Les 3: De Eerste Wereldoorlog 1914-1918: §2.2 De loopgravenoorlog

§2.2: De loopgravenoorlog
Hoe zag het leven in de loopgraven eruit?
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§2.2: De loopgravenoorlog
Hoe zag het leven in de loopgraven eruit?

Slide 1 - Tekstslide

De docent:
-Vertelt dat de les vandaag over het leven in de loopgraven zou gaan.
- De docent introduceert ook de hoofdvraag van deze les(zie dia)

De leerlingen:
- De leerlingen luisteren wat de docent zegt en nemen in hun schrift de hoofdvraag over.
- Maken aantekeningen van wat de docent zegt

Doel:
-Kort vermelden wat het onderwerp en de hoofdvraag van de les van vandaag is

Mijn visie op geschiedenisonderwijs:
- Helderheid scheppen bij de leerlingen. Zo weten de leerlingen waar ze aan toe zijn,
Planning vandaag:
§2.1: Op welke manier werd de eerste Wereldoorlog gevochten?
§2.2: Hoe werd de oorlog een totale oorlog?

Hoe is de les ingedeeld?
1). Herhaling oorzaken en aanleiding WOI
2). Oproepen van soldaten om het leger in te gaan
3). Waarom het een loopgravenoorlog werd
4'. Een Totale oorlog
4). Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

De docent:
- Vertelt hoe we vandaag de les doorlopen. (zie dia)
De leerlingen: 
De leerlingen luisteren wat de docent zegt en nemen de deelvragen over

Doel:
- Structuur bieden aan de leerlingen--> zo kunnen de leerlingen beter de les kunnen volgen en beter de stof tot zich nemen

Mijn visie op geschiedenisonderwijs:
- In Mavo 4 klassen is het belangrijk om structuur aan te brengen in je lessen. Zo kunnen de leerlingen makkelijker de les volgen.
Welke oorzaken had de Eerste Wereldoorlog?

Slide 3 - Tekstslide

De Docent:
- De docent gaat aan de leerlingen vragen om zonder in hun schrift te kijken de gestelde vraag te beatwoorden. Welke 5 oorzaken had de Eerste Wereldoorlog? De docent gaat in de volgende dia in op de betekenis aan de hand van beeldbronnen. De docent blijft altijd positief ook als het antwoord niet goed is.

De Leerling:
- De leerlingen geven antwoord op de vraag na hun vinger in de lucht te hebben gestoken en de beurt van de docent gekregen te hebben. Ze moeten de kennis van de vorige les terughalen. 

Doel:
- Herhalen en controleren of de behandelde stof van vorige week ook is blijven hangen.

Mijn visie op geschiedenisonderwijs:
- In de geschiedenislessen moet je de stof blijven herhalen om zo de stof in de langetermijngeheugen te krijgen bij de leerlingen. 

Welke oorzaken hoort bij welke afbeelding? En waarom?
De Duitse vlag tijdens WOI
Spotprent van de Duitse keizer Wilhelm II, die wilde meetellen in de wereld (Italiaanse spotprent 1915)  
Twee kinderen in een soldaten uniform.
Luister! Luister! De honden blaffen!!
In 1898 voerde Wilhelm II de Vlootwet in (militaire vloot vergroten, afb.1). Als reactie ging Engeland ook hun militaire vloot vergroten (afb. 2).

Slide 4 - Tekstslide

De docent:
De docent gaat hier met name een begeleidende rol aannemen. Wat namelijk de bedoeling is, is dat de docent de gestelde vraag op de dia gaat voorlezen en daarna de leerlingen even(2 min) de tijd gunt om kort op te schrijven welk begrip bij welk plaatje hoort en waarom. 

