- Zorg dat je de verschillen tussen landen kent
Op het Aardrijkskunde examen VMBO worden onderwerpen besproken die op meerdere landen van toepassing zijn. Zorg dat je de verschillen tussen landen kent. Nederland heeft bijvoorbeeld een ander klimaat dan Spanje. Kijk goed welke landen er naast elkaar worden gezet en zorg dat je de verschillen tussen landen kunt uitleggen.
- Zorg dat je de weerelementen en klimaten kent
Op het examen moet je de verschillende klimaten kennen. Tropische regenklimaten, zeeklimaten, droge klimaten, landklimaten en sneeuw- en ijsklimaten: je moet ze allemaal kennen. Je moet weten waar ze voorkomen en wat de eigenschappen van deze klimaten zijn. Daarnaast moet je de verschillende weerelementen kennen. De weerelementen zijn temperatuur, neerslag, luchtdruk, wind en bewolking. Deze moet je kunnen herkennen.