theme 3 adverbs of frequency + recap adjectives

Welcome!
Get your iPads out - log in to LessonUp
study grammar on page 173 workbook
study vocabulary
or finish homework
timer
5:00
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome!
Get your iPads out - log in to LessonUp
study grammar on page 173 workbook
study vocabulary
or finish homework
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesson plan
Grammar
Recap adjectives and adverbs
word order
adverbs of frequency

Let's practise!!

Slide 2 - Tekstslide

Aims
At the end of the lesson you, 
know how to use adjectives and adverbs
know the word order

Slide 3 - Tekstslide

Check homework
do ex. 49, 50 WB page 165 and 166

study all vocabulary

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Adjectives -bijvoeglijke naamwoorden 
Miss Ewalds is an amazing teacher, 

 Adverbs -- bijwoorden 
... and she sings wonderfully!

Slide 6 - Tekstslide

adjectives > adverbs 
EXCEPTIONS: Hard, fast, good
She fell off her bike and hit the ground hardly hard
News of the fire spread fastly  fast
She plays football very goodly well

Exceptions: werkwoorden: to be + look, see, smell, hear, taste

Slide 7 - Tekstslide

let's practice!
Adjective or adverb?

Slide 8 - Tekstslide

Adjectives and adverbs
The garden is .....
A
beautifully
B
beautiful

Slide 9 - Quizvraag

Adjectives and adverbs
She skates ....
A
fastly
B
fast

Slide 10 - Quizvraag

Adjectives and adverbs
It tastes ....
A
good
B
well

Slide 11 - Quizvraag

Adjectives and adverbs
She dances ......
A
wonderful
B
wonderfully

Slide 12 - Quizvraag

Adjectives and adverbs
She skates ....
A
fastly
B
fast

Slide 13 - Quizvraag

Adjectives and adverbs
This is an .... difficult game.
A
incredibly
B
incredible

Slide 14 - Quizvraag

Word Order
Grammar

Slide 15 - Tekstslide

woordvolgorde (word order)
wie - doet - wat - waar - wanneer

Slide 16 - Tekstslide

Word order // place before time

Slide 17 - Tekstslide

Adverbs of frequency

Slide 18 - Tekstslide

Wat zijn adverbs of frequency?
Woorden die aangeven hoe vaak iets gebeurt.

Je gebruikt meestal de present simple wanneer er adverbs of frequency in de zin staan.

Slide 19 - Tekstslide

Adverbs of frequency
Words that tell how us how often something happens:
always
usually
often
sometimes
hardly ever
never

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Twee regels die je moet kennen
1) een adverb of frequency komt altijd voor het eerste werkwoord in de zin
2) een adverb of frequency komt altijd na een vorm van to be (zijn)

Slide 22 - Tekstslide

Let's practise

Slide 23 - Tekstslide

Wat geeft een adverb of frequency aan?
A
Wanneer iets gebeurt
B
Waar iets gebeurt
C
Hoe vaak iets gebeurt
D
Waarom iets gebeurt

Slide 24 - Quizvraag

Adverbs of frequency zijn...
A
ever, never, since
B
always, never, since
C
always, never, often
D
ever, never, always

Slide 25 - Quizvraag

Adverbs of frequency rule:
A
Voor hoofdww maar achter "to be"
B
altijd achter het werkwoord
C
Achter het hoofdww. , voor "to be"
D
altijd voor het werkwoord

Slide 26 - Quizvraag

Where do we put adverbs of frequency?
A
Always I play football.
B
I always play football.
C
I play always football.
D
I play football always.

Slide 27 - Quizvraag

I write 'thank you' cards for my presents

Herschrijf de zin met een adverb of frequency: always

Slide 28 - Open vraag

I am late for school.

Herschrijf de zin met een adverb of frequency: sometimes

Slide 29 - Open vraag

Mum is angry if I don't tidy my room.
Herschrijf de zin met een adverb of frequency: usually

Slide 30 - Open vraag

Time to work
What: Do exercise 51 a,b,c WB page 166
How: on your own, in pairs
Help: teacher, notes
Time: 10 min
Done? Study all vocabulary on quizlet

Slide 31 - Tekstslide