exogene krachten

In welke sfeer van de aarde speelt het klimaat zich af
A
biosfeer
B
atmosfeer
C
hydrosfeer
D
lithosfeer
1 / 38
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

In welke sfeer van de aarde speelt het klimaat zich af
A
biosfeer
B
atmosfeer
C
hydrosfeer
D
lithosfeer

Slide 1 - Quizvraag

in welke sfeer komen aardbevingen voor?
A
biosfeer
B
atmosfeer
C
lithosfeer
D
Hydrosfeer

Slide 2 - Quizvraag

Geef een zelf verzonnen voorbeeld van een relatie tussen de hydrosfeer en de biosfeer

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

A,B en C zijn gesteenten
A
A: stollingsgesteente B: metamorf gesteente C: sediment gesteente
B
A: sediment gesteente B: stollings gesteente C: metamorf gesteente
C
A: metamorf gesteente B: sediment gesteente C: stollingsteente
D
A: metamorf gesteente B: stollings gesteente C: sediment gesteente

Slide 5 - Quizvraag

smelten
afkoelen
verwering en erosie en samendrukken
hitte en druk
samendrukken
sedimenten

Slide 6 - Tekstslide

Graniet en Basalt zijn
A
Stollingsgesteenten
B
sedimentgesteenten
C
metamorf gesteenten

Slide 7 - Quizvraag

Voorbeelden van metamorfe gesteenten zijn
A
leisteen
B
kalksteen
C
marmer
D
gneiss

Slide 8 - Quizvraag

voorbeelden van sedimentgesteenten zijn
A
gneiss
B
zandsteen
C
kalksteen
D
graniet

Slide 9 - Quizvraag

condensatie
neerslag
Transpiratie
oppervlakteafstroming
evaporatie
grondwater

Slide 10 - Tekstslide

op welke 2 manieren kan het oppervlak het water tijdelijk vasthouden?

Slide 11 - Open vraag

Verklaar het verschil in grootte tussen de evaporatie uit en de neerslag in de oceanen

Slide 12 - Open vraag

Hoe komt CO2 in de atmosfeer?

Slide 13 - Woordweb

 1 door ontbinding  
2 door gebruik van fossiele brandstoffen  
3 door ademhaling  
4 door ontbossing  
5 door verdamping  

Slide 14 - Tekstslide

Waar is de meeste koolstof opgeslagen?
A
afzettingsgesteente
B
fossiele brandstoffen
C
diep in de oceanen
D
dampkring

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Is de koolstofkringloop in balans?
A
ja
B
nee, teveel opname
C
nee, teveel uitstoot

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Met welke sferen heb je te maken bij de hydrologische kringloop

Slide 19 - Open vraag

met welke sferen heb je te maken bij de koolstofkringloop?

Slide 20 - Open vraag

Wat is het verschil tussen mechanische en chemische verwering?

Slide 21 - Open vraag

Wat zijn optimale omstandigheden voor een sterke chemische verwering
A
lage temperaturen en lage vochtigheid
B
hoge temperaturen en lage vochtigheid
C
lage temperaturen en hoge vochtigheid
D
hoge temperaturen en hoge vochtigheid

Slide 22 - Quizvraag

Onder welke omstandigheden vindt er geen verwering plaats
A
temperatuur hoog en neerslag laag
B
temperatuur laag en neerslag laag
C
temperatuur laag en neerslag hoog
D
temperatuur hoog en neerslag hoog

Slide 23 - Quizvraag

welke factor beïnvloedt ook de mate van verwering en staat niet in 2.11

Slide 24 - Open vraag

in welk seizoen is de chemische verwering in Harare het grootst
A
Zomer
B
Winter

Slide 25 - Quizvraag

Omdat
Oorzaak: Harare heeft een maritiem klimaat met een droge winter (Cw). In de zomer valt de meeste neerslag en zijn de temperaturen hoog.   Gevolg: De chemische verwering is daarom het sterkst in de zomer.  

Slide 26 - Tekstslide

Chemische verwering?

Slide 27 - Tekstslide

In welke fase heeft vooral chemische verwering plaatsgevonden?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 28 - Quizvraag

Welke endogeen proces is noodzakelijk geweest voor de vorming van Devil's Marbles
A
Opheffing
B
Aardbeving
C
vulkaan uitbarsting
D
Zonnestraling

Slide 29 - Quizvraag

Welk exogeen proces is noodzakelijk geweest voor de vorming van de Devil's Marbles
A
verwering
B
sedimentatie
C
erosie
D
opheffing

Slide 30 - Quizvraag

Chemische verwering vindt onder andere klimatologische omstandigheden plaats dan mechanische verwering? Welk klimaat heeft het gebied nu?
A
tropisch
B
koud
C
zee
D
droog

Slide 31 - Quizvraag

welk klimaat moet er zijn geweest toen er veel chemische verwering was?
A
zee
B
tropisch
C
koud
D
droog

Slide 32 - Quizvraag

Leg uit met een oorzaak-gevolg hoe de weersomstandigheden in het gebied tot dit resultaat hebben geleid

Slide 33 - Open vraag

verschil tussen erosie en verwering dat te maken heeft met de plaats waar de processen plaats vinden

Slide 34 - Open vraag

massabeweging hangt af van:
A
snelheid
B
vegetatie
C
mate van verzadiging met water
D
temperatuur

Slide 35 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een modderstroom en een aardverschuiving?

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Tekstslide

wanneer is de kans op aardverschuivingen in een reliefrijk gebied het grootst:
A
droge periode
B
natte periode

Slide 38 - Quizvraag