Les spelling + formuleren 7 maart herhaling

Les spelling + formuleren 7 maart herhaling
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Les spelling + formuleren 7 maart herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Formuleren

Slide 2 - Tekstslide

Welke getallen moeten in letters?
De opa van 98 ging in 1951 met zijn 3 zoons 10 keer achter elkaar in de 8-baan.
A
98, 1951, 3, 10, 8
B
1951, 3, 10, 8
C
98, 3, 10, 8
D
3, 10, 8

Slide 3 - Quizvraag

Welke woorden/woorddelen kun je weglaten (samentrekken) en waar zet je een weglaatstreepje?

binnenlandse reizen en buitenlandse reizen
nationale treinen en internationale treinen
tafel zilver en tafel serviezen
in voor spoed en tegen spoed

Slide 4 - Open vraag

We kochten afgelopen zaterdag eieren op de markt, maar helaas bleken de meeste(n) bedorven.

Slide 5 - Open vraag

Ik heb slechte herinneringen aan mijn examenklas. In die klas kregen (enkelen) een voorkeursbehandeling.
A
enkelen
B
enkele

Slide 6 - Quizvraag

Welke zin(nen) is/zijn goed:
1: De mannen werden beiden onderscheiden.
2: Ik heb de twee foto's bekeken. Beide zijn prachtig geworden.
A
1
B
2
C
1+2

Slide 7 - Quizvraag

Welke zin(nen) is/zijn goed:
1: De verdachten moesten alle in de cel.
2: Er stonden vijf honden aan het hek; alle blaften vervaarlijk.
A
1
B
2
C
1+2

Slide 8 - Quizvraag

Tevens vindt mijn manager ook dat ik de data-analyse beter zou moeten uitvoeren.

Slide 9 - Open vraag

Ik weet zeker dat ik aan hun wel kan vragen of ik de klopboor mag lenen.

Slide 10 - Open vraag

Vorig jaar is deze redacteur bij ons komen werken, maar gaat hij ons helaas nu alweer verlaten.

Slide 11 - Open vraag

Starend uit het raam, viel er een tak uit de boom

Slide 12 - Open vraag

De groep jongens wensen ons een hele fijne kerstvakantie

Slide 13 - Open vraag

Ik besef me heel goed dat ik na de vakantie goed moet leren voor de toetsweek.

Slide 14 - Open vraag

Met kerst geef ik hen een cadeaubon voor dat nieuwe restaurant in de stad.

Slide 15 - Open vraag

Het resultaat van de afgelopen twee toetsen vielen de leerlingen erg tegen.

Slide 16 - Open vraag

Op tijd naar bed gaan zorgt voor meer energie en dat je je beter kunt concentreren.

Slide 17 - Open vraag

Ik heb erg veel medelijden met het meisje die vorige week een ongeluk heeft gehad.
A
Goed
B
Fout

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen de verwijswoorden?
Zij gaf hem een boek, dat hij leuk vond.
Zij gaf hem een boek, wat hij leuk vond.

Slide 19 - Open vraag