Klas 2A - Par. 1.4 Woordsoorten
Woordsoorten
1 / 12
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Woordsoorten
Slide 1 - Woordweb
Welke lidwoorden passen er op de open plaatsen?
......... buurjongens spelen met ......... voetbal.
......... buurjongens spelen met ......... voetbal.
Slide 2 - Open vraag
Vul een zelfstandig naamwoord:
Op televisie is een spannende .............
Op televisie is een spannende .............
Slide 3 - Open vraag
Vul een zelfstandig naamwoord in:
Leg je ............. maar op tafel.
Leg je ............. maar op tafel.
Slide 4 - Open vraag
Vul een bijvoeglijk naamwoord in:
Er zit een kras op die .......... auto.
Er zit een kras op die .......... auto.
Slide 5 - Open vraag
Vul een bijvoeglijk naamwoord in:
Wat is dat een ...... toren!
Wat is dat een ...... toren!
Slide 6 - Open vraag
Vul een werkwoord in:
Onze hond ................. bijna de hele dag.
Onze hond ................. bijna de hele dag.
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Video
Slide 9 - Tekstslide
zelfstandig naamwoord
lidwoord
voorzetsel
werkwoord
bijvoeglijk naamwoord
telwoord
de, het, een
puppy, school, klok
zijn, rennen, eten
op, achter, in
aardig, rood, leuk
drie, veel, meeste