De leerlingen:
- De leerlingen gaan in 2 tallen (met alleen hun buurman/vrouw) overleggen welk begrip bij welk plaatje hoort en waarom.  Dit moeten de leerlingen opschrijven. Als de docent een duo vraagt uit te leggen welk begrip bij een bepaalt plaatje hoort, geven de leerlingen hier antwoord op. De docent vraagt dan of iedereen hier mee eens is en speelt hierop in.

Doel:
- Het herhalen van de kennis uit de vorige les om het zo in de langetermijngeheugen te krijgen.

Visie op geschiedenisonderwijs:
- Leerlingen die in Mavo4 klassen hebben behoefte aan veel beeldend materiaal. Door aan de hand van deze beelden de begrippen: Nationalisme(vlag Duitsland), Militarisme(de jongens in uniform), Wapenwedloop(de oorlogsvloot), modern imperialisme(spotprent) en bondgenootschappen(de kaart), uit te leggen, probeer ik de leerlingen een beeld te geven wat de begrippen inhouden. Hierdoor ben ik van mening dat leerlingen makkelijker de begrippen kunnen onthouden. 
De kaart van Europa 1914

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1914
Gavrilo Princip in de gevangenis, na de aanslag op Franz-Ferdinand

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Versla deze gestoorde bruut. Vecht mee in het Amerikaanse leger
" "Britten willen jou" 
Sluit je aan bij het leger van je land! God bescherme de koning" 
"Ik wil jou voor in het Amerikaanse leger. Meld je nu aan"-Uncle Sam

Slide 7 - Tekstslide

De docent:
- De docent zegt tegen de leerlingen dat als ze naar deze posters kijken ze naar propaganda posters kijken. Vervolgens vraagt de docent aan een paar leerlingen of ze weten wat propaganda is. Zo ja, dan vraagt de docent of ze de eerste poster dan willen verklaren. Zo niet dan legt de docent na 3 leerlingen gevraagd te hebben het begrip uit. De docent zegt dat ze dit begrip in hun schrift moeten schrijven. Dan vraagt de docent aan de leerlingen waar ze denken dat deze posters voor gemaakt zijn? En vervolgens hoe ze dat zien? Welke beeld wordt op de eerste poster geschetst van de vijand?  

De Leerlingen:
- De leerlingen doen actief mee en geven antwoord op de vragen van de docent. Ze maken ondertussen aantekeningen en geven hun visie op de posters.

Doel:
-Aan de hand van beeldbronnen een begrip kunnen herkennen en verklaren.

Visie op geschiedenisonderwijs:
- Aan de hand van een activerende werkhouding(leerling bij de les betrekken) de stof laten onthouden.
- Vaardigheden van de leerlingen trainen(bronnen analyseren etc.)
"De god die ijzer liet groeien. Hij wilde geen bedienden. Dus gaf hij sabel, zwaard en speer.
De man in zijn rechten."
De eerste vier zinnen uit het "Vaterlandslied"
"Jou Vaderland is in gevaar. Meld je!"

Slide 8 - Tekstslide

De docent:
- De docent zegt tegen de leerlingen dat als ze naar deze posters kijken ze naar propaganda posters kijken. Vervolgens vraagt de docent aan een paar leerlingen of ze weten wat propaganda is. Zo ja, dan vraagt de docent of ze de eerste poster dan willen verklaren. Zo niet dan legt de docent na 3 leerlingen gevraagd te hebben het begrip uit. De docent zegt dat ze dit begrip in hun schrift moeten schrijven. Dan vraagt de docent aan de leerlingen waar ze denken dat deze posters voor gemaakt zijn? En vervolgens hoe ze dat zien? 

De Leerlingen:
- De leerlingen doen actief mee en geven antwoord op de vragen van de docent. Ze maken ondertussen aantekeningen en geven hun visie op de posters.

Doel:
-Aan de hand van beeldbronnen een begrip kunnen herkennen en verklaren.

