Les 10: Migratie Methode M: Koloniën en arbeidsmigratie

Vandaag: 
1. Check-in: hoe zit je erbij? Welke            successen? 
2. De lesdoelen van deze les 
3. Klassikale instructie:                                   MIGRATIE: motieven (=redenen)
4.  Zelfstandig werken Methode M

5. Check-out: hoe zit je erbij?  

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag: 
1. Check-in: hoe zit je erbij? Welke            successen? 
2. De lesdoelen van deze les 
3. Klassikale instructie:                                   MIGRATIE: motieven (=redenen)
4.  Zelfstandig werken Methode M

5. Check-out: hoe zit je erbij?  

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel

Aan het eind van de les kun je herkennen en uitleggen wat een migratie-achtergrond is. 

Je kunt uitleggen waarom mensen uit vroegere koloniën naar Nederland zijn gekomen., wat arbeidsmigranten zijn en wat de wetgeving voor vluchtelingen is 

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling Migratie
Wat betekende het ook alweer? 

Welke redenen kennen we? 



Slide 3 - Tekstslide

Migreren
  • Migreren betekent verhuizen

  • Emigratie is verhuizen naar een ander land

  • Immigratie is als mensen uit andere landen in Nederland zijn komen wonen

  • Zolang er mensen zijn komt migratie voor

Slide 4 - Tekstslide

Mensen met een migratie-actergrond?


Migratie-achtergrond
jij of een van je ouders is in het buitenland geboren (en opgegroeid)

Nederlandse achtergrond
jij én je beide ouders zijn in Nederland geboren

Slide 5 - Tekstslide

Waarom emigreren mensen naar Nederland?

Slide 6 - Tekstslide


Koloniaal verleden


Toen de Nederlandse kolonies onafhankelijk werden,
kozen veel inwoners voor meer zekerheid in Nederland

Sommigen waren bang voor de onzekere economische of 
politieke situatie in hun eigen land

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Nederlands- Indië
Nederlands- Indië: Werd in 1949 een eigen land (Indonesië). Mensen moesten kiezen of ze in Nederland of Indonesië gingen wonen.

Slide 9 - Tekstslide


Molukken


kruidnagel
nootmuskaat
foelie

Slide 10 - Tekstslide

Molukken
Molukken: Zij hadden aan de kant van de Nederlanders gevochten in Nederlands- Indië. 
Ze konden dus niet in Indonesië blijven. 
Ze moesten wel naar Nederland komen. 
Nederland beloofde ze te helpen met een eigen land en voor ze te zorgen.

Slide 11 - Tekstslide

Suriname
Hoorde tot 1975 bij Nederland
Mensen kwamen naar Nederland om te studeren, te trouwen of voor werk.
Na 1975 kwamen mensen hierheen omdat ze bang waren dat de grenzen dicht zouden gaan en ze geen Nederlander meer zouden zijn.
Het ging niet goed met Suriname politiek en economisch.

Slide 12 - Tekstslide

Nederlandse Antillen
Suriname
I
Nederland

Slide 13 - Tekstslide


Werk


Arbeidsmigranten (vroeger: gastarbeiders)
komen naar Nederland om hier tijdelijk te werken

In de jaren '60 en '70 van de 20e eeuw: Turken, Marokkanen, Spanjaarden enz.
In de jaren '00 en '10 van de 21e eeuw: Polen, Roemenen en Bulgaren

Slide 14 - Tekstslide

arbeidsmigranten
Vanaf 1960 ging het zo goed met Nederland dat er geen werkeloosheid was en we wel nog meer werknemers nodig hadden.
Deze mensen haalden we uit Turkije, Marokko, Spanje en Portugal.

Slide 15 - Tekstslide

0

Slide 16 - Video

Binnen de EU
Afspraken tussen de EU-landen : 

Je mag in elk ander EU-land wonen en werken (met je eigen nationaliteit)

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag: 
Methode M: 
Lees: H2.2 Migratiemotieven
Maak: opdracht 4 t/m 6

(hoofdstuk: Migratie - Multiculturele Samenleving)


Let op: ben je klaar met de opdrachten, laat ze zien aan de juf. Niet op je mobiel! 

Slide 18 - Tekstslide