In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
oefenen met examenvragen
tijdvak 10
Slide 1 - Tekstslide
Een bewering: Deze foto (bron)maakt onderdeel uit van de nazipropaganda in het bezette Nederland. Ondersteun deze bewering door aan te geven: − welke boodschap de Duitse bezetter wil overbrengen, en − op welke twee manieren de Arbeidsdienst door deze boodschap wordt ondersteund
Slide 2 - Open vraag
Een bewering: Deze foto (bron)maakt onderdeel uit van de nazipropaganda in het bezette Nederland. Ondersteun deze bewering door aan te geven: −waardoor je twijfelt of de foto BETROUWBARE informatie bevat voor een onderzoek naar de Arbeidsdienst in Nederland.
Slide 3 - Open vraag
Stel: je wilt een boek schrijven over het proces van dekolonisatie in Nederlands-Indië na de Tweede Wereldoorlog. Je hebt twee hoofdstukken: 1 De oorzaken van het dekolonisatieproces in Nederlands-Indië 2 De houding van Nederlanders tegenover het streven naar dekolonisatie in Nederlands-Indië Leg uit voor welk hoofdstuk het dagboekfragment in de bron de meest BRUIKBARE informatie bevat
Slide 4 - Open vraag
In 1947 kwamen de Verenigde Staten met het Marshallplan voor de wederopbouw van Europa. Geef aan waardoor het Marshallplan: − enerzijds bijdroeg aan de deling van Europa en − anderzijds bijdroeg aan de eenwording van West-Europa.
Slide 5 - Open vraag
Hieronder staan nog meer begrippen uitgewerkt
.
Begrippen
Let op! Er blijft één over
De supermachten hadden wapens waarbij ze elkaar konden vernietigen, vreemd genoeg kwam het nooit tot een echte oorlog.
De Amerikanen wilde niet dat het communisme werd verspreid en kwamen met deze politiek. Wilde communisme indammen. Een middel was het marshallplan.
In 1962 kwam het wel heel dichtbij een oorlog. Er ontstond een conflict tussen de Sovjetunie en Amerika over plaatsen van raketten.
President Eisenhower was dus van mening dat indien Indochina in communistische handen zou vallen, Birma, Thailand, Maleisië en Indonesië zouden volgen
Korea oorlog
domino theorie
Koude oorlog
Containment
Cuba Crisis
Slide 6 - Sleepvraag
Met de propagandafoto van bron 2 suggereert de Nederlandse regering een verband tussen twee politieke ontwikkelingen in de tweede helft van de twintigste eeuw. Noem die twee ontwikkelingen en leg uit welke politieke reden de Nederlandse regering kan hebben gehad om dit verband te suggereren.
Slide 7 - Open vraag
Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde
Cubacrisis
Oprichting NAVO
Bouw Berlijnse Muur
Atoombom op Hiroshima
Blokkade van Berlijn
Slide 8 - Sleepvraag
Wat was voor de Verenigde Staten een belangrijke reden om met het Marshallplan te komen?
De Verenigde Staten wilden daarmee
A
de aantrekkingskracht van communistische partijen in West-Europa verkleinen.
B
de economische tegenstelling tussen Oost- en West-Europa verkleinen.
C
de waarde van de euro en de dollar
met elkaar in evenwicht brengen.
D
een vergaande politieke samenwerking van West- en Oost-Europa bereiken.
Slide 9 - Quizvraag
Welke bewering over de Blokkade van Berlijn is juist?
A
Als gevolg van de blokkade zocht Stalin toenadering tot het Westen.
B
De aanleiding was een bezoek van president Kennedy aan Berlijn.
C
De oorzaak was de dreiging van de NAVO met een wapenwedloop
tegen de Sovjet-Unie.
D
Door de luchtbrug ontstond in West-Berlijn geen hongersnood.
Slide 10 - Quizvraag
Twee beweringen: I De oprichting van de NAVO is een gevolg van het feit dat de Sovjet-Unie en de Oost-Europese landen het Warschaupact hadden gevormd. II Na 1949 werden geen nucleaire wapens gebruikt omdat men wist dat de tegenstander vernietigend kon terugslaan.
Zijn de beweringen juist of onjuist?
A
bewering I en II zijn allebei juist
B
bewering I is juist, bewering II is onjuist
C
bewering I in onjuist, bewering II is juist
D
bewering I en II zijn allebei onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Gebruik bron 1 Chroesjtsjov wil met deze typering van Stalin zijn eigen positie verbeteren. Licht dit toe door: • aan te geven welk beeld Chroesjtsjov schetst van Stalin en • uit te leggen waardoor dit zou kunnen leiden tot acceptatie van de vreedzame co-existentie
Slide 12 - Open vraag
De Amerikaanse overheid greep wel in bij de Blokkade van Berlijn, maar niet tijdens de bouw van de Berlijnse Muur. Leg uit, met een verwijzing naar beide gebeurtenissen, welke continuïteit in de Amerikaanse buitenlandse politiek je met dit verschil in aanpak kunt aantonen.
Slide 13 - Open vraag
Gebruik bron 3 . Op 14 augustus 1961 verschijnt deze prent van Behrendt in een Nederlandse krant.
Tekenaar Behrendt geeft in deze prent een visie weer op een dan actuele gebeurtenis. Leg uit, met een verwijzing naar de prent, welke visie op deze gebeurtenis hij weergeeft.
Slide 14 - Open vraag
wat wilde Gorbatsjov bereiken met glasnost en perestrojka?
A
het uiteenvallen van het Oostblok
B
einde maken aan de Brezjnevdoctrine
C
einde maken aan de Praagse lente
D
einde maken aan de falende economie
Slide 15 - Quizvraag
Gebruik bron 3 Een bewering: Gorbatsjov verbindt in dit interview een eigen conclusie aan een kenmerk van de Koude Oorlog. Geef aan: - welk kenmerk van de Koude Oorlog Gorbatsjov hier centraal stelt en - welke conclusie hij hieruit trok voor zijn buitenlands beleid
Slide 16 - Open vraag
➤Welke drie veranderingen voerde Gorbatsjov door in de Sovjet Unie?
Sleep ze naar de afbeelding.
Er kwam meer vrijheid van meningsuiting
Er kwamen meer soldaten in het Sovjet-leger
Er kwam meer kritiek op de regering
Er kwam een vrijere economie
Er kwam toenadering tot het westen
De dictatuur werd afgeschaft
Er kwamen hogere prijzen van producten
Slide 17 - Sleepvraag
Hieronder staan vijf gebeurtenissen uit de Koude Oorlog
Sleep de gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
In het Oostblok ontstaan nieuwe landen
Reagan en Gorbatsjov praten over ontwapenen
Stalin overlijdt
Gorbatsjov komt met glasnost en perestroika
De muur wordt gebouwd
Slide 18 - Sleepvraag
Geef voor elke migratiegolf, zie bron, een bij die periode passende historische verklaring.
Slide 19 - Open vraag
In de geschiedschrijving over de Koude Oorlog zijn er na 1991 veel nieuwe inzichten ontstaan. Leg uit waardoor deze inzichten na 1991 mogelijk werden.
Slide 20 - Open vraag
Deze vraag gaat over de samenwerking in Europa, vooral over de EU. 1. In de EU gingen landen niet meer economisch samenwerken. 2. In de EU gingen landen politiek samenwerken. 3. Alle EU-landen schaften grenscontroles af. 4. Alle EU-landen namen de euro als munt. 5. De EU zorgde voor groei van de economie. 6. De EU zorgde voor uitbreiding van de democratie. Welke 3 zinnen zijn juist?
A
Zin 2, 5 en 6
B
Zin 1, 3 en 5
C
Zin 4, 5 en 6
D
Zin 2, 3 en 4
Slide 21 - Quizvraag
Deze vraag gaat over de samenwerking in Europa.
Lees eerst de bron. Het is een deel van een toespraak van de Britse premier Thatcher in Brugge in 1998.
Uitspraak 1: Thatcher was voor / tegen een erg machtig EU-bestuur. Uitspraak 2: Thatcher was voor / tegen open grenzen zonder paspoortcontrole.