Laatste herhaling toetsweek

STAATSINRICHTING
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

STAATSINRICHTING

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen
Pacificatie van 1917
Kiesdeler
disctrictenstelsel vs stelsel van evenredige vertegenwoordiging
Spel

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Problemen in de 19e eeuw: 
De sociale kwestie 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schoolstrijd

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgelost in de Pacificatie van 1917
  • actief kiesrecht voor mannen
  • passief kiesrecht vrouwen
  • gelijkstelling onderwijs
  • Stelsel van evenredige vertegenwoordiging

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van de Pacificatie
  • Van districtenstelsel (1848-1917) naar evenredige vertegenwoordiging (1917-NU).

  • Liberalen buiten spel gezet.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhoudingen politieke stromingen vóór en na de Pacificatie van 1917 -> wat is veranderd? Hoe komt dit?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kiesdeler

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kiesdeler = aantal behaalde stemmen / 150 zetels

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KIESDELER
  • Aantal stemmen : 150 = Kiesdeler
  • Kiesdeler is het aantal stemmen dat je nodig hebt voor één zetel
  • 10.516.041 : 150 = 70.106 141
  • Aantal zetels partij * kiesdeler = aantal stemmen op partij

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitslag en dan?





Stemmen worden geteld en op grond van de kiesdeler aan partijen toegekend


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugkoppeling
Pacificatie van 1917


Kiesdeler


Districtenstelsel vs evenredige vertegenwoordiging

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Tijd voor een spel!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanpak
Vorm een duo met iemand.
1 vd 2 logt in in lessonup en samen proberen jullie de rest te 
verslaan

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een invulopdracht over een nieuwe grondwet.
Kies telkens uit de twee mogelijkheden en sleep ze naar de juiste plek.

In het jaar              werd in Nederland een nieuwe grondwet gemaakt.
De opdracht voor de nieuwe grondwet werd gegeven door koning                       .
De nieuwe grondwet was vooral een wens van de                     . 
1848
1852
Willem III
Willem II
Liberalen
Socialisten

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hieronder staan drie uitgangspunten van politieke groeperingen rond
1900 en vier groeperingen.
Geef per uitgangspunt aan welke groepering erbij hoort. 
Let op! Er blijft één groepering over.
Ze komen op de arbeiders en willen zorgen voor betere woon-en werkomstandigheden
De Bijbel is de basis voor alle politieke standpunten en ideeën.
De vrijheid van het individu is heel belangrijk en daarom moet de rol
van de overheid beperkt zijn.
confessionelen
feministen
liberalen
socialisten

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Staat
Aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw waren de leefomstandigheden voor veel mensen slecht. De onderstaande foto laat één van de problemen zien waar mensen mee te maken kregen.

➤Welk probleem laat de foto zien?
Gebruik de bron

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Stel, je doet een onderzoek naar de herziening van de verzorgings-
staat. Jouw onderzoeksvraag is: ‘Waarom besloot de 
overheid in de jaren tachtig de verzorgingsstaat te herzien?’
➤Welke bron is voor jouw onderzoek het meest bruikbaar? Verklaar je antwoord.
Doe het zo:
Bron ... (schrijf het nummer op) is het meest bruikbaar voor mijn onderzoek, omdat ... (schrijf een verklaring op).
Gebruik de bron

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Aan het einde van de 19e eeuw werd verschillend gedacht over de manier waarop de armoede bestreden moest worden.

➤Leg uit op welke wijze de socialisten de armoede wilden bestrijden. Gebruik daarvoor de volgende drie begrippen: algemeen kiesrecht, politieke macht en sociale wetten.

Je mag meer dan één zin gebruiken.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


De tekenaar heeft de personen niet gelijkwaardig afgebeeld.  
➤Geef twee voorbeelden waaruit dat blijkt.

Doe het zo:
voorbeeld 1: ...
voorbeeld 2: ...
Gebruik de bron

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hieronder staan vier stromingen die aan het eind van de 19e en aan het begin van de 20e eeuw een belangrijke rol speelden.

➤Geef van elke afbeelding aan bij welke stroming deze hoort. Sleep hiervoor de stroming naar de afbeelding.
Let op: er blijft één stroming over.
katholicisme
protestantisme
socialisme
liberalisme

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


➤Welke conclusie naar aanleiding van de bron is juist?
Gebruik de bron
A
Alle uitgaven zijn in iedere periode procentueel steeds toegenomen.
B
Een steeds groter deel van de overheidsuitgaven wordt besteed aan de verzorgingsstaat.
C
Tussen 1950 en 1988 zijn uitgaven voor sociale zaken procentueel minder snel gestegen dan die voor volkshuisvesting.
D
Vanaf 1980 wordt door de regering bezuinigd op bestaande sociale voorzieningen.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Een uitspraak over de opbouw van de verzorgingsstaat in Nederland na 1945:

De overheid wilde de bevolking belonen voor de heldhaftige houding tijdens de oorlog.

➤Deze uitspraak is:
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


➤Wat wil de schrijver van het versje op een spottende manier 
duidelijk maken?
Gebruik de bron
A
dat alleen de dood mensen uit hun armoede verlost
B
dat alleen het geloof in God mensen weer gezond maakt
C
dat arme mensen alleen maar in zichzelf geloven

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


 ➤Wie zullen het vooral met de inhoud van deze toespraak eens zijn geweest?

Gebruik de bron
A
de armen en de liberalen
B
de armen en de socialisten
C
de rijken en de liberalen
D
de rijken en de socialisten

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


➤Over welk doel van deze vakabond gaat de tekening?
Gebruik de bron
A
meer woningen
B
hogere lonen
C
veiligheid in de fabriek
D
kortere werkdagen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer werd Nederland het Koninkrijk der Nederlanden?
A
1800
B
1820
C
1815
D
1825

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Socialisten vinden ................... het allerbelangrijkste:
A
gelijkheid
B
vrijheid
C
veiligheid
D
vrije tijd

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het kinderwetje van Van Houten gaat over:
A
leerplicht
B
verbod op kinderarbeid
C
je mocht maar 2 kinderen krijgen
D
toeslag voor ouders met kinderen.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de Tweede Wereldoorlog vond er een rechtszaak plaats tegen een communist. De rechter zei op een bepaald moment: “IK bepaal welke wet hier geldt. IK maak hier de wet.”


Speelt deze rechtszaak zich af binnen een dictatuur of binnen een rechtsstaat? En is er sprake van scheiding van de machten of niet?


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De rechtszaak speelt zich af
A
binnen een dictatuur, want er is geen scheiding van de machten.
B
binnen een dictatuur, want er is wel scheiding van de machten.
C
binnen een rechtsstaat, want er is geen scheiding van de machten.
D
binnen een rechtsstaat, want er is wel scheiding van de machten.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trias Politica betekent ...
A
alleenheerschappij
B
scheiding der machten
C
vrijheid
D
Montesquieu

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies




Volgens de Trias Politica heeft één iemand de macht.
Volgens de Trias Politica heeft één iemand de macht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Pagina 169 (conceptboek)
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Minister of 2e kamerlid dient wetsvoorstel in
De 2e kamer stemt over het wetsvoorstel
De 1e kamer stemt over het wetsvoorstel
De koning ondertekent de wet
Minister ondertekent de wet

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mijn kiezers worden ook wel
'kleine luyden' genoemd
A
Troelstra
B
Thorbecke
C
Schaepman
D
Kuyper

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sociale wetgeving staat bovenaan mijn 'to do' lijstje
A
Thorbecke
B
Schaepman
C
Troelstra
D
Kuyper

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Thorbecke
B
Troelstra
C
Schaepman
D
Kuyper

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Troelstra
B
Kuyper
C
Thorbecke
D
Schaepman

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Caoutchouc artikel heeft als gevolg dat:
A
Iedereen mag stemmen
B
Alle mannen mogen stemmen
C
De kiesdrempel steeds lager wordt
D
Er rubber ingevoerd wordt vanuit Indie

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke rechten hebben zowel de Eerste als de Tweede Kamer?
A
recht van enquête recht van begroting
B
recht van initiatief recht van begroting
C
recht van amendement recht van enquête
D
recht van amendement recht van initiatief

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Recht van amendement
A
Recht om een wetsvoorstel te wijzigen
B
Recht om zelf een wetsvoorstel in te dienen.

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is géén taak van de Eerste Kamer?
A
Recht van budget
B
Recht van enquete
C
recht van amendement
D
recht van interpellatie

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

bescherming tegen een machtige overheid
Bescherming door de overheid
Als jezelf gaat stemmen
Als je verkiesbaar bent
De inrichting van het bestuur en van een staat (land) en zijn onderdanen.
Klassieke grondrechten 
Sociale grondrechten  
Actief kiesrecht 
Passief kiesrecht 
Staatsinrichting 

Slide 43 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Orden onderstaande grondrechten.
Klassieke grondrechten
sociale grondrechten
Vrijheid van meningsuiting
Recht op werk
recht op gelijke behandeling
recht op bewoonbaar land
recht op gezondheidszorg
godsdienstvrijheid

Slide 44 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Orden onderstaande grondrechten.
Klassieke grondrechten
sociale grondrechten
vrijheid van onderwijs
Recht op onderwijs
Privacy : recht op briefgeheim
recht op rechtsbijstand
recht op werk
vrijheid van vereniging

Slide 45 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Winnaar is?

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De minister-president is tevreden, want twee grote conflicten zijn opgelost en iedereen heeft zijn zin gekregen. Hij deelde als het ware cadeautjes uit.

De leider van de protestanten is blij met zijn ‘cadeau’: voortaan betaalt de overheid ook het bijzonder onderwijs.
Op dit cadeau staat ‘bijz. school’.
De socialisten zijn erg blij met de Pacificatie van 1917.
Aletta Jacobs is verdrietig, want 
zij krijgt niet wat ze wilde hebben.
1
2
3
4
5

Slide 47 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies