Gevaarlijke stoffen!

Gevaarlijke stoffen
Gevaarlijke stoffen 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Veilig op StagePraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Gevaarlijke stoffen
Gevaarlijke stoffen 

Slide 1 - Tekstslide

Schadelijke stoffen.
Geef eens voorbeelden

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Symbool giftige  stof

Slide 4 - Tekstslide

Symbool schadelijk voor milieu

Slide 5 - Tekstslide

Gevaarlijke stoffen

Slide 6 - Tekstslide

Gevarensymbolen
  • Gevaarlijke stoffen zijn herkenbaar aan gevarensymbolen

  • Elk gevaar heeft zijn eigen symbool 



Als je werkt met gevaarlijke stoffen moet je jezelf beschermen

Slide 7 - Tekstslide

Gevaarlijke stoffen

Gevaarlijke stoffen op het werk zijn stoffen die mogelijk gevaar opleveren voor de veiligheid en gezondheid van werknemers.

Slide 8 - Tekstslide

Gevaarlijke stoffen
Gevaarlijke stoffen kun je niet zomaar weggooien 
Gevaarlijke stoffen moeten door de gemeente
weggegooid worden 
Je kunt ze daar ook inleveren

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

asbest
  • zeer kleine deeltjes
  • in je longen
  • longkanker
  • oude schuurtjes
  • daken / zeil/ vloerbedekking
  • wegwerpkleding
  • ademhalingsbescherming
  • specialist

Slide 12 - Tekstslide

asbest
  • inventariseren of er asbest aanwezig is
  • bij aanwezigheid van asbest= direct stoppen met werken
  • speciaal bedrijf laten komen 

Slide 13 - Tekstslide

Gevolgen inademen asbestvezels
  • Asbestvezels kunnen bij inademing diep in de longen
    doordringen. 
  • dit kan kanker veroorzaken in je buik en
    longen. 
  • Soms pas na 10 of 20 jaar word je er ziek van

Slide 14 - Tekstslide

Wat zijn gevarensymbolen?
A
Kleine tekeningetjes, pictogrammen
B
Heel veel gevaarlijke stoffen bij elkaar
C
Een tekst op een etiket

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Gevaarlijke stoffen kun je ook via je ogen binnen krijgen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Waarom moet je niet eten op je werkplek?
A
Er is te weinig ruimte
B
Dat is ongezellig
C
Je kunt gevaarlijke stoffen op je eten krijgen
D
Je hebt dan geen plaats om te zitten

Slide 18 - Quizvraag

Welke soort stof krijg je makkelijk via je huid binnen?
A
Kunststof
B
Vloeistof
C
Vaste stof

Slide 19 - Quizvraag

Waarom is het belangrijk dat je een wond afdekt als je met gevaarlijke stoffen werkt?
A
Anders geneest de wond minder snel
B
De wond kan groter worden
C
Via de wond kan een gevaarlijke stof in je bloed komen

Slide 20 - Quizvraag

Verf op waterbasis in plaats van verf op terpentinebasis is een voorbeeld van een gevaarlijke stof vervangen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Op welke manier kun je NIET een gevaarlijke stof binnen krijgen
A
Via je mond
B
Via een wond
C
Via je oren
D
Via je longen

Slide 22 - Quizvraag

Wat zijn H-zinnen?
A
Zinnen die het gevaar aangeven (hazard)
B
Zinnen die vertellen hoe je veilig kunt werken
C
Zinnen die vertellen wat er in een product zit

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Link

Hoe giftiger de stof, hoe zieker je ervan wordt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

Waardoor kun je de schildersziekte krijgen?
A
Je hebt veel met asbest gewerkt
B
Je hebt veel in terpentinedamp in verf gewerkt
C
Je hebt veel met lood gewerkt
D
Je hebt geen PBM's gebruikt

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Video

Hoe ontstaat een koolmonoxide
vergiftiging?
A
Er is veel rook in huis
B
Er is te weinig zuurstof in huis
C
Er zijn veel gevaarlijke stoffen in huis
D
Er is een slechte verbranding in de verwarmingsketel

Slide 29 - Quizvraag

Wat betekent het symbool op het plaatje?
A
Gevaarlijk voor je huid
B
Gevaarlijk voor kinderen
C
Gevaarlijk voor de natuur en dieren
D
Gevaarlijk voor jouw gezondheid

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Video

Wat vond je van de les?


1100

Slide 32 - Poll