In het Duits heeft het zelfstandig naamwoord een geslacht (denk bv. aan Frans). Dit geslacht uit zich in het lidwoord dat erbij hoort. In het Duits zijn er 3 verschillende lidwoorden die voor de/het gebruikt worden. Dit zijn: der,die,das, (die).
der = mannelijk das = onzijdig
die = vrouwelijk die = meervoud