Week 4, les 1, 3vwo (Ch 6 x C/PartieD, Presentatie, Bijvnw wie is het, begin )

1 / 30
volgende
Slide 1: Interactieve video met 1 slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

1

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bonjour et bienvenue 
Aujourd'hui  nous sommes 
...jour, date, mois
semaine 4
cours 1

Slide 2 - Tekstslide

Dinsdag vervalt les....1 les: presentaties, quickscan + reflectie, partie G/H

2e les: orientatietoets goformative + reflectie


Départ
  1. Début du cours
  2. Présentations
    (nu inleveren!!)
  3. Adjectif + Comparatif
    -Théorie
    - Partie D
    - Jeu 'Qui est-ce?' (wie is het)
  4. Fin du cours
    - Réflection
    (- Quizlet)


(05m)

 (20m)

(10m)

PARLER
ADJECTIF/COMPARATIF
(30m)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PRÉSENTATION
QUI: x --> NU AFMAKEN
QUOI
  1. 2 minutes havo / 2,5 vwo
  2. niveau A1+ havo/ A2 vwo 
  3. sur moi, sur ma famille, sur l'école, les vacances, temps libre

LE RESTE DE LA CLASSE:
  1. Écoutez (en silence!!)
  2. Répètez
    Par exemple "Il s'appelle ....et il a une soeur" ou "Elle aime jouer au hockey"
  3. Compliment et conseil (en néerlandais)

beoordelingsform

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

02:59
Cette chanson (liedje) s'appelle 'BELLE'.
Wat is de mannelijke enkelv vorm?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze grammatica kun je:
1. Het bijvoeglijk naamwoord aanpassen in de zin
2. Een vergelijking maken in het Frans
3. De vergelijkingen "aussi que" (=) "moins que" (<) en "plus que"  (>) in de zin gebruiken


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:30
Noem voorbeelden
van bijvoeglijk nw
in het Nederlands.

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:30
Noem voorbeelden van
bijvoeglijk naamwoorden
in het Frans

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

1. BIJV NW
Vormt zich naar het zelfstandig naamwoord. 
1. De standaard regel voor de vorm: 
  • Mannelijk ev:                  grand
  • Vrouwelijk ev:       + e       grande  
  • Mannelaijk mv:       + s       grand 
  • Vrouwelijk mv:     +es      grandes 
2. De standaard regel voor de plaats:
  • Achter het zelfstandig nw  

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
+es
+s
+e
+ ∅
petit
petites
petits
petite

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies het juiste antwoord:
Les voitures sont très _______ (grand)
A
grande
B
grand
C
grands
D
grandes

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Le livre est _________(nieuw)
A
nouveau
B
nouvelle
C
nouveaux
D
nouvelles

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies het juiste antwoord:
Léa est une fille _____ (sportif)
A
sportif
B
sportive
C
sportife
D
sportiv

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
heureuse
heureux
sportif
heureuses
sportives
sportive
sportifs
heureux

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Neem over in de correcte vorm:
les ____garçons_____ (petit)
(let op vorm en plaats bijv. nw)
timer
0:20

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal correct: mijn sportieve vader
(geen hoofdletter, geen punt)
timer
0:20

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal correct: De mooie sneakers (vr mv)
(geen hoofdletter, geen punt)
timer
0:20

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2/3. Vergelijking
Aussi + bijv nw + que = even als
Plus + bijv nw + que = meer dan
Moins + bijv nw + que = minder dan

Bijv nw past zich aan het onderwerp voor de vergelijking
Thomas est plus grand que Léa
Léa est plus petite que Thomas

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:20
Hoe maak je een vergelijking
in het NL?
Geef voorbeelden

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
1
2
3
1
1
2
3
2
3

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:20
Vergelijking:
meer dan
Vergelijking:
evenveel als 

Vergelijking:
minder dan
moins ... que
aussi ... que
plus (bijv. nw) que

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke Franse zin is de correcte vertaling?
Die kat is kleiner dan een hond

A
Ce chat est plus petit qu'un chien
B
Ce chat est plus petite qu'un chien
C
Ce chat est aussi petit qu'un chien
D
Ce chat est moins petit qu'un chien

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Die boeken zijn beter dan die films
A
Ces livres sont plus mieux que ces films
B
Ces livres sont meilleurs que ces films
C
Ces livres sont aussi mieux que ces films
D
Ces livres sont plus meilleures que ces films

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Net zoals "goed" een uitzondering is: niet "goeder" maar "beter"  

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AU TRAVAIL
GRANDES LIGNES
  • Chapitre 6: tm D
    (havo 15, 16)    (vwo 15 tm 18)
  • difficile?
    Studiewijzer extra uitleg vergelijkingen

FINI?
Spel: Qui est-ce? (wie is het)

timer
1:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Devoirs
1. Faire:
- Chap 6: Partie A tm B

2. Apprendre:
Chap 6: Partie A, B, C




Slide 30 - Tekstslide

https://create.kahoot.it/share/duplicate-of-les-trois-rois-6-janvier/0735b0a8-2cce-4035-8102-ac3711f390e3