In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Wat gaan we doen?
Herhalen 3.2 met lessonup
Afmaken 3.2
Slide 1 - Tekstslide
Doelen §3.2
Weten wat arbeid is
Weten wat vermogen is
Relatie arbeid, vermogen en energie
Rekenen met het arbeid en vermogen
Slide 2 - Tekstslide
Als iets arbeid verricht dan moet er
A
een afstand worden afgelegd
B
een kracht zijn
C
een kracht zijn en een afstand worden afgelegd
D
een sterke kerel zijn
Slide 3 - Quizvraag
De formule voor arbeid is...
A
W = Δ E x k
B
W = m x g x h
C
W = P x t
D
W = F x s
Slide 4 - Quizvraag
Bereken het vermogen in kiloWatt als het vermogen 250 W is.
A
250 000 kW
B
0,250 kW
C
2,5 kW
D
25 kW
Slide 5 - Quizvraag
Bereken de hoeveelheid arbeid die deze man verricht heeft.
Slide 6 - Open vraag
Het symbool van vermogen is ........ en de eenheid van vermogen is .........
A
P en W
B
U en V
C
I en A
D
P en mA
Slide 7 - Quizvraag
Een liftmotor ontvangt een elektrisch vermogen van 1500 W. Door de liftcabine op te hijsen in een tijd van 20 seconden verricht de motor een arbeid. Bereken hoe groot de verrichtte arbeid is.
Slide 8 - Open vraag
Wat is de eenheid van Arbeid
A
N
B
m
C
J
D
W
Slide 9 - Quizvraag
Een bouwlamp heeft een vermogen van 150 W. Bereken de energie die de bouwlamp verbruikt als hij 8 uur brandt. Energie = vermogen x tijd (let op het vermogen moet kW zijn! Dus eerst omrekenen)
Slide 10 - Open vraag
Arbeid
Arbeid is de hoeveelheid energie die je aan een voorwerp geeft door het met een kracht over een afstand te verplaatsen.