9.2 De economische wereldcrisis

Planning
Welkom
Uitleg 9.2 + stukje docu kijken
Zelfstandig aan het werk; 2 opdrachten 

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planning
Welkom
Uitleg 9.2 + stukje docu kijken
Zelfstandig aan het werk; 2 opdrachten 

Slide 1 - Tekstslide

9.2 De economische wereldcrisis
Zijn er opvallende dingen die je ziet en kunt koppelen aan 9.2? 

Slide 2 - Tekstslide

De crisis van het wereldkapitalisme
Wat weet je al over dit onderwerp?

Slide 3 - Open vraag

Economie in de jaren 1920
  • WOI maakte een eind aan de welvaartsstijging in Europa. 
  • Begin interbellum (1918 - 1939)
  •  In 1924 begon in de VS en Europa een periode van economische bloei. De economie in de VS groeide hard door: 
- snelle uitbreiding wegen- en elektriciteit-netwerk 
- opkomst van nieuwe producten als de auto 
  • Er ontstond een consumptiemaatschappij: samenleving waarin veel producten worden gekocht. De economische groei veroorzaakte optimisme in de VS. (Live now, pay later)
  • Deze periode noemen we de Roaring twenties 

Slide 4 - Tekstslide

Optimisme
  1. In de jaren 1920 groeide de welvaart enorm in Amerika.  
  2. Hierdoor kon de 'gemiddelde' inwoner van Amerika geld uitgeven aan luxe producten, zoals kleding, bioscoop en wasmachines. 
  3. Volgens de Amerikanen zou de welvaart in Amerika alleen maar stijgen. 

Slide 5 - Tekstslide

De beurskrach
  • Door het optimisme in de jaren 20 kochten mensen aandelen in de verwachting dat deze meer waard zouden worden. 
  • Sommige kochten aandelen met geleend geld. 

Slide 6 - Tekstslide

De Beurskrach
  • Op 24 oktober 1929 (Zwarte Donderdag) sloeg de paniek toe op Wall Street.
  • Beleggers verkochten massaal hun aandelen. 
  • De koers stortte in en van de waarde van aandelen bleef weinig over. 
  • Doordat aandelen minder waard waren, werden leningen niet terugbetaald. 

Slide 7 - Tekstslide

De Beurskrach
  • Dit had wereldwijd een recessie tot gevolg. 
  • Waardoor banken, industriele bedrijven en boeren massaal failliet gingen. 

Slide 8 - Tekstslide

De Beurskrach
Dat deze bedrijven failliet gingen had als gevolg dat: 
  • Spaargeld verloren ging. 
  • Productie kromp. 
  • Werkloosheid steeg. 
  • In 1932 zat 1/4 tot 1/3 van Amerika bevolking thuis zonder werk. 

Slide 9 - Tekstslide

De Beurskrach
  • Sociale zekerheid tegen werkloosheid was er niet. 
  • Daardoor hadden veel werklozen geen geld voor eten. 
  • Huizenbezitters konden hun hypotheek niet meer betalen. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat is het interbellum?
A
Periode tussen de Wereldoorlogen
B
Periode waarin het economisch goed ging
C
Periode waarin het economisch minder ging
D
Periode van economische stagnatie

Slide 13 - Quizvraag

Leg uit wat de Roaring Twenties en de beurskrach met elkaar te maken hebben?

Slide 14 - Open vraag

Aan de slag met:

  • Huiswerk: Lezen paragraaf 9.2 De economische wereldcrisis
  • Maken van paragraaf 9.2 
Kern - 3 en 4
Historisch denken - 3 en 4



timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Oorzaken Crisis
  • Veel mensen hadden geld geleend om een huis, auto, aandelen of andere producten te kopen. 
  • De Grote Depressie maakt hier een abrupt een eind aan. 
  • Door de werkloosheid konden veel van deze lening niet worden terugbetaald. 

Slide 16 - Tekstslide

Oorzaken Crisis
  • Door de crisis daalde de koopkracht. 
  • Hierdoor bleven bedrijven en boeren met enorme voorraden zitten. 
  • Deze ontsloegen het personeel. 
  • Waardoor de koopkracht nog verder daalden. 
  • Door de wereldeconomie sloeg de crisis naar andere landen. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Crisisbestrijding
  • In kapitalisme wisselen periodes van groei en neergang elkaar af. 
  • Regering hadden de verwachting dat de crisis vanzelf over zou gaan. 
  • De crisis werd alleen erger. 

Slide 20 - Tekstslide

Crisisbestrijding
  • In 1933 brak Roosevelt met het beleid van  bezuinigingen. 
  • In 'The New Deal' liet hij de overheid ingrijpen in de economie. 
  • Banken werden gered. 
  • Werklozen kregen financiele steun. 
  • Huizenbezitters werden geholpen. 
  • De overheid ging miljaren in openbare werken steken. 
  • Door 'The New Deal' daalde de werkloosheid in Amerika. 

Slide 21 - Tekstslide

Wat betekende de New Deal?
A
economische politiek van president Roosevelt vanaf 1933
B
De New Deal hielp de Duitse economie
C
De New Deal was voor militaire ontwikkeling
D
De New Deal was een alliantie tussen landen

Slide 22 - Quizvraag

Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: 'De crisis van het wereldkapitalisme'.

Slide 23 - Open vraag

Schrijf 3 dingen op
die je deze les hebt geleerd

Slide 24 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je nog
niet zo goed hebt begrepen

Slide 25 - Open vraag