Pythagoras (De omgekeerde stelling)

De stelling van Pythagoras
Welkom!
Zorg ervoor dat je de volgende spullen naast je hebt liggen:
- pen
- schrift
- rekenmachine
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De stelling van Pythagoras
Welkom!
Zorg ervoor dat je de volgende spullen naast je hebt liggen:
- pen
- schrift
- rekenmachine

Slide 1 - Tekstslide

In dit hoofdstuk leer je:
- Wat de stelling van Pythagoras is
- Hoe je rekent met de stelling van Pythagoras
- Hoe je de stelling van Pythagoras gebruikt in dagelijkse situaties
- Hoe je de stelling van Pythagoras gebruikt in een assenstelsel
- Hoe je de oppervlakte van een driehoek berekent
- Hoe je met de stelling van Pythagoras bewijst of een driehoek rechthoekig is

Slide 2 - Tekstslide

Je weet al:
- Wat de stelling van Pythagoras is 
- Hoe je rekent met de stelling van Pythagoras
- Hoe je de stelling van Pythagoras gebruikt in dagelijkse situaties
- Hoe je de stelling van Pythagoras gebruikt in een assenstelsel
- Hoe je de oppervlakte van een driehoek berekent
- Hoe je met de stelling van Pythagoras bewijst of een driehoek rechthoekig is

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag gaan we leren:
- Wat de stelling van Pythagoras is 
- Hoe je rekent met de stelling van Pythagoras
- Hoe je de stelling van Pythagoras gebruikt in dagelijkse situaties
- Hoe je de stelling van Pythagoras gebruikt in een assenstelsel
- Hoe je de oppervlakte van een driehoek berekent
- Hoe je met de stelling van Pythagoras bewijst of een driehoek rechthoekig is

Slide 4 - Tekstslide

Is hoek C een rechte hoek?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Welke driehoek is rechthoekig?
A
Driehoek 1
B
Driehoek 2
C
Driehoek 3

Slide 6 - Quizvraag

Is het klaslokaal rechthoekig?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

3.6 Controleren of een driehoek rechthoekig is

Slide 8 - Tekstslide

Stel één vraag over iets dat je
nog niet zo goed hebt begrepen van dit hoofdstuk.
Als alles duidelijk is zeg je 'alles is duidelijk'.

Slide 9 - Woordweb

Wat is het belangrijkste wat je
deze les hebt geleerd?

Slide 10 - Woordweb

Bedankt voor jullie aandacht en nog een fijne dag!

Slide 11 - Tekstslide