Woordenschat NB week 7 2022 (Koala)

Wat gaan we doen?
1- Woordbetekenissen herhalen 
     (10 min)
2- Nieuwsbegrip.nl 
* eerst tekst lezen of laten voorlezen
* daarna woordenschatoefening
    (15 min)
3- Quiz over de woorden
    (10 min)
4- Filmpje verkiezingen
     (5 min)
5- Goede vragen maken (wrsl volgende keer)



1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
1- Woordbetekenissen herhalen 
     (10 min)
2- Nieuwsbegrip.nl 
* eerst tekst lezen of laten voorlezen
* daarna woordenschatoefening
    (15 min)
3- Quiz over de woorden
    (10 min)
4- Filmpje verkiezingen
     (5 min)
5- Goede vragen maken (wrsl volgende keer)



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woorden herhalen over de Koala

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 A-TEKST

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aaibaar
afnemen
oorzaak
schokkend
kappen 
afgelopen
allerlei
overleven
de regering
het leefgebied

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


geschikt om te aaien
Afnemen
Aaibaar
minder worden

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak
Schokkend
de reden, waardoor iets gebeurt
verschrikkelijk, vreselijk

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kappen
Afgelopen
omhakken
vorig, voorbij, voorafgaand

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Allerlei
Overleven
Verschillende soorten
blijven leven

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De regering
Het leefgebied
de mensen die de baas zijn in een land
De plek waar dieren of mensen leven

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'afnemen'?
A
iets van iemand afpakken
B
iemand helpen
C
minder worden
D
meer worden

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je 'kappen'?
A
huizen
B
kinderen
C
eten
D
bomen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het tegenovergestelde van 'gevolg'?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord past NIET bij 'regering'?
A
docent
B
stemmen
C
parlement
D
minister

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is het tegenovergestelde van 'dezelfde'?
A
gelijke
B
overige
C
allerlei
D
deze

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met 'schokkend'.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk plaatje vind je NIET 'aaibaar'?
A
B
C
D

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

EVEN HERHALEN
Ga naar Nieuwsbegrip.nl

Log in: Voornaam123456
Wachtwoord: Voornaam123456

Ga naar: archief
Klik op: 2021-2022 week 7
Ga naar: woordenschat

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WOORDEN UIT B-TEKST

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

merkwaaardig
doorgaans
de populatie
verslinden
uitsluitend
omvangrijk
de prioriteit
uiteenlopen
het etmaal
betrouwbaar

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

doorgaans
betrouwbaar

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Merkwaardig
Het etmaal

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De prioriteit
Uitsluitend

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

uiteenlopen
omvangrijk

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verslinden
de populatie

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EVEN HERHALEN
Ga naar Nieuwsbegrip.nl

Log in: Voornaam123456
Wachtwoord: Voornaam123456

Ga naar: archief
Klik op: 2021-2022 week 7
Ga naar: woordenschat

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


doorgaans
A
meestal
B
altijd
C
soms
D
vaak

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


merkwaardig
A
merkkleding
B
het waard zijn
C
normaal
D
vreemd

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met het woord betrouwbaar

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


verslinden
A
verbinden
B
gipsen
C
heel snel opeten
D
slingers ophangen

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke zin past NIET bij 'betrouwbaar'
A
Ik vang je wel op
B
Ik heb een zak snoep gestolen
C
Ik zal het niet doorvertellen
D
Ik durf dat wel tegen die docent te zeggen

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het tegenovergestelde van 'beperkt (=klein)'

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Etmaal
A
12 uur
B
24 uur
C
nacht
D
dag

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Prioriteit
A
Mogelijkheid
B
Hoe laat het is
C
De manier waarop je loopt
D
Wat je als eerste gaat doen

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Populatie
Uiteenlopen

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een goede vraag 
Begint met een vraagwoord
Wie - wat - waar - waarom- wanneer - hoe

Begint met een hoofdletter

Eindigt met een vraagteken

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je maakt 2 goede vragen over de eerste alinea

Slide 39 - Open vraag

Zorg dat je het antwoord in de tekst markeert

Zorg dat je een vraag maakt over een belangrijk deel van de tekst

We gaan de vragen straks samen beantwoorden
Je maakt 2 goede vragen over de tweede alinea

Slide 40 - Open vraag

Zorg dat je het antwoord in de tekst markeert

Zorg dat je een vraag maakt over een belangrijk deel van de tekst

We gaan de vragen straks samen beantwoorden
Je maakt 2 goede vragen over de derde alinea

Slide 41 - Open vraag

Zorg dat je het antwoord in de tekst markeert

Zorg dat je een vraag maakt over een belangrijk deel van de tekst

We gaan de vragen straks samen beantwoorden
Je maakt 2 goede vragen over de vierde alinea

Slide 42 - Open vraag

Zorg dat je het antwoord in de tekst markeert

Zorg dat je een vraag maakt over een belangrijk deel van de tekst

We gaan de vragen straks samen beantwoorden
Je maakt 2 goede vragen over de laatste alinea

Slide 43 - Open vraag

Zorg dat je het antwoord in de tekst markeert

Zorg dat je een vraag maakt over een belangrijk deel van de tekst

We gaan de vragen straks samen beantwoorden