Oefenexamen Schrijven A2

Oefenexamen Schrijven A2
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Oefenexamen Schrijven A2

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je gaat aan de slag met het maken van een examen schrijven op de computer, zoals je straks ook met jouw eigen examen krijgt
  • Je leert hoe je een schrijfopdracht moet opstarten en afsluiten
  • Aan het einde van deze les weet je precies wat er van jou verwacht wordt tijdens het schrijfexamen Engels

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zeg je in het Engels: Beste Rob,
Schrijf dit goed met hoofdletters en punten.

Slide 3 - Woordweb

Hoe kun je in het Engels vragen hoe het met iemand gaat? Schrijf dit goed met hoofdletters en punten.

Slide 4 - Woordweb

Hoe kun je in het Engels vertellen hoe het met jou gaat? Schrijf dit goed met hoofdletters en punten.

Slide 5 - Woordweb

Hoe kun je in het Engels iemand bedanken voor hun e-mail? Schrijf dit goed met hoofdletters en punten.

Slide 6 - Woordweb

Je wilt in het Engels zeggen: "Ik hoop snel van u te horen."
Schrijf dit goed met hoofdletters en punten.

Slide 7 - Woordweb

Hoe ziet een mail er uit?
Je begint altijd met het invullen van het e-mailadres van de ontvanger.

Dan vul je het onderwerp in. Laat dit niet leeg!

Begin met een groet, daarna de reden waarom je schrijft, dan eventueel vragen/verzoeken, dan een bedankje, en dan de afsluiting met naam.

Slide 8 - Tekstslide

-Lees de opdracht eerst goed door.
-Naar wie schrijf je? (Dear .....,)
-Welke onderdelen moet je er in zetten?
-Hoe begin en eindig je deze mail?
-Waar moeten hoofdletters, komma's, punten en/of vraagtekens?
-Maak deze opdracht nu op papier.
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

timer
10:00
-Lees de opdracht eerst goed door.
-Naar wie schrijf je? (Dear .....,)
-Welke onderdelen moet je er in zetten?
-Hoe begin en eindig je deze mail?
-Waar moeten hoofdletters, komma's, punten en/of vraagtekens?
-Maak deze opdracht nu op papier.

Slide 10 - Tekstslide

timer
10:00
-Lees de opdracht eerst goed door.
-Naar wie schrijf je? (Dear .....,)
-Welke onderdelen moet je er in zetten?
-Hoe begin en eindig je deze mail?
-Waar moeten hoofdletters, komma's, punten en/of vraagtekens?
-Maak deze opdracht nu op papier.

Slide 11 - Tekstslide

timer
10:00
-Lees de opdracht eerst goed door.
-Naar wie schrijf je? (Dear .....,)
-Welke onderdelen moet je er in zetten?
-Hoe begin en eindig je deze mail?
-Waar moeten hoofdletters, komma's, punten en/of vraagtekens?
-Maak deze opdracht nu op papier.

Slide 12 - Tekstslide