Visie op geschiedenisonderwijs:
- Aan de hand van een activerende werkhouding(leerling bij de les betrekken) de stof laten onthouden.
- Vaardigheden van de leerlingen trainen(bronnen analyseren etc.)
"Ein fischer, fröhlichen krieg"
"Met kerst zijn we weer thuis"

Slide 9 - Tekstslide

De docent:
- De docent vertelt dat de soldaten die gingen vechten dachten dat ze met de kerst weer thuis zouden zijn. En de Duisters, Fransen en Engelsen hadden wel zin in oorlogje spelen (Ein fischer, fröhlichen krieg)

De leerlingen:
- De leerlingen luisteren naar de docent en maken zo nodig aantekeningen

Doel:
- Het verhaal van de WOI iets interessanter maken voor de leerlingen door quotes te gebruiken.  De leerlingen motiveren.

Visie op geschiedenisonderwijs:
- Geschiedenis levend brengen door quotes te gebruiken. --> Leerlingen motiveren

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De strijd begint ....
De Eerste Wereldoorlog (1914-1918)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar het werd een oorlog die nog 4 jaar lang zou duren

Slide 13 - Tekstslide

De docent:
- De docent laat de leerlingen beseffen dat de oorlog veel langer duurde dan dat de soldaten in eerste instantie dachten. 

De leerlingen:
- Luisteren naar de docent

Doel:
- Laten beseffen dat de oorlog in niet zo lang had moeten duren volgens de oorlogvoerende landen.

Visie op geschiedenisonderwijs:
- NVT

Slide 14 - Video

De docent:
- De docent zegt tegen de leerlingen nog voor de oorlog uitbrak Duitsland een oorlogsplan opgericht. Dit plan wordt ook wel het Von Schlieffenplan genoemd. Dan zegt de docent tegen de leerlingen dat ze onder het kijken van het filmpje 5 vragen moeten beantwoorden, namelijk:
1: Wanneer is het plan opgesteld?
2: Wie heeft het plan opgesteld?
3: Wat houd het plan in? (Wat is de bedoeling van het plan?) 
4: Waar moet het plan uitgevoerd worden?
5: Wat heeft het plan opgeleverd?
Dit bespreekt de docent dan kort door een paar leerlingen aan te wijzen en te vragen wat zij hebben opgeschreven  

De leerlingen:
- De leerlingen gaan kijken naar het filmpje en zoeken de antwoorden op. Die schrijven ze onder de overgenomen vragen op. Na het filmpje geven de aangewezen personen antwoord op de gestelde vragen.

Doel:
- Kennis over Von Schlieffenplan aan de leerlingen te geven. Deze informatie moeten ze aan de hand van de opdracht verwerken en makkelijker kunnen onthouden.

Visie op geschiedenisonderwijs:
Aan de hand van filmpjes en activerende leselementen de leerlingen de stof overbrengen(geen droge tekst). 
Filmfragment War Horse
Situatie aan het front

Slide 15 - Tekstslide

De docent:
- Maakt een overstap naar de situatie die zich voordoet in de loopgraven. De docent zegt dat ze naar zo naar een kort fragment uit de film War Horse gaan kijken. In het fragment wordt een goed beeld geschetst hoe het in de loopgraven eraan toe kan gaan. De docent geeft vervolgens de opdracht goed op te letten welke emoties en gevoelens de leerlingen zien bij de soldaten die vechten en in welke omstandigheden ze moeten vechten(hoe ziet hun werkterrein eruit?).   
De leerlingen:
- De leerlingen luisteren naar de docent en stellen vragen als er nog iets onduidelijk is.
Doel:
- De leerlingen duidelijk maken aan de hand van beeldmateriaal onder welke (emotionele) omstandigheden de soldaten moeten vechten. Ook krijgen de leerlingen op deze manier een goed beeld van hoe het eraan toe ging aan het front.
Visie op geschiedenisonderwijs:
- Aan de hand van beeldmateriaal de aandacht van leerlingen te prikkelen en zo de leerlingen motiveren en enthousiasmeren voor het vak geschiedenis en de Eerste Wereldoorlog.

Slide 16 - Video

De docent:
- Maakt een overstap naar de situatie die zich voordoet in de loopgraven. De docent zegt dat ze naar zo naar een kort fragment uit de film War Horse gaan kijken. In het fragment wordt een goed beeld geschetst hoe het in de loopgraven eraan toe kan gaan. De docent geeft vervolgens de opdracht goed op te letten welke emoties en gevoelens de leerlingen zien bij de soldaten die vechten en in welke omstandigheden ze moeten vechten(hoe ziet hun werkterrein eruit?).

De leerlingen:
- De leerlingen luisteren naar de docent en stellen vragen als er nog iets onduidelijk is.

Doel:
- De leerlingen duidelijk maken aan de hand van beeldmateriaal onder welke (emotionele) omstandigheden de soldaten moeten vechten. Ook krijgen de leerlingen op deze manier een goed beeld van hoe het eraan toe ging aan het front.

Visie op geschiedenisonderwijs:
- Aan de hand van beeldmateriaal de aandacht van leerlingen te prikkelen en zo de leerlingen motiveren en enthousiasmeren voor het vak geschiedenis en de Eerste Wereldoorlog.
Met dit filmfragment in je gedachten. 
Welk beeld staat je het meeste bij? En waarom?

Slide 17 - Tekstslide

De docent:
De docent gaat een gesprek aan met de klas. Aan de hand van de vraag die op dia staat probeert de docent een gesprek te starten om zo de kennis van de stof door de leerlingen te laten verwerken.

De leerlingen:


Doel:


Visie op geschiedenisonderwijs:


Kijk naar de afbeelding. 
Welke nieuwe wapens werden voor het eerst gebruikt in de WOI?

Slide 18 - Tekstslide

De docent:
De docent vraagt de gestelde vraag in de dia aan de leerlingen en laat ze hun antwoord uitleggen. Dan gaat de docent over tot de volgende dia.

De leerlingen:
Leerlingen geven antwoord op de gestelde vraag. 

Doel:
Beelden kunnen analyseren en vervolgens een antwoord kunnen geven op de vraag.

Visie op geschiedenisonderwijs:
Aan de hand van beeldmateriaal de uitleg geven(leerlingen met het antwoord laten komen i.p.v. dat de docent dat doet)

Welke nieuwe middelen die voor het eerste in de WOI gebruikt zijn zie je hier?

Slide 19 - Tekstslide

De docent: 
De docent vraagt de gestelde vraag in de dia aan de leerlingen en laat ze hun antwoord uitleggen. Dan gaat de docent over tot de volgende dia. 
De leerlingen:
Leerlingen geven antwoord op de gestelde vraag.
Doel:
Beelden kunnen analyseren en vervolgens een antwoord kunnen geven op de vraag.
Visie op geschiedenisonderwijs:
Aan de hand van beeldmateriaal de uitleg geven(leerlingen met het antwoord laten komen i.p.v. dat de docent dat doet)

Slide 20 - Tekstslide

De docent:
De docent vraagt de gestelde vraag in de dia aan de leerlingen en laat ze hun antwoord uitleggen. Dan gaat de docent over tot de volgende dia.
De leerlingen:
Leerlingen geven antwoord op de gestelde vraag.
Doel:
Beelden kunnen analyseren en vervolgens een antwoord kunnen geven op de vraag.
Visie op geschiedenisonderwijs:
Aan de hand van beeldmateriaal de uitleg geven(leerlingen met het antwoord laten komen i.p.v. dat de docent dat doet)

Slide 21 - Video

Als de tijdsnood ontstaat kan de docent dit filmpje overslaan
De docent:
Laat het filmpje zien om te laten zien hoe het gifgas in WOI gebruikt werd.

