havo 3 samentrekking
1 / 17
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Is de samentrekking juist of onjuist?
Alice maakte de bedden op en daarna het ontbijt klaar.
Alice maakte de bedden op en daarna het ontbijt klaar.
A
juist
B
onjuist
Slide 2 - Quizvraag
Veel sporters vonden het benauwd in de sporthal en wilden enkele deuren openzetten.
De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.
De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Video
Sinterklaas had acht bier en een mijter op.
A
foutieve samentrekking
B
goede samentrekking
Slide 5 - Quizvraag
De docent leidde het nieuwe onderwerp in en de leerlingen om de tuin.
Tekst
A
foutieve samentrekking
(grammaticaal verschil)
B
goede samentrekking
C
foutieve samentrekking
(betekenisverschil)
D
geen samentrekking
Slide 6 - Quizvraag
In de toetsweek worden er lange en korte toetsen afgenomen.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking
Slide 7 - Quizvraag
Jouw idee in de ideeënbus vond de jury het origineelste en zal spoedig gerealiseerd worden.
A
foutieve samentrekking
B
goede samentrekking
Slide 8 - Quizvraag
De Eerste Kamer heeft de wet aangenomen en geldt vanaf 1 januari.
A
Juiste samentrekking
B
onjuiste samentrekking
Slide 9 - Quizvraag
Jouw idee in de ideeënbus vond de jury het origineelste en zal spoedig gerealiseerd worden.
A
foutieve samentrekking
B
samentrekking
Slide 10 - Quizvraag
Ik moet en zal slagen dit jaar, want ik wil echt niet blijven zitten in klas 3.
A
geen samentrekking
B
foutieve samentrekking
C
goede samentrekking
Slide 11 - Quizvraag
Is de volgende zin een samentrekking?
'Marc zit op voetbal en Faisal ook.'
'Marc zit op voetbal en Faisal ook.'
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quizvraag
Hij werd niet goed en werd naar huis gebracht.
A
goede zin
B
foutieve samentrekking
Slide 13 - Quizvraag
Is de samentrekking juist of onjuist?
Alice maakte de bedden op en daarna het ontbijt klaar.
Alice maakte de bedden op en daarna het ontbijt klaar.
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Welke foutieve samentrekking?
''Zijn broek kostte tachtig euro, maar vind ik niet mooi.''
''Zijn broek kostte tachtig euro, maar vind ik niet mooi.''
A
Verschil in grammaticale functie
B
Verschil in getal
C
Verschil in betekenis
Slide 15 - Quizvraag
Is de samentrekking juist of onjuist?
Het huiswerk was niet moeilijk en heb ik onder de les al afgemaakt.
Het huiswerk was niet moeilijk en heb ik onder de les al afgemaakt.
A
juist
B
onjuist
