Paragraaf 5.4 - Als je zonder werk zit

Welkom, wat fijn dat jullie er zijn!

Bij binnenkomst
Stap 1: Jas uit op de gang & mobiel in de telefoontas bij het juiste           
             nummer.
Stap 2: Eten/drinken weg & kauwgom/lolly uit.
Stap 3: Open je boek op blz. 142 en open je schrift voor een opdracht.
Stap 4: Pak je etui en rekenmachine erbij.




1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom, wat fijn dat jullie er zijn!

Bij binnenkomst
Stap 1: Jas uit op de gang & mobiel in de telefoontas bij het juiste           
             nummer.
Stap 2: Eten/drinken weg & kauwgom/lolly uit.
Stap 3: Open je boek op blz. 142 en open je schrift voor een opdracht.
Stap 4: Pak je etui en rekenmachine erbij.




Slide 1 - Tekstslide

Dit gaan we doen deze les
  1. Nakijken 5.3 opgave 9 t/m 14
  2. Uitleg paragraaf 5.4
  3. Zelfstandig werken 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 5.4
𑿱 Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn als je werkloos wordt.
𑿱 Je kunt uitleggen wat het UWV voor je kan doen als je werkloos 
    bent.
𑿱 Je kunt uitleggen wat conjuncturele werkloosheid is.
𑿱 Je kunt uitleggen wat structurele werkloosheid is.
𑿱 Je kunt het verschil uitleggen tussen frictiewerkloosheid, 
    seizoenswerkloosheid en regionale werkloosheid.

Slide 3 - Tekstslide

Zonder werk
Je bent werkloos als je:
  • Tussen de vijftien jaar en de pensioenleeftijd bent
  • Geen baan hebt
  • Actief op zoek naar werk bent.

Slide 4 - Tekstslide

 Hulp van de overheid
Als je werkloos bent, schrijf je je in bij het UWV 
(Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen). 
Het UWV:
- helpt je zoeken naar een nieuwe baan
- beoordeelt of je recht hebt op een WW-uitkering

Geregistreerde werkloosheid: werklozen die staan ingeschreven bij het UWV.
Verborgen werkloosheid: werklozen die niet staan ingeschreven bij het UWV. Zij hebben ook geen recht op een WW-uitkering


Slide 5 - Tekstslide

Als het economisch
slecht gaat
Conjunctuur:
Schommelingen waarin het goed of minder goed gaat in de economie 


minder koopkracht →vraag naar producten daalt → bedrijven verkopen minder →productie daalt → werkgelegenheid daalt → werkloosheid stijgt

Conjuncturele werkloosheid
Werkloosheid die het gevolg is van een daling van de vraag
naar goederen en diensten door vermindering van koopkracht.

Slide 6 - Tekstslide

Conjuncturele werkloosheid
Dor het verlagen van de belasting kan de overheid de conjuncturele werkloosheid laten afnemen.
Laat zien hoe dit werkt. Zet de zinnen in de juiste volgorde.
  1. De overheid verlaagt de belastingen.
  2. Bedrijven moeten meer produceren.
  3. Mensen gaan meer kopen.
  4. Bedrijven nemen meer mensen aan.
  5. Mensen houden meer geld over.
  6. Er zijn minder mensen werkloos.

Slide 7 - Tekstslide

Blijvende veranderingen
Conjuncturele werkloosheid is tijdelijk en verdwijnt weer als het 
beter gaat met de economie. Structurele werkloosheid is blijvend.

Structurele werkloosheid:
Werkloosheid als gevolg van veranderingen in de aanbodkant van de economie.

Denk hierbij aan:
-bedrijven stoppen met het maken van verouderde producten (dvd's)
-robots nemen het werk van mensen over
-bedrijven verplaatsen hun productie naar lagelonenlanden
-personeel heeft niet de juiste opleiding gevolgd voor de vacatures die er zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Andere soorten 
werkloosheid
Deze soorten werkloosheid kunnen tegelijkertijd voorkomen
met conjuncturele of structurele werkloosheid:

Frictiewerkloosheid: Kortdurende werkloosheid omdat je even
tijd nodig hebt om een nieuwe baan te vinden.
Regionale werkloosheid: Werkloosheid die in bepaalde gebieden 
hoger is dan gemiddeld in het land.
Seizoenwerkloosheid: Werkloosheid die ontstaat doordat 
bepaald werk alleen maar in een deel van het jaar verricht
kan worden.

Slide 9 - Tekstslide

timer
50:00

Slide 10 - Tekstslide