techniek

voorkennis gereedschapsleer 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

voorkennis gereedschapsleer 

Slide 1 - Tekstslide

Dit is een zijkniptang, met deze tang knippen we draden door.
A
B
C
D

Slide 2 - Quizvraag

Dit is een platbektang, om dingen mee vast te pakken
A
B
C
D

Slide 3 - Quizvraag

Dit is een striptang, met deze tang haal je de mantel (buitenste kunststof laag) van elektriciteiten draden af.
A
B
C
D

Slide 4 - Quizvraag

Welke zaag is een schrobzaag
A
B
C
D

Slide 5 - Quizvraag

Welke zaag is een kapzaag
A
B
C
D

Slide 6 - Quizvraag

Welke zaag is een ijzerzaag
A
B
C
D

Slide 7 - Quizvraag

Hoe noem je het bakje die je bij
een kapzaag kunt gebruiken
A
zaagbak
B
kapverstekbakje
C
verstekbak
D
kapzaagbak

Slide 8 - Quizvraag

Voordeel van een invalzaag
1 met een liniaal zaag je mooi recht
2 kunt erg precies zagen
3 zaagt vrijwel splinter vrij
A
1 is juist
B
2 is juist
C
3 is juist
D
allen zijn juist

Slide 9 - Quizvraag

Sleep de naam van het onderdeel van de lijmklem naar het goede vlak
handvat
spanarm

Slide 10 - Sleepvraag

Deze klem noemen we ook wel een ...
A
snelspanner
B
lijmklem
C
boormachine klem
D
veerklem

Slide 11 - Quizvraag

Deze klem noemen we ook wel een ...
A
snelspanner
B
lijmklem
C
boormachine klem
D
veerklem

Slide 12 - Quizvraag

Hoe heet deze hamer
A
klauwhamer
B
timmermanshamer
C
moker
D
bankhamer

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heet deze hamer
A
klauwhamer
B
timmermanshamer
C
moker
D
bankhamer

Slide 14 - Quizvraag

bij het aftekenen van een boorgat teken je geen rondje, maar een kruisje
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Om in metaal te boren sla je eerst een deuk in het metaal met een centerpons
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Bij het boren kan de boor oververhit raken.
meerdere antwoorden zijn juist. om er voor te zorgen dat dit niet gebeurd
A
door de boor op en neer te bewegen
B
door op de boor te blazen
C
door de boor te koelen in bijv. water
D
door met de boor te zwaaien

Slide 17 - Quizvraag

De boor op de afbeelding heeft
een verdikte vleugel op de punt,
dit is een
A
houtboor
B
metaalboor
C
speedboor
D
steenboor

Slide 18 - Quizvraag

De boor op de afbeelding heeft een
dunne spitse punt,
dit is een
A
houtboor
B
metaalboor
C
speedboor
D
steenboor

Slide 19 - Quizvraag

Hoe noemen we deze boor
A
gatenboor
B
gatenzaag
C
grote boor
D
grote gaten boor

Slide 20 - Quizvraag

Een laag toerental op de elektrische schroef machine zorgt voor, betere controle over de schroef bijv. weten dat je niet te diep schroeft
A
eens
B
oneens

Slide 21 - Quizvraag

Deze schroevendraaier heet
A
sleufschroefdraaier
B
kruiskopschroefdraaier
C
torxschroefdraaier
D
spanningzoeker

Slide 22 - Quizvraag

Deze schroevendraaier heet
A
sleufschroefdraaier
B
kruiskopschroefdraaier
C
torxschroefdraaier
D
spanningzoeker

Slide 23 - Quizvraag

Welke schroef hoort bij welk plaatje 
Torx
PH
PZ

Slide 24 - Sleepvraag

Met een schrijfhaak
A
kun je 90 graden hoeken aftekenen en controleren
B
kun je rechterlijnen aftekenen
C
kun je 45 graden hoeken aftekenen en controleren
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 25 - Quizvraag

welke korrel hoort bij wel schuurpapier
fijn schuurpapier
zeer fijn schuurpapier
grof schuurpapier
korrel 60
korrel 120
korrel 240

Slide 26 - Sleepvraag

Als je schuurt doe je dat


* houtnerf zijn de lijnen in het hout
A
met de houtnerf mee
B
tegen de houtnerf in

Slide 27 - Quizvraag

Als je schuurt ga je van fijn naar grof om het beste resultaat te krijgen
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Een bandschuurmachine gebruik je om
grote oppervlakten te schuren.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag