- Schoon zijn (geen vlekken of vieze luchtjes)
- Goed passen (geen broeken half op je billen)
Kleren moet je daarom regelmatig wassen, zodat ze schoon zijn en fris ruiken. Sommige kleren moet je na het wassen strijken anders zijn ze helemaal verkreukeld. En dat ziet er niet verzorgd uit.
- Denk aan je schoenen: zijn ze schoon / netjes / veilig? Je schoenen houd je schoon met een vochtige doek of schoenpoets.
- Heel zijn (geen gaten in de kleren of knopen eraf)
Kun jij al een knoop aan je kleding naaien?