5.1 Wat levert werken op?

H5 Is er werk voor jou?
Paragraaf 5.1 Wat levert werken op?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5 Is er werk voor jou?
Paragraaf 5.1 Wat levert werken op?

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog/al?

Slide 2 - Tekstslide

CAO

Slide 3 - Woordweb

Leerdoelen 5.1
  • Je kunt uitleggen wat voor arbeidsmotieven er zijn.
  • Je kunt uitleggen hoe de hoogte van je loon bepaald wordt.
  • Je kunt je nettoloon berekenen.
  • Je kunt het verschil tussen wit, grijs en zwart werk uitleggen.
  • Je kunt uitleggen wat het minimumloon is.

Slide 4 - Tekstslide

Arbeidsmotieven
De reden dat je werk zijn arbeidsmotieven.
Arbeidsmotieven kunnen zijn:
  • Geld verdienen
  • behoefte aan sociale contacten
  • Nuttig en zinvol bezig zijn
  • Regelmaat in je leven
  • Nieuwe dingen leren.

Slide 5 - Tekstslide

Scholing
  • Voor een aantal banen heb je een beroepsopleiding nodig. 
  • Dit noemen we scholing.
  • Banen waar je een opleiding voor nodig hebt noemen we geschoold werk. Voorbeelden zijn leraar en bakker.
  • Banen waar je geen opleiding voor nodig bent, noemen we geschoold werk. Zoals schoonmaakster of vuilnisman.

Slide 6 - Tekstslide

CAO
  • Je kunt lid worden van een vakbond.
  • Die onderhandelt met de werkgevers over bijvoorbeeld het loon, het aantal werkuren per week en het aantal vakantiedagen.
  • De afspraken over de arbeidsvoorwaarden worden per bedrijfstak vastgelegd in een CAO (collectieve arbeidsovereenkomst)

Slide 7 - Tekstslide

Loon
  • In je arbeidsovereenkomst staat hoeveel je brutoloon is. 
  • Dat is het loon dat je met je werkgever hebt afgesproken en waarop nog niets is ingehouden.
  • Van je brutoloon gaan nog inhoudingen af voor loonbelasting en sociale premies. 
  • Nadat deze inhoudingen van je brutoloon afgehaald zijn, houd je het nettoloon over, dit ontvang je op de bank.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Soorten werk
  • Onbetaald werk wordt ook wel grijs werk genoemd, dit is werk waarvoor je niet wordt betaald, zoals Vrijwilligerswerk of mantelzorg.
  • bij Zwart werk, werk je zonder arbeidscontract. Je krijg wel loon, maar betaalt geen belasting of sociale premies. zwartwerken is strafbaar.
  • niet geregistreerd werk, noemen we de informele sector.

Slide 11 - Tekstslide

Minimumloon
  • Als je werkt heb je recht op het wettelijk minimumloon
  • Dat is het brutoloon dat een werknemer van 21 jaar en ouder minstens moet verdienen in een voltijdbaan.
  • Ben je jonger dan geldt het minimumjeugdloon.
  • Dat is een percentage van het minimumloon. Hoe jonger, hoe lager het minimumjeugdloon.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Je kunt nu
  • Je kunt uitleggen wat voor arbeidsmotieven er zijn.
  • Je kunt uitleggen hoe de hoogte van je loon bepaald wordt.
  • Je kunt je nettoloon berekenen.
  • Je kunt het verschil tussen wit, grijs en zwart werk uitleggen.
  • Je kunt uitleggen wat het minimumloon is.

Slide 14 - Tekstslide

Begrippen paragraaf 5.1 
  • Arbeidsmotieven
  • Brutoloon
  • Cao
  • Geschoold werk
  • Minimumloon
  • Nettoloon
  • Zwart werk

Slide 15 - Tekstslide

Aan het werk!
Maken opdrachten 5.1: 5, 7, 9, 10, 11, 12, 15 en 16 
Maken Rekenopdrachten: 3, 6 en 9
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken herhalingsopdrachten 5.1
Veel goed? -> Maken plusopdrachten 5.1 

 

timer
25:00

Slide 16 - Tekstslide