3V-Kap3- oefentoets-besprechen

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Heute:

Wir kontrollieren und besprechen 
den Übungstest

Slide 2 - Tekstslide

Lernziele:
Diese Wörter kann ich benutzen:
- haben, sein, werden in allen Zeiten 
- die Personalpronomen in allen Fällen  
-die Wechselpräpositionen 
- die Präpositionen mit Dativ und die Präpositionen mit Akkusativ 
- die Wörterlisten von Kapitel 3

 
 

Slide 3 - Tekstslide

Lernziel: Diese Wörter kann ich benutzen:
- haben, sein, werden in allen Zeiten 
A) Übersetze das Verb in Klammern (tussen haakjes) ins Präteritum (verleden tijd). 
Achte auf die richtige Form. 

Slide 4 - Tekstslide



1 (werden) ________ du gestern zum Wandern abgeholt?

Slide 5 - Open vraag



2 (haben) Tom _________ letztes Jahr großes Glück: eine Lawine kam neben ihm herunter und ihm ist nichts passiert!

Slide 6 - Open vraag

3 (sein) _________________ seine Freunde auch unverletzt?

Slide 7 - Open vraag

4 (werden) Ein Freund _________ ins Krankenhaus gebracht.

Slide 8 - Open vraag

5 (sein) Tom und sein Freund __________ schnell wieder auf der Ski-Piste.

Slide 9 - Open vraag

Lernziel: Diese Wörter kann ich benutzen:
- haben, sein, werden in allen Zeiten 
B) Welches Verb passt in den Satz? Übersetze das Verb aus der Klammer (tussen haakjes). 

Slide 10 - Tekstslide

1 (werd) Susanne ________ sehr früh eine gute Sportlerin.

Slide 11 - Open vraag



2 (heeft) „Frau Schneider, ___________ Sie auch Training morgen?“

Slide 12 - Open vraag

3 (heb gehad) – „ Nein, ich _________ gestern schon Training _________ .“‘

Slide 13 - Open vraag

4 (zijn) „Oh nein, ihr ___________ schon wieder viel zu spät, wie gestern schon!“

Slide 14 - Open vraag

5 (zijn – geweest) „Aber wir ________ doch gestern gar nicht zu spät ________ !“

Slide 15 - Open vraag

Lernziel: Diese Wörter kann ich benutzen:
- die Personalpronomen in allen Fällen
-die Wechselpräpositionen  
C) Vertaal de woorden tussen haakjes. Let op de voorzetsels en de goede naamval! 

Slide 16 - Tekstslide

Seite 170 = bolletje 19:

Slide 17 - Tekstslide

Sleep de voorzetsel naar de juiste categorie.
3e naamval
4e naamval
keuzevoorzetsel
aus
durch
mit
vor
für
in
nach
ohne
gegen
hinter
neben
bei
von
um
auf
an
entlang

Slide 18 - Sleepvraag

1. Ist (naast jullie) noch ein Platz frei?

Slide 19 - Open vraag

2. Ich warte schon lange (op jou).

Slide 20 - Open vraag

3. (Boven ons) fliegt ein Flugzeug.

Slide 21 - Open vraag

4. Da steht mein Kleiderschrank, (onder hem) liegen meine Ski-Stiefel.

Slide 22 - Open vraag

Lernziel: Diese Wörter kann ich benutzen:
- die Personalpronomen in allen Fällen
-die Präpositionen mit Dativ und die Präpositionen mit Akkusativ

D) Vertaal de woorden tussen haakjes. Let op de voorzetsels en de goede naamval! 

Slide 23 - Tekstslide

1. Hier habe ich ein Paar Schlittschuhe (voor jou).

Slide 24 - Open vraag

2. (Zonder hem) will ich die Reise nicht machen.

Slide 25 - Open vraag

3. Darf ich (u) etwas erzähle? Es ist aber geheim!

Slide 26 - Open vraag

4. (bij u) ist mein Geheimnis sicher, denke ich.

Slide 27 - Open vraag

Heb je de lesdoelen behaald? Diese Wörter kann ich benutzen:
- haben, sein, werden in allen Zeiten
- die Personalpronomen in allen Fällen
-die Wechselpräpositionen
- die Präpositionen mit Dativ und die Präpositionen mit Akkusativ
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

E) Vertaal de zin. Let goed op de werkwoorden en naamvallen.
2. Veel mensen zetten zich in voor de bescherming van het milieu. (4p)

Slide 29 - Open vraag

Lernziel: Diese Wörter kann ich benutzen:
- die Wörterlisten von Kapitel 3

F) Lies jeweils die deutsche Umschreibung und finde das dazugehörige niederländische Wort. Übersetze das passende Wort ins Deutsche. 

Slide 30 - Tekstslide

de uitzondering – de kleuren – eisen – turkoois – een risico nemen

1 Wenn man etwas tut, was gefährlich ist.

Slide 31 - Open vraag

de uitzondering – de kleuren – eisen – turkoois – een risico nemen

2 Wenn jemand anders behandelt werden möchte, eine Extra-Wurst möchte.

Slide 32 - Open vraag

de uitzondering – de kleuren – eisen – turkoois – een risico nemen

3 Wenn die Sonne scheint und der Strand ist sauber, dann sieht das Meer manchmal so aus.

Slide 33 - Open vraag

de uitzondering – de kleuren – eisen – turkoois – een risico nemen

4 Viele Umweltorganisationen wollen ein Verbot für Plastikflaschen, sie ___ das.

Slide 34 - Open vraag

de uitzondering – de kleuren – eisen – turkoois – een risico nemen

5 Wenn nicht alles schwarz-weiß ist, sondern bunt.

Slide 35 - Open vraag

Heb je de lesdoelen behaald?
Diese Wörter kann ich benutzen:
- die Wörterlisten von Kapitel 3

😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll

Das will ich jetzt gerne zur Vorbereitung auf die Klassenarbeit machen:

Slide 37 - Open vraag

Hier kannst du weiterüben...

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Link

Slide 40 - Link

Slide 41 - Link

Slide 42 - Tekstslide