CKV camera standen periode 3

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is dit voor shot?

Slide 2 - Tekstslide

Long/Wide Shot

Slide 3 - Tekstslide

Long shot = ver weg, lichaam helemaal in beeld, achtergrond is goed te zien

a.Wanneer wordt het totaal shot vaak gebruikt in een film en waarom?
Aan het begin van de film zodat goed te zien is om wie het gaat en waar het zich afspeelt.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is dit voor shot

Slide 5 - Tekstslide

2. medium shot = deel van het lichaam

a. Wanneer wordt een mediumshot vaak gebruikt en waarom? 
Als er iets gezegd wordt of dat er gevoelens getoond worden. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is dit voor shot

Slide 7 - Tekstslide

close up = van dichtbij gefilmd

a. Wanneer wordt een close up vaak gebruikt?
Bij een spannend of emotioneel moment.


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

4. Vogelperspectief = Van bovenaf bekeken

a. Waarom wordt het vogelperspectief gebruikt?
    Om iemand kleiner of kwetsbaar te laten lijken. 

Slide 11 - Tekstslide

4. Vogelperspectief = Van bovenaf bekeken

a. Waarom wordt het vogelperspectief gebruikt?
    

Slide 12 - Tekstslide

5.Kikkerperspectief = 
laag camerastandpunt

a.Waarom wordt het 
kikkerperspectief 
vaak gebruikt?



Slide 13 - Tekstslide

5.Kikkerperspectief = 
laag camerastandpunt

a.Waarom wordt het 
kikkerperspectief 
vaak gebruikt?

Om iemand heel groot 
en machtig te laten lijken.

Slide 14 - Tekstslide

(Camera) standpunten

Slide 15 - Tekstslide

Wat is dit voor shot
Django Unchained, 2012

Slide 16 - Tekstslide

Welk camerastandpunt zien we hier?
A
Kikvorsperspectief
B
Vogelperspectief
C
Totaal shot
D
Over shoulder

Slide 17 - Quizvraag

Welk camerastandpunt is
er voor deze foto gebruikt?
A
Kikvorsperspectief
B
Vogelperspectief
C
Totaal shot
D
normaal perspectief

Slide 18 - Quizvraag

Kadering
  • Met het begrip kadering wordt bedoelt wat je binnen je beeld (of kader/shot) vastlegt.

  • Afbakening van je onderwerp of het beeldvlak.

Slide 19 - Tekstslide

Welk soort kadering is er gebruikt bij de foto hiernaast?
A
Close up
B
Medium kader
C
Totaalkader

Slide 20 - Quizvraag

Welk soort kadering is er gebruikt bij de foto hiernaast?
A
Close up
B
Medium kader
C
Totaal kader

Slide 21 - Quizvraag

Kort samengevat:
  1. Camerastandpunten
  2. Verschillende soorten kadering

Slide 22 - Tekstslide

              Foto opdracht 1 :

In 3 tallen ga je 10 foto's maken .
Kies uit de verschillende soorten shots,
camera standpunten, 
inhoud en scherpte

Slide 23 - Tekstslide

FOTO Opdracht : Camera shots 
Leg een gebeurtenis vast door steeds een stapje dichterbij te komen met de camera. Hoe dichterbij de camera komt hoe meer je de spanning opbouwt. 


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

ZELF AAN HET WERK in 2 of 3 tallen
1. Maak met een telefoon 10 verschillende soorten shots
(zie je boekje)
2.Met het vastleggen van een gebeurtenis
van extreme long shot t/ m extreme close-up
3. tijd : een half uur
TIP: NEEM EEN BOEKJE MEE
4. Laat je foto's zien en aftekenen in je studieplanner

Slide 26 - Tekstslide

huiswerk
Bekijk een fragment van een  Dogma film van Lars van Trier
(ijvoorbeeld Idioterne)
en schrijf de regels en beperkingen op waaraan Dogma films moeten voldoen
(blz 31 van je boekje)

Slide 27 - Tekstslide

Close up - Medium kader - Totaalkader

Slide 28 - Tekstslide