[1] IN het begin schiep God de hemel en de aarde.
[2] De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, en de geest van God zweefde over de wateren.
[3] Toen zei God: 'Er moet licht zijn!' En er was licht.
[4] En God zag dat het licht goed was. God scheidde het licht van de duisternis;
5] het licht noemde God dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Het werd avond en het werd ochtend; dat was de eerste dag.