B2 Mock Test

Learning targets

 You will review the grammar from Unit 3 (Present Perfect, adverbs, have to, must , should, irregular verbs) and will reflect on what you know and what you need to practice. 
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngWOMiddelbare schoolStudiejaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Learning targets

 You will review the grammar from Unit 3 (Present Perfect, adverbs, have to, must , should, irregular verbs) and will reflect on what you know and what you need to practice. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Learning targets

 You will review the grammar from Unit 4  and will reflect on what you know and what you need to practice. 
  • Do the mock test.
  • Do Test yourself for every lesson in Unit 4
  • When finished do the test yourself for the whole Unit 4

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Write one sentence in the Present Perfect tense using a signal word.

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Present Perfect
have, has + voltooid deelwoord
have, has +werkwoord-ed ( has played)
have, has +onregelmatige werkwoord (3e rijtje, has gone) 
h
 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PRESENT PERFECT
1. Iets dat het in het verleden is begonnen en nog steeds voortduurt
- Miss Salehar has lived in the Netherlands for 6 years.
- My parents have owned this house since 2001.
2. Iets dat het in het verleden is gebeurd - nadruk op het resultaat nú
- I have done my homework .
3. Iets dat het in het verleden is gebeurd - exacte moment is het niet bekend/belangrijk
- Jane has been to Spain before. 



Signaalwoordjes: since, yet, for __ years, already, never, ever, just

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Common Mistakes

DON'T use the Present Perfect with specific time expressions like 'yesterday', 'last week', or 'in 2010'.
I have lost my watch.
I lost my watch yesterday.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which of these sentences isin the
present perfect?
A
I live in Nijmegen
B
I have lived in Nijmegen
C
I am living in Nijmegen
D
I lived in Nijmegen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

She tells him the secret.
Zet in de present perfect:

She .... him the secret.
A
have told
B
have telled
C
has told
D
has telled

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste vorm van de present perfect.
Choose the right form

We ........ .......... together since we were kids.
A
has played
B
has play
C
have played
D
have play

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Our class sings a song during music class.
now use the present perfect:

Our class ... a song during music class.
A
have sung
B
have singed
C
has sung
D
has singed

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Perfect- Vragende zinnen
Tom has just returned from Melbourne.
Has Tom just returned from Melbourne?
They have already left?
Have they already left?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij het werkwoord 'to be' :
Bij am/ are/ is/ was / were zetten 
we het bijwoord van Frequentie 
achter het werkwoord

He is rarely late
She was always happy

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bijwoorden van frequentie 
(bv. always, usually, regularly, sometimes, rarely, seldom, never) staan voor het werkwoord (bij 1 werkwoord in de zin).
Behalve .............

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat geeft een adverb of frequency aan? (bijwoord van frequentie)
A
Wanneer iets gebeurt
B
Waar iets gebeurt
C
Hoe vaak iets gebeurt
D
Hoe iets gebeurt

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar plaatsen we adverbs of frequency?
A
Always I play football.
B
I always play football.
C
I play always football.
D
I play football always.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat geeft een "adverb" van frequentie aan?
A
Wanneer iets gebeurt
B
Waar iets gebeurt
C
Hoe vaak iets gebeurt
D
Hoe iets gebeurt

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Adverbs of Frequency, translate:
Ik vind Engels soms leuk.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Correct word order:
summer / we / here / are / in / usually
A
Usually we are here in summer.
B
We usually are here in summer.
C
We are usually in summer here.
D
We are usually here in summer.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the sentence with the correct word order.
A
Who gives never a straight answer?
B
Who gives a straight answer never?
C
Who never gives a straight answer?
D
Who gives a straight never answer?

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which sentences are written in the present perfect?
A
I have lived in this house for 5 years
B
He saw it yesterday.
C
I walked this morning.
D
He has played the piano for most of his life.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

irregular verbs quiz

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Irregular Verbs,
Complete the following row:
blazen/ to blow/blew/.....

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Irregular verbs
do - did - ............

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Irregular verbs of:
kiezen
A
to choose - chose - chosen
B
to chose - chose - chose
C
to choose - chosed - chosen
D
to choose - chosen - chose

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Irregular verbs
hide - ____ - hidden

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Irregular verb of:
vechten
A
to fight - fighted - fought
B
to fight - fight - fight
C
to fight - fought - fought
D
to fight - fought - foughted

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Irregular verbs
know - knew - ____

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Irregular verbs
do - did - ............

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Irregular verbs
beat - beat - ............

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

have to - must - should

If you want to buy this game, you ____ (moet zijn) at least 16 years old.
A
must be
B
have to be
C
must have
D
should be

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

have to - must - should

If you want to buy this game, you ____ (moet zijn) at least 16 years old.
A
must be
B
have to be
C
must have
D
should be

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul in: have to, must of should.
My car ...... be insured when I drive.
A
has to
B
must
C
should
D
geen van drie

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Have to, must, should.
Kies het juiste werkwoord.

All my favourite actors are in this film, so it ___ be good.
A
has to
B
have to
C
must
D
should

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

have to - must - should

If you want to buy this game, you ____ (moet zijn) at least 16 years old.
A
must be
B
have to be
C
must have
D
should be

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul in: must, have to of should
You ..... be well-mannered towards your teachers
A
have to
B
must
C
must have
D
should

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 41 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 42 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 43 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.