Borp Markten overheid 5.8 t/m 5.15

Welkom
5 havo ECONOMIE  ||  2022-2023
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
5 havo ECONOMIE  ||  2022-2023

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les 
  • Je kunt de kenmerken en voorbeelden van een individueel goed noemen.
  • Je kunt uitleggen waarom de overheid collectieve goederen produceert en welke kenmerken er zijn van collectieve goederen. 
  • Je kunt het verschil benoemen tussen collectieve en quasi-collectieve goederen en er voorbeelden van geven.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de dominante strategie voor Peter als de andere wel betalen (de dominante strategie is waarbij de opbrengst het hoogste is)?
A
Wel betalen
B
Niet betalen

Slide 3 - Quizvraag

Voor het collectief zou het beter zijn als Peter wel ook gaat betalen. Waardoor zou Peter ook tot dat besluit kunnen komen?

Slide 4 - Open vraag

Individuele goederen
  • goederen die je kunt kopen op een 'markt' en waarvoor je moet betalen: uitsluitbaarheid. Zonder betaling word je uitgesloten.
  • Je kunt niet alles kopen, je moet keuzes maken.: rivaliserend 

Voorbeelden: kleding, Netflix en boodschappen van de supermarkt

Slide 5 - Tekstslide

Collectieve Goederen
Collectieve goederen worden door de overheid gemaakt en zijn voor iedereen beschikbaar.
  • Politie.
  • Brandweer.
  • Leger.
  • Zorg.
  • Infrastructuur.

Slide 6 - Tekstslide

collectieve goederen
  •  Goederen die de overheid levert. Deze zijn niet uitsluitbaar of rivaliserend
  • Iedereen mag hiervan gebruikmaken > collectief

Voorbeelden: politie, bankje in het park of een zeedijk. 

Slide 7 - Tekstslide

Kenmerken collectieve goederen
Collectieve goederen hebben twee kenmerken:
  1. Kan niemand van worden uitgesloten 
  2. Collectieve goederen kunnen door iemand worden geconsumeerd, zonder dat er dan minder overblijft voor een ander. 


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Wat is geen kenmerk van collectieve goederen?
A
komen alleen tot stand door collectieve dwang
B
men kan een individuele prijs vragen
C
niet-uitsluitbaar
D
niet-rivaliseren

Slide 11 - Quizvraag

Quasi-collectieve goederen
Sommige individuele goederen vindt de overheid zo belangrijk dat ze er graag aan bijdraagt. 
omdat ze van groot maatschappelijk belang zijn 
of anders te duur worden (subsidie). 

Dit noemen we quasi-collectieve goederen. 
Bijv. onderwijs, zorg, bibliotheek, openbaar vervoer enz. 


Slide 12 - Tekstslide

I: Quasi-collectieve goederen zijn individuele goederen door de overheid geproduceerd.
II: Onderwijs is een voorbeeld van quasi-collectieve goederen.
A
beiden juist
B
beiden onjuist
C
alleen I juist
D
alleen II juist

Slide 13 - Quizvraag

Wat is kenmerkend aan externe effecten?

Slide 14 - Open vraag

Externe effecten, overheidsingrijpen
Extern effect: 
effect als gevolg van 
productie en/of consumptie voor 
de welvaart van anderen  --> 
Niet bij de prijs inbegrepen.

Negatieve externe effecten &  positieve externe effecten

Slide 15 - Tekstslide

Positieve externe effecten
Negatiever externe effecten

Slide 16 - Tekstslide

Marktfalen
Als er teveel negatieve externe effecten zijn --> de markt produceert te veel. 

Als er te weinig positieve externe effecten zijn --> de markt produceert te weinig. 

Slide 17 - Tekstslide

Aan het werk
Maken 5.8 t/m 1.15
Nakijken
  • Wat heb je goed gedaan?
  • Wat kun je beter doen?
Lees de tekst
  • Onderstrepen
  • Samenvatten

Slide 18 - Tekstslide