klas 2, week 1, les 1

Nederlands op afstand
- Elke les starten in Teams.
- Eerst uitleg en/of opdrachten bespreken, daarna zelfstandig huiswerk maken.
- Niet de hele les verplicht 'actief' online.
- Vragen (via Teams) alleen tijdens de lesuren.
- Schriftcontrole willekeurig.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands op afstand
- Elke les starten in Teams.
- Eerst uitleg en/of opdrachten bespreken, daarna zelfstandig huiswerk maken.
- Niet de hele les verplicht 'actief' online.
- Vragen (via Teams) alleen tijdens de lesuren.
- Schriftcontrole willekeurig.

Slide 1 - Tekstslide

deze week
onderdeel:   bijwoord (havomapje) 
                       + herh. taalverzorging H3

huiswerk:     dinsdag 4 januari      - opdr. 1 + 2
                       woensdag 6 januari  - opdr. 3 + 4
                       donderdag 7 januari - x

Slide 2 - Tekstslide

deze les
1. instructie bijwoord
2. huiswerk maken (opdr. 1 + 2)

Slide 3 - Tekstslide

bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 4 - Woordweb

havomapje: bijwoord
Een bijwoordelijke bepaling als zinsdeel zegt iets over: waar? wanneer? waarom? hoe? waardoor? enz.

Slide 5 - Tekstslide

Welke drie woorden passen op de puntjes? Het zijn allemaal bwb's van één woord.
1. Wij zullen de kaartjes voor het concert ... via internet bestellen.
2. ... boeken veel mensen hun vakantie kort van tevoren.
3. Sonja zou ... een ander bijbaantje hebben op zaterdag.

Slide 6 - Open vraag

havomapje: bijwoord
1. Wij zullen de kaartjes voor het concert niet via internet bestellen.
2. Tegenwoordig boeken veel mensen hun vakantie kort van tevoren.
3. Sonja zou graag een ander bijbaantje hebben op zaterdag.

Slide 7 - Tekstslide

havomapje: bijwoord
Een bijwoordelijke bepaling van één woord bestaat uit een bijwoord.




Slide 8 - Tekstslide

havomapje: bijwoord
Een bijwoordelijke bepaling van één woord bestaat uit een bijwoord.

Er bestaan veel verschillende bijwoorden. Een bijwoord zegt iets over tijd, plaats, zekerheid of ontkenning. De vraagwoorden horen er ook bij.

niet, morgen, maandag, wel, zeker, soms, waarom




Slide 9 - Tekstslide

havomapje: bijwoord
Een bijwoord kan iets zeggen over 

- een werkwoord: Jasper springt hoog.
- een bijvoeglijk naamwoord: Jasper is erg aardig.
- een ander bijwoord: Jasper springt heel hoog.




Slide 10 - Tekstslide

havomapje: bijwoord
Welke vragen heb je op dit moment?

Slide 11 - Tekstslide

havomapje: bijwoord
De rest van de les:
- huiswerk maken
- lezen
- vragen stellen via de chat of microfoon
- extra oefenen/herhalen taalverzorging H3

Let op: je moet online blijven tot ik het aangeef.

Slide 12 - Tekstslide