Chapter 5

Chapter 5 - The world of media
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Chapter 5 - The world of media

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's lesson
  • Homework check
  • Grammar: prefixes and suffixes
  • Practice: prefixes and suffixes
  • Test chapter 3-4
  • Homework 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

-  I know what prefixes and suffixes are.
-  I can can use prefixes correctly.
-  I can use suffixes correctly.
E: Grammar

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prefixes and suffixes are sets of letters that we add to the beginning of a word (prefix) or at the end of a word (suffix). They change the meaning of a word.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Find out the rule
Example A: Don't get me wrong, I like the idea that people want to visit my city. It's just that I absolutely dislike all the mess they leave behind.

Example B: It's a treat to watch Arsenal play so well nowadays! I watched the replay of that second goal five times.


Slide 5 - Tekstslide

Ask SS to read these 2 examples and what the differences are
like-dislike (dis- = not/the opposite)
play-replay (re- = again/back)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Prefixes
What are prefixes?    

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prefixes
Letters you place BEFORE a word
They change the meaning of the word

Examples: 
non- /un-/ im-/ il-/ in-/ ir-/ dis-
re-
mis-            

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

These prefixes all mean 'not' or 'the opposite'
non-             sense -> nonsense
un-               used -> unused
im-               possible -> impossible
il-                  legal -> illegal
in-                compatible -> incompatible
ir-                 responsible -> irresponsible
dis-             appear -> disappear

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

re- means 'again', 'back' or 'in response to'

act -> react
play -> replay
turn -> return

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

mis- is used to give a negative meaning

place -> misplace
understand -> misunderstand

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dis- is used to give an opposite or negative meaning

like -> dislike
appear -> disappear

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Do you remember?

re- means?
mis- means?

Slide 14 - Tekstslide

re- means again/back
mis- means wrong/not
Are there any rules?
Not really. You can only study prefixes by studying the words they belong to. Sometimes it is easy, because you already know a lot of them. Sometimes you have to look them up in a dictionary.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Are there any rules?
There are minor rules for spelling though.
ir- is always followed by an r
im- is always followed by an m or p
a- is always followed by a consonant (medeklinker)

This does not work the other way around.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suffixes
What are suffixes?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suffixes
Letter that go AFTER a word
They change the meaning of a word

Examples:
-er
-ing/ -ment
-ness

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

-er: comparison / the person/thing that does the action

fast -> faster
slow -> slower

teach -> teacher
rap -> rapper

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

-ing/-ment to change a verb into a noun

-ment (a product, material or a verb):
move -> movement

-ing (a verb):
write -> writing (note: drop the -e)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

-ness to change an adverb or adjective into a noun

friendly -> friendliness
sad -> sadness

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prefixes
non-/un-/im-/il-/in-/ir- 
non-profit/illegal/impossible

Re-
return / revisit/ replay

Mis-
miscommunication  

Dis-
disappear
Give an opposite meaning to a word.


Again, back or in response to


Negative meaning


Opposite or negative meaning

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suffixes
-er
slower, faster, easier 

-ness
kindness, happiness

-ing
painting

-ment
payment
Comparison / a person or thing that does a certain action.

To turn an adverb/adjective into a noun.


To turn a product, material or a verb into a noun.

To change a verb into a noun.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which is the correct opposite of honest?
A
unhonest
B
ilhonest
C
dishonest
D
mishonest

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which is the correct opposite of reliable?
A
irreliable
B
unreliable
C
disreliable
D
inreliable

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which is the correct opposite of agree?
A
misagree
B
unagree
C
iragree
D
disagree

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the suffix that changes the verb 'buy' into a person that does the action.
A
-ing
B
-ment
C
-er

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the suffix that changes the verb 'develop' into a person that does the action.
A
-ment
B
-ness
C
-er

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What's the comparative form of 'heavy'?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Change the verb 'build'. Add the prefix that means 'again'.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Change the verb 'begin' into the product of the action. Choose the correct suffix -ment or -ing.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Change the noun 'respect'. Add the prefix that gives it the opposite meaning.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Change the adjective 'happy'. Add the prefix that gives it the opposite meaning.

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the comparative of
the adjective 'high'.

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Change the adjective 'weak' into a noun. Choose the correct suffix: -ness or -ment.

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Change the adjective 'responsible'. Add the prefix that gives it the opposite meaning.

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Change the verb 'do'. Add the prefix that means 'again'.

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Change the verb 'disappoint' into a noun. Choose the correct suffix: -ment or -ness.

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Prefixes
suffixes
impossible
unprepared
nonsense
disbelief
dancer
drawing
happiness
advertisement

Slide 39 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

How did it go?
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Stepping Stones Online:
Do exercises 29, 30, 31, 33
(Skip ex. 32)

Did you already finish these? 
Do ex. 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16
timer
15:00

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Test chapter 3-4

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B) Grammar
  • Pak een blaadje uit de kast OF pak de laatste pagina van je schrift;
  • Bekijk je antwoorden op de toets en verbeter de foute antwoorden met behulp van je boek;
  • Geef per antwoord aan waarom het antwoord op de toets fout was / hoe je had kunnen weten wat wel het juiste antwoord was;
  • Categoriseer je fouten en geef per categorie aan hoe je dergelijke fouten in de toekomst zou kunnen voorkomen;
  • Klaar? Laat het aan mij zien en ga dan verder met ex. 32, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies