter
C
Schoolkind
D
Baby

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een lichamelijke ontwikkeling?
A
Lezen
B
Schrijven
C
Rekenen
D
Lopen

Slide 16 - Quizvraag

Met welke activiteit ontwikkel je de fijne motoriek?
A
Hardlopen
B
Gamen
C
Voetballen
D
Knutselen

Slide 17 - Quizvraag

Welke ontwikkeling stimuleert memory?
A
Geestelijke
B
Sociale
C
Lichamelijke
D
Fysieke

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een omgangsvorm?
A
Een rekening betalen
B
Een nieuwe laptop kopen
C
Een oudere met U aanspreken
D
Een avond uitgaan

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van grove motoriek?

Slide 20 - Open vraag

Theorie 
Blz. 43 t/m 55 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide