Nikolaus und Ruprecht 2

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Deutsch

Trede 7 - Lektion 10 

Jaren aangeven

Nikolaus und Ruprecht

Diese Stunde 

Weißt du noch? 

Die Ziele

Lernen: die Jahre 

Lernen: Nikolaus und Ruprecht 

SO inplannen

Schluss 

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het

Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval

u

haar

hem

het

jou

ons

jullie

hen

mij

Sie

uns

ihn

euch

dich

sie

es

sie

mich

Ich habe es Anna __________.

1. gefragen
2. gefragd
3. gefragt
4. gefragdt

Wir haben eine lange Pause ________.

1. gemachen
2. gemacht
3. gemachd
4. gemachdt

Wir sind zur Schule __________.

1. gegangen
2. gegangt
3. gegand
4. gegandt

So sagt man..

Maanden/jaren (verbinding met 'im'): 

Im Dezember 

Er is im Jahre 1997 geboren. (of: Er ist 1978 geboren.)

Dagen/data (verbinding met 'am'): 

am Donnerstag

Sie ist am 5. Juli geboren. (let op de punt na het getal)

Van..tot (verbinding met 'vom..bis..zum'):

Wir sind vom 19. März bis zum 7. April in Berlin. 

Was weißt du schon? 

6 december

5 december

Ruprecht

Piet

Kinderen zetten hun schoen, maar krijgen alleen cadeautjes als hun schoenen netjes en gepoetst zijn.

Kinderen zetten hun schoen en laten een wortel voor het paard achter of een verlanglijstje. 

Komt met de stoomboot

00:09

Der Weihnachtsmann is...

1. ...Sinterklaas
2. ...de kerstman

00:30

In zijn hand heeft hij...

1. brood
2. appels
3. boek
4. brood, appels óf een boek

00:40

Waar begint het verhaal van Sinterklaas?

1. In Legende
2. in Myra (nu Demre), Turkije
3. in Nederland
4. in Duitsland

00:50

Welke uitspraak is NIET waar?

1. Hij was een bisschop in de 3e eeuw
2. Hij handelde in noten
3. Hij zou wonderen verricht hebben
4. Hij hielp mensen in nood

01:08

Wahr oder nicht wahr? Een vader wilde zijn dochter als prostituee laten werken, maar toen gooide Sinterklaas goud door het raam en zo begon het verhaal van de cadeautjes.

1. wahr
2. nicht wahr

01:30

Wahr oder nicht wahr? Eerst werden de cadeaus gegooid naar kinderen, maar doordat kleine kinderen niet konden vangen, stopte Sinterklaas ze in schoenen.

1. wahr
2. nicht wahr

00:39

Welke verschillen en overeenkomsten zie je met de Nederlandse Sinterklaas en Piet?

00:49

Er werd gezegd: ''Immer (=altijd) bepackt mit Geschenken und dem goldenen Buch, der Rute und vielen guten Wörter für die Kinder.'' Wat betekent dit?

01:26

Wahr oder nicht wahr? Nikolaus en Ruprecht werken volgens een tijdsplan, waarbij ze bij elk huis apart langsgaan.

1. wahr
2. nicht wahr

02:04

Wat zijn twee hobby's van David?

Inplannen Duits SO

V1F: Maandag 12 december 3e uur of donderdag 15 december 5e uur

V2A: Donderdag 1 december 3e  uur of donderdag 8 december 3e uur

V2B: Vrijdag 2 december  3e uur of woensdag 7 december 6e uur
V2C: Vrijdag 2 december 5e uur of donderdag 8 december 4e uur

V2D: Maandag 5 december 2e uur of woensdag 7e december 2e uur

V2E: Vrijdag 7 december 4e uur of vrijdag 16 december 4e uur 

V2F: Woensdag 14 december 5e uur of maandag 21 december uur

Wat heb je geleerd over Nikolaus en Ruprecht?