rapporteren

rapporteren
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

rapporteren

Slide 1 - Tekstslide

De voortgangsrapportage is een communicatiemiddel tussen zorgprofessionals. En opvolgende beroepsbeoefenaren moeten aan de hand van de voortgangsrapportage de zorgverlening kunnen continueren.

Slide 2 - Tekstslide

Om de continuïteit van de zorg te waarborgen is het van belang dat je in de voortgangsrapportage:
Observaties noteert van omstandigheden of gebeurtenissen gerelateerd aan een specifiek cliëntprobleem.
De omstandigheden of gebeurtenissen beschrijft die aanleiding waren om de beschreven cliëntproblemen aan te passen.
Een reden geeft indien je interventies niet volgens het zorgplan hebt uitgevoerd.
Uitgevoerde interventies die niet in het zorgplan opgenomen waren noteert met de reden voor uitvoering.
De omstandigheden of gebeurtenissen beschrijft die tot bijstelling van de zorg en het zorgplan kunnen leiden.

Slide 3 - Tekstslide

Soms wordt de vraag gesteld of 1x per week rapporteren volstaat. Deze vraagt ontstaat vanuit de gedachte dat er weinig bijzonderheden te vermelden zijn voor een cliënt. We horen vaak terug dat de rapportages die er zijn, vervolgens weinig toevoegen zoals: ‘Mevrouw kreeg haar zorg’ of ‘Zorg volgens plan’.

Slide 4 - Tekstslide

De rapportage is niet bedoeld om je eigen handelen te verantwoorden, maar om de zorg rond de cliënt te kunnen monitoren. Dus: als je elke dag rapporteert: ‘Mw heeft gedoucht’, kun je beter rapporteren wanneer je hiervan afwijkt. Maar ook meer te observeren hoe de client reageerde of zich voelt tijdens het zorgmoment.

Slide 5 - Tekstslide

De zorgverzekeraar verwacht dat de zorg navolgbaar is. Dit betekent niet dat je elke dag dezelfde rapportage schrijft, maar aangeeft wanneer je afwijkt van de afgesproken zorg zoals deze in het zorgplan is beschreven.

Slide 6 - Tekstslide

Hierbij is het belangrijk om je als zorgprofessional af te vragen of je dan ook verder kijkt naar de client dan de dagelijkse zorgverlening: wassen, aankleden, stoelgang en voeding. Wat zou je kunnen rapporteren over het welzijn van en een zinvolle dagbesteding voor de cliënt?

Slide 7 - Tekstslide

wat kan je doen?
Maak met elkaar werkafspraken over wat en waarover je minimaal verwacht te rapporteren over een cliënt. Daarbij is hierin de wens van de cliënt en naaste ook leidend, en ga na wat zij verstaan onder relevante rapportage. Zeker in de huidige tijd waarin het voor cliënt en naaste steeds meer inzage en betrokkenheid hebben in het elektronische zorgdossier.

Slide 8 - Tekstslide

1. Bespreek met de cliënt de verslaglegging in alle fasen van het verpleegkundig proces
Bij wilsonbekwame mensen doe je dat met de wettelijke vertegenwoordiger van de cliënt.
• Ga na met de cliënt of diens wettelijk vertegenwoordiger of het zorgplan aansluit bij de wensen
en behoeften van de cliënt.
• Gebruik voor iedere cliënt een individueel zorgdossier.
• Betrek familieleden/mantelzorgers bij de verslaglegging. Dit impliceert dat je hen ook betrekt
bij het opstellen van het zorgplan, mits dit aansluit bij de wensen en behoeften van de cliënt.
• Leg alle fasen van het verpleegkundig proces vast in het zorgdossier.
• Voornoemde aanbevelingen zijn gericht op alle verpleegkundigen en verzorgenden die de zorg
aan individuele cliënten documenteren in het zorgdossier.

Slide 9 - Tekstslide

2. Eisen of randvoorwaarden voor elektronische verslaglegging door verpleegkundigen en
verzorgenden.
Kies voor een elektronisch dossier voor je verslaglegging.
• Zorg ervoor dat je invloed hebt op de keuze voor of ontwikkeling van een
elektronisch dossier voor verslaglegging dat gebruiksvriendelijk en efficiënt is.
• Gebruik een format3
 voor verslaglegging dat relevant is voor de context waarin je werkt.
• Gebruik eenduidige taal die uitwisselbaar is tussen organisaties en tussen professionals. Dit doe
je door de beschikbare informatiestandaarden4
 te gebruiken. Bij het verschijnen van deze
richtlijn is de eOverdracht de enige beschikbare informatiestandaard.

Slide 10 - Tekstslide

3. Evalueer en monitor de kwaliteit van de verslaglegging.
• Dit doe je door ten minste na te gaan of de cliënt of wettelijk vertegenwoordiger betrokken is
geweest, de verslaglegging een weergave is van alle fasen van het verpleegkundig proces, en of
de eOverdracht is gebruikt.
• Deze aanbeveling is gericht op alle verpleegkundige en verzorgende beroepsbeoefenaren die de
verslaglegging over de individuele cliëntenzorg uitvoeren. Daarbij kan er wel gekozen worden
om binnen een team, afdeling of organisatie iemand verantwoordelijk te maken voor
systematische monitoring en evaluatie.

Slide 11 - Tekstslide