De leerlingen:
Kijken het filmpje

Doel:
Een beeld schetsen hoe de gifgasaanvallen plaatsvonden en wat van impact het kan hebben op de strijdende soldaten

Visie op geschiedenisonderwijs:
- Aan de hand van beeldmateriaal kennis overbrengen(activerende werkwijze)
Een Totale Oorlog
Nieuwe uniformen, nieuwe wapens en nieuwe munitie
Nodig:
Ook nodig:
- Voedsel voor soldaten aan het front en de bevolking
- Verplegers en doctoren voor gewonde soldaten aan het front
Hoe moeten we dit produceren? Terwijl bijna iedere arbeider aan het vechten is in het leger?

Slide 22 - Tekstslide

De docent:
- Geeft korte instructie dat er om de oorlog door te laten gaan veel materiaal nodig was. Wat er onder andere nodig was.... (zie dia rest) Dan stelt de docent de vraag die gesteld is onder in de dia en gaat vervolgens op het antwoord door totdat het antwoord op de vraag is gekomen wat een totale oorlog is. 

De leerlingen:
- Doen wat de docent opdraagt. (antwoord geven op de vragen, meedenken om tot een oplossing te komen).  

Doel:
- Leerlingen een antwoord laten genereren op de vraag wat een totale oorlog is. Dit door eerste te kijken hoe je het probleem(zie dia) oplost en dan de stap te maken naar de betekenis van het begrip Totale oorlog.

Visie op geschiedenisonderwijs:
- Stof en antwoorden uit de leerlingen laten komen i.p.v. uit de docent.


Onbeperkte Duikbotenoorlog
1915/1917




De Duitsers probeerden met de Onbeperkte Duikbotenoorlog alle schepen  tot zinken te brengen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onbeperkte Duikbotenoorlog
Onbeperkte duikbotenoorlog = Duitsland valt alle schepen aan die vijanden bevoorraadden ook van neutrale landen!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onbeperkte duikbotenoorlog
Zimmerman-telegram
De VS neemt deel aan de oorlog

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat was het ''Von Schlieffenplan"?

A
Tweefrontenoorlog voorkomen door BE/FA eerst aan te vallen.
B
Tweefrontenoorlog veroorzaken door FA en RUS tegelijk aan te vallen.
C
Tweefrontenoorlog voorkomen door RUS eerst aan te vallen.
D
Noord, zuid, oost, west-front aanvallen: vierfrontenoorlog.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het grote gevaar
voor de Centralen?
A
Loopgraven
B
Tweefrontenoorlog
C
Mobilisatie
D
Ultimatum

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nationalisme is:
A
Een eigen staat voor je land willen.
B
Een grote liefde hebben voor je eigen volk.
C
Een leger hebben om je eigen volk te verdedigen.
D
Niet zwakker willen zijn dan andere volken.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zorgde nationalisme
voor militarisme?
Nationalisme.
A
Sommige landen worden groter
B
Landen willen laten zien hoe sterk ze zijn
C
Het uiteenvallen van landen
D
Het bijeenkomen van landen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de wapenwedloop een directe of een indirecte oorzaak van WOI?
A
Directe oorzaak
B
Indirecte oorzaak

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen voorbeeld van de wapenwedloop die leidde tot de Eerste Wereldoorlog?
A
De Duitse en Engelse fabrieken maakten zoveel mogelijk wapens om hun spierballen te tonen.
B
Oorlogsvoertuigen zoals tanks en vliegtuigen werden uitgevonden en verder ontwikkeld.
C
Britse soldaten kregen shellshock door vreselijke ervaringen en gebruik van gifgas.
D
De Duitsers gingen op zee de strijd aan met de Britten, met duikboten en torpedo's.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een totale oorlog is een oorlog
A
Waarbij veel landen zijn betrokken.
B
Waarbij de hele samenleving betrokken is
C
Waarin zowel te land als ter zee wordt gevochten.
D
Waarin veel soldaten sneuvelen.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies