DEF@ctO NL | A2>B1 | les 10 | docent

Nieuw logo
A2 > B1 docentenles 10
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2HBOStudiejaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nieuw logo
A2 > B1 docentenles 10

Slide 1 - Tekstslide

Bezoek ook eens onze website
Hoe gaat het met je?

Slide 2 - Tekstslide

Laat de studenten antwoorden in een hele zin.

Bron plaatje.
Vul de gatentekst in met de woorden van deze les.

Slide 3 - Tekstslide

Laat de studenten de gatentekst invullen.

Je hebt ontdekt wat jij mag eten en drinken. 
Vertel wat de resultaten van jouw test waren.
Had je deze uitkomst verwacht?
Wat wil je aanpassen in jouw voedingspatroon?

Slide 4 - Tekstslide

De studenten deden de voedingstest.
Bespreek de uitkomst van de test.
Oefenen - Lees en schrijf! Algemeen 
                    Gezondheid 1-3
Hoe ging het oefenen?

Slide 5 - Tekstslide

Bespreek hoe de oefeningen zijn gegaan. Heeft iedereen de oefeningen gemaakt? Vonden ze het gemakkelijk / moeilijk.
Open oefeningen die nog niet goed zijn gegaan en maak deze samen (scherm delen).

Groente en fruit zijn goed voor je.

Slide 6 - Tekstslide

Bekijk de video en beantwoord op de volgende dia de vraag.

Waarom zijn groente en fruit goed voor je?

Slide 7 - Open vraag

Antwoorden:
1. minder kans op problemen met je hart.
2. goed voor je bloeddruk.
3. je wordt er niet dik van.
4. je kan makkelijker naar de wc.
Vezels

Slide 8 - Tekstslide

Bekijk de video en beantwoord op de volgende dia de vraag.

Wat zijn vezels?

Slide 9 - Open vraag

Antwoord: de harde stukjes/draadjes in groente en fruit.
Vitamines en mineralen

Slide 10 - Tekstslide

Bekijk de video en beantwoord op de volgende dia de vraag.

Wat zit nog meer in groente en fruit?
Waar hebben we dat voor nodig?

Slide 11 - Open vraag

Antwoord: vitamines en mineralen.
We hebben dat nodig om gezond te blijven. 
Kook jij vaak?
Gebruik je dan een recept?
Hoe heet het recept dat jij in de les hebt beschreven?
 recepten

Slide 12 - Tekstslide

Bespreek de vragen.
Presenteer jouw recept.
 recepten

Slide 13 - Tekstslide

In deel B schreven de studenten zelf een recept. Verzamel de recepten uit LessonUp en laat ze door de studenten presenteren.
Maak nieuwe woorden met de letters van 'vruchtensapje'.

Slide 14 - Woordweb

De cursisten schrijven zoveel mogelijk woorden met de letters van 'vruchtensapje'.
In de les heb je geoefend met gebiedende wijs.
Heb je hier vragen over?
Vond je dit lastig?

Slide 15 - Tekstslide

Inventariseer of de studenten de gebiedende wijs makkelijk/moeilijk vonden. Hierna ga je hiermee oefenen.

Waar zie je de gebiedende wijs?
A
Ik moet de keuken poetsen!
B
Ga jij de keuken poetsen?
C
Ga de keuken poetsen!
D
Ik ga de keuken poetsen!

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Waar zie je de gebiedende wijs?
A
Ik mag een beetje doorlopen.
B
Je mag een beetje doorlopen.
C
Loop je een beetje door?
D
Loop eens een beetje door.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Maak van de zin een gebiedende zin
Je moet je mond houden!

Slide 18 - Open vraag

Antwoord: houd je mond!

Maak van de zin een gebiedende zin
Kunt u dat nog eens herhalen?

Slide 19 - Open vraag

Antwoord: herhaal dat nog eens!

Maak van de zin een gebiedende zin
Wil je koffie meenemen?

Slide 20 - Open vraag

Antwoord: neem koffie mee.

Maak van de zin een gebiedende zin
Je moet die steen oppakken!

Slide 21 - Open vraag

Antwoord: pak die steen op!
Luister naar de docent. Is de zin gebiedende wijs of niet?

Slide 22 - Tekstslide

Lees zinnen voor. De studenten geven aan of het wel/niet gebiedende wijs is.

Ik zal dat boek wel even pakken.
Maria schrijft een brief aan haar oma.
Loop even een blokje om.
Mijn vriend is ziek.
Schrijf netjes op de lijntjes.
Fiets toch eens door!
We gaan pizza maken!
We zullen maar weggaan.
Praat er maar niet meer over.
Lees goed het recept!
Je pen ligt hier.
Maak je zusje maar snel wakker!
Luister naar mij!
Hij had de koffie omgegooid.
Vincent heeft bruine ogen.
Schrijf de woorden over.
Lees me een verhaaltje voor.
Wij gaan naar het strand.
Heb jij deze taart zelf gebakken?
Trek eens wat warmers aan!








Bron plaatje.Bron plaatje.
Ga naar het spel
Zet de zinnen in de gebiedende wijs.

Slide 23 - Tekstslide

Speel het spel. De studenten draaien een kaart en zetten de zin in de gebiedende wijs.

Wordwall
Luister naar de docent en zeg na.

Slide 24 - Tekstslide

Lees de zinnen. De studenten zeggen na.

Eet elke dag groente en fruit!
Eet niet te veel vet.
Eet elke dag graanproducten.
Drink niet te veel frisdrank.
Je kan beter water, koffie of thee drinken.
Eet elke dag vis, vlees of ei.
Zorg dat je gevarieerd eet.
Zorg goed voor je lichaam!

ga naar de app op je telefoon of naar de website
kies 1 artikel / filmpje
kijk of lees en maak aantekeningen
over 5 minuten vertel je aan wat je hebt gelezen / gehoord

sprongtoets 3 - Spelling 1F
Hoe heb je de sprongtoets gemaakt?
Kreeg je veel oefeningen?
Hoe heb je de sprongtoets voor de tweede keer gemaakt?

Slide 25 - Tekstslide

Bespreek de resultaten van de sprongtoets die ze hebben gemaakt in de module Spelling 1F. 
Op de volgende dia's worden verschillende spellingscategorieën nog een keer geoefend.

Zie je dat iemand de sprongtoets 2x heeft geprobeerd en niet heeft gehaald, dan kan je hem/ haar het scherm laten delen en met zijn allen de sprongtoets maken. Wis dan wel eerst de oefeningen die voor deze cursist klaarstaan (in NUMO 'wis POP'. Je herhaalt dan bij elke vraag de theorie of laat de studenten uitleggen wat ze denken dat het goede antwoord is en waarom. 

Noem bijvoeglijke naamwoorden bij dit plaatje.

Slide 26 - Woordweb

De studenten schrijven bijvoeglijke naamwoorden op. Laat ze daarna uitleggen waar de woorden bijhoren. Bijvoorbeeld; zwarte - hoort bij kippen.


woorden met c

Slide 27 - Woordweb

In de spellingsoefening zijn woorden met c geoefend. De studenten maken schrijven zoveel mogelijk woorden met de c in het woordweb.



Welke letter(s) vul je in op de open plaats?
januar__
A
i
B
ie

Slide 28 - Quizvraag

Antwoord A: i.

Welke letter(s) vul je in op de open plaats?
st__kem
A
i
B
ie

Slide 29 - Quizvraag

Antwoord B: ie.

Welke letter(s) vul je in op de open plaats?
g__taar
A
i
B
ie

Slide 30 - Quizvraag

Antwoord A: i.

Welke letter(s) vul je in op de open plaats?
vl__gtuig
A
i
B
ie

Slide 31 - Quizvraag

Antwoord B: ie.

Waar is het woord goed geschreven?
A
cake
B
reels
C
deet
D
sprey

Slide 32 - Quizvraag

Antwoord A: cake.

Waar is het woord goed geschreven?
A
roete
B
doeche
C
cadeau
D
sjef

Slide 33 - Quizvraag

Antwoord C: cadeau.

Welk woord is goed geschreven?
A
tropies
B
tropys
C
tropisch

Slide 34 - Quizvraag

Antwoord C: tropisch.


Wat is de afkorting van: waarschijnlijk?
A
wlk
B
wrs
C
waars
D
wschk

Slide 35 - Quizvraag

Antwoord B: wrs.

Wat betekent de afkorting: z.s.m.?
A
zo spoedig mogelijk
B
zo smakelijk mogelijk
C
zout soms minder
D
zwart staat mooi

Slide 36 - Quizvraag

Antwoord A: zo spoedig mogelijk.

Wat betekent de afkorting: i.p.v.?
A
ik praat veel
B
in perfecte vorm
C
in plaats van
D
ieder pakt vis

Slide 37 - Quizvraag

Antwoord C: in plaats van.
Franse en Engelse leenwoorden

Slide 38 - Woordweb

In de spellingsoefening zijn leenwoorden geoefend. De studenten maken schrijven zoveel mogelijk leenwoorden in het woordweb.


Lees de leenwoorden hardop.
accountant
allround
applaus
astronaut
aubergine
auteur
autoriteit
blouse
bureau
champignon
chanteren
chaos
charmant
chic
chloor
cholesterol
chronisch
journaal
layout
limousine
restaurant
route
sauna
trauma

Slide 39 - Tekstslide

De studenten lezen de leenwoorden hardop.
Ik doe boodschappen en ik neem mee .......

Slide 40 - Tekstslide

Variatie op ‘Ik ga op reis en ik neem mee … '

Noem 3 dingen die je niet wist en nu wel weet.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

sprongtoets 4 - Spelling 1F - vooruitblik
In les 11 zit sprongtoets 4 van Spelling 1F.

In de toets laat je zien dat je alle lesonderdelen van de module Spelling 1F beheerst.

Slide 42 - Tekstslide

Bespreek wat de sprongtoets voor de volgende les inhoudt.

Tot de volgende keer.
bronnen:
naar: ‘Lees mee >> NT2’ - F. van der Maden en D. Pijpker (Diataal & Edutekst 2016)



Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies