Oefentoets klas 1 hfst 2-3 2022-23

Voor deze toets heb ik mij goed voorbereid (0p)
0100
1 / 17
volgende
Slide 1: Poll
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voor deze toets heb ik mij goed voorbereid (0p)
0100

Slide 1 - Poll

Gebruik bron 1.


Dit beeld toont kenmerken van de Griekse beeldhouwkunst.


Noteer in de volgende slide twee beeldelementen van dit beeld en leg uit waarom je aan die beeldelementen de Griekse beeldhouwkunst herkent.

Bron 1 
Een Romeinse kopie van een Grieks beeld

Slide 2 - Tekstslide

Gebruik bron 1.
Dit beeld toont kenmerken van de Griekse beeldhouwkunst.
Noteer twee beeldelementen van dit beeld en leg uit waarom je aan die beeldelementen de Griekse beeldhouwkunst herkent.

Slide 3 - Open vraag

Plato was tegen de democratie. Het gewone volk was volgens hem niet in staat om politieke besluiten te nemen.
Ben je het eens met dit standpunt? Ondersteun je antwoord met twee argumenten.

Slide 4 - Open vraag

Noteer bij welke twee gelegenheden de Griekse stadstaten met elkaar samenwerkten.

Slide 5 - Open vraag

Noem een overeenkomst en een verschil tussen een tirannie en een monarchie.

Slide 6 - Open vraag

Gebruik bronnen 2 en 3.
Noteer van elk de stijl van het kapiteel en de zuil in de volgende slide.
Bron 2 kapiteel
Bron 3 kapiteel

Slide 7 - Tekstslide

Gebruik bronnen 2 en 3.
Noteer van elk de stijl van het kapiteel en de zuil.

Slide 8 - Open vraag

Deze vraag gaat over de Grieken en de Egypte.
A Wat voor soort samenleving hadden de Grieken?
B Wat was het verschil met Egypte?

Slide 9 - Open vraag

Gebruik bronnen 4 en 5.
Leg bij elke bron uit of deze wel of niet past bij het kenmerkend aspect: burgerschap en wetenschappelijk denken in de Griekse stadstaat.
Gebruik bronelementen in je uitleg.

Bron 4 

De Griekse filosoof Protagoras schreef over goden (omstreeks 450 v.C.):
Het is voor mij niet mogelijk met zekerheid vast te stellen of de goden bestaan of hoe zij er uit zien; want er is zeer veel dat ons bemoeilijkt dit vast te stellen, bijvoorbeeld dat goden niet waargenomen kunnen worden en dat het leven van de mensen zo kort is.

Bron 5 
Tekening van een offersteen die Archinos liet maken als dank voor zijn genezing. Op het reliëf zijn Archinos en zijn arts afgebeeld.

Slide 10 - Tekstslide

Gebruik bronnen 4 en 5.
Leg bij elke bron uit of deze wel of niet past bij het kenmerkend aspect: burgerschap en wetenschappelijk denken in de Griekse stadstaat.
Gebruik bronelementen in je uitleg.

Slide 11 - Open vraag

Gebruik bron 6 en de vier argumenten (A-D).
In het oude Athene was theaterbezoek goed voor de democratie.
Welke twee argumenten passen het beste bij deze uitspraak? 
Noteer de juiste letters in de volgende slide.

A  Blijspelen behandelden vaak de politiek van de dag.
B  In een vergadering kon je naar een redevoering van Kleon zitten luisteren.
C  In het theater dachten dichters in hun toneelstukken hardop na over de mens en zijn verhouding tot de goden.
D  In het theater raakten de Atheners eraan gewend om na te denken en een mening te vormen over hun plichten.

Bron 6 Uit een geschiedenisboek
De gemiddelde Athener had in de volksvergadering leren meedenken over de politiek van zijn stad. Het was daarom geen grote stap naar het theater, waar dichters in hun toneelstukken hardop nadachten over de mens, over zijn plichten en over zijn verhouding tot de goden. Zo raakte de Atheners eraan gewend om na te denken en een mening te vormen. Bovendien behandelden de blijspelen vaak de politiek van de dag. Zo kon je in een vergadering naar een redevoering van Kleon zitten luisteren en de volgende dag in het theater je hart ophalen aan de grappen die er op het toneel over diezelfde Kleon werden verkocht.

Slide 12 - Tekstslide

Gebruik bron 6 en de vier argumenten (A-D).
In het oude Athene was theaterbezoek goed voor de democratie.
Welke twee argumenten passen het beste bij deze uitspraak? Noteer de juiste letters.

Slide 13 - Open vraag

Welke regeringsvormen kende Rome achtereenvolgens? (R1P)
A
Keizerrijk, republiek, koninkrijk.
B
Republiek, koninkrijk, keizerrijk.
C
Koninkrijk, republiek, keizerrijk.
D
Koninkrijk, keizerrijk, republiek

Slide 14 - Quizvraag

Hoe wordt het geloven in één god genoemd? (R1p)
A
Polytheïsme
B
Monarchistisch
C
Monotheïsme
D
Atheïsme

Slide 15 - Quizvraag

Sleep het juiste begrip naar de omschrijving (R1p)
Senaat
Pax Romana
Consul
Nobiles
De vergadering van de rijkste en belangrijkste Romeinse families die de Romeinse republiek bestuurde. 
Een lange periode van rust en vrede in het Romeinse Rijk in de 1e en 2e eeuw n.C. 
Belangrijkste bestuurder en legeraanvoerder in de Romeinse republiek. 
De rijkste en belangrijkste mannen in Rome. 

Slide 16 - Sleepvraag

Waarom werd Julius Caesar vermoord? (R1p)
A
Senatoren vreesden herstel van het koningschap.
B
Caesar was bij het volk bijzonder gehaat.
C
Als alleenheerser mislukte Caesar volkomen.
D
Uit wraak voor de dood van zoveel Galliërs.

Slide 17 - Quizvraag