Week 37 2024

Kunstwerk - Erik van Os
Was ik maar dat kunstwerk 
daar hangend aan jouw muur 
jij had mij gekocht 
al was ik veel te duur 
 
trots zou je naar mij kijken 
jouw aanwinst aan die muur 
wat was ik kunst wat was ik mooi  
en o wat was ik duur. 
 
 
 

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Kunstwerk - Erik van Os
Was ik maar dat kunstwerk 
daar hangend aan jouw muur 
jij had mij gekocht 
al was ik veel te duur 
 
trots zou je naar mij kijken 
jouw aanwinst aan die muur 
wat was ik kunst wat was ik mooi  
en o wat was ik duur. 
 
 
 

Slide 1 - Tekstslide

Mijn lijstje van drie is:

Slide 2 - Open vraag

Programma van de week
Leesvaardigheid, herhaling klas 4 + start in V5:
  • Tekst over eiwit
  • Censuur

Lezen uit je leesboek  (vrijdag)

Slide 3 - Tekstslide

Ik neem bewust eiwitten/proteïnes?
Ja
Nee
Soms

Slide 4 - Poll

Eiwitten

Slide 5 - Woordweb

Waarvoor heeft je lichaam vooral eiwitten nodig?
A
Energie
B
Spieropbouw en herstel
C
Waterhuishouding
D
Ademhaling

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel eiwitten denk je dat een gemiddeld persoon dagelijks nodig heeft?
A
Minder dan 10 gram
B
10-20 gram
C
20-50 gram
D
Meer dan 50 gram

Slide 7 - Quizvraag

Toelichting
De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid eiwitten voor een gemiddelde volwassene is ongeveer 0,8 gram per kilogram lichaamsgewicht, wat meestal neerkomt op meer dan 50 gram per dag, afhankelijk van factoren zoals leeftijd, geslacht en activiteitenniveau.

Slide 8 - Tekstslide

Tekst in stilte lezen
- Focus oefenen +  Noteer tijdens het lezen/na afloop, noteer je vragen:
- Vragen om de tekst beter te begrijpen. Leerlingen noteren wat zij aan woordenschat of algemene ontwikkeling missen om de inhoud van de tekst goed mee te krijgen. Tijdens het lezen noteren zij vraagtekens in de kantlijn. 
- Vragen die zij door de tekst gekregen hebben over feiten die het waard zijn om na te trekken. Óf om de betrouwbaarheid van de tekst te checken óf omdat je als lezer meer wil weten dan de tekst behandelt.
- Discussievragen:
Wat zou er gebeuren als....
Hoe zou je ... een heel andere kant (welke?) op kunnen sturen?
Hoe kun je ervoor zorgen dat ...... 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Lekker lezen
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk/Theorie 1

Slide 12 - Tekstslide

Aan het werk

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werken
- Individueel in stilte aan het werk (dus geen overleg, geen vragen, op je plek blijven zitten)

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 15 - Tekstslide

Lekker lezen
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Doelen 2

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk/Theorie 2

Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk

Slide 19 - Tekstslide

Zelfstandig werken
- Individueel in stilte aan het werk (dus geen overleg, geen vragen, op je plek blijven zitten)

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 21 - Tekstslide

Lekker lezen
timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Doelen 3

Slide 23 - Tekstslide

Programma van de week
Talent H6 werkboek:
  • Nakijken Spelling 6.2, opdracht 5b (en 6)
  • Formuleren op woordniveau: 1 t/m 8 mk
Talent vakboek:
  • H13.2 ev. blz 151
  • H16.1 blz.181-188
Lezen uit je leesboek  (3 weken), minimaal 33% uit?

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk/Theorie 3
16.1 Stijlkwesties op woordniveau

Slide 25 - Tekstslide

Welk woord is een contaminatie?
A
overblijven
B
uitdrukkingen
C
nachecken
D
langzaam treuzelen

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een contaminatie?
A
Een foute combinatie van twee woorden/uitdrukkingen
B
De kleine lettertjes
C
Het gebruik van vaktaal
D
Iets wat je op twee manieren kunt uitleggen

Slide 27 - Quizvraag

Verkeerd voorzetsel
De betekenis van de zin verandert door het gebruik van een verkeerd voorzetsel. 

- Ik ben benieuwd ... de cijfers.
- Ik ga maar af ... wat de dokter zegt. 
- Hij zit helemaal in de knoop ... zichzelf. 

Slide 28 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een pleonasme?
A
Natte regen
B
Gezellige mensen
C
Lekke bal
D
Zeker en vast kom ik langs.

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Video

In welke zin staat een onjuist verwijswoord?
A
Tijdens het gala werd Peter tot beste coach en Marijke en Petra tot meest sportieve speelsters uitgeroepen.
B
Luid gillend, werd de verstandskies van Mieke door de tandarts getrokken.
C
Aan de goede bedoelingen van zijn docent heeft mijn broer lang getwijfeld.
D
Het beste dat je kunt doen met die lelijke wond is naar de dokter gaan.

Slide 31 - Quizvraag

In welke zin is het verwijswoord onjuist?
A
Hij noemde het aantal personen dat corona heeft.
B
Dat was mooi voor wie voor Ajax is.
C
Dat is wat je moet doen.
D
Hij las een boek wat hij van zijn oma kreeg.

Slide 32 - Quizvraag

Aan het werk
  • Formuleren op woordniveau: 1 t/m 8 mk 
  • H16.1 blz.181-188 af?
  • Zorg dat je de gemaakte opdrachten ook nakijkt (zie SOM - studiewijzer - jaarbijlagen periode 1

Slide 33 - Tekstslide

Zelfstandig werken
- Individueel in stilte aan het werk (dus geen overleg, geen vragen, op je plek blijven zitten)

Slide 34 - Tekstslide

Doelen behaald?

Slide 35 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 36 - Tekstslide