Clase 13 Unidad 9 C1 Vocabulario

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Jueves, 3 de noviembre de 2022
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Jueves, 3 de noviembre de 2022

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy?
  1. Somtoday.
  2. Objetivos de la unidad 9.
  3. Empezamos con la unidad 9
  4.  ¡A trabajar!
  5. Final de la clase. ¿Qué has aprendido hoy?

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van dit hoofdstuk:
Leerdoelen
Ik kan iets zeggen over kleding.
Ik ken de vervoeging van de pretérito perfecto (voltooid tegenwoordige tijd)
Ik ken de namen van kledingstukken in het Spaans.
Ik ken de getallen 1 t/m 1000 in het Spaans.


Slide 3 - Tekstslide

Aan het einde van dit hoofdstuk:
Succescriteria's
- Ik ken de namen van 10 kledingstukken in het Spaans.
- Ik kan vragen en zeggen hoeveel iets kost in het Spaans.
- Ik kan vertellen iets over dingen die ik gedaan heb.
- Ik ken alle woorden en frases claves van unidad 9.


Slide 4 - Tekstslide

Unidad 9 "La ropa"

Slide 5 - Tekstslide

La ropa
La ropa

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

¿Puedes completar los colores?
color
un vestido
unas camisetas
un pantalón
rojo
rojo
azul
azules
amarillo
amarillo
gris
gris
violeta
violeta
verde
verdes
timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

¿Puedes completar los colores?
color
un vestido
unas camisetas
un pantalón
rojo
rojo
rojas
rojo
azul
azul
azules
azul
amarillo
amarillo
amarillas
amarillo
gris
gris
grises
gris
violeta
violeta
violetas
violeta
verde
verde
verdes
verde

Slide 10 - Tekstslide

Los números 0-1000

Slide 11 - Tekstslide

0 - 30
0 - cero             7 - siete            14 - catorce                 21 - veintiuno
1 - uno               8 - ocho            15 - quince                  22 - veintidós
2 - dos               9 - nueve         16 - dieciséis              23 - veintitrés
3 - tres              10 - diez            17 - diecisiete            26 - veintiséis
4 - cuatro         11 - once          18 - dieciocho            30 - treinta
5 - cinco           12 - doce          19 - diecinueve
6 - seis              13 - trece          20 - veinte

Slide 12 - Tekstslide

30 - 100
30 - treinta                                        70 - setenta
31 - treinta y uno                            80 - ochenta
40 - cuarenta                                   90 - noventa
45 - cuarenta y cinco                  100 - cien
50 - cincuenta
58 - cincuenta y ocho
60 - sesenta

Slide 13 - Tekstslide

100 - 1000
101- ciento uno                                           470 -  cuatrocientos setenta
131 - ciento treinta y uno                        500- quinientos
200 - doscientos                                        600 - seiscientos
245 - doscientos cuarenta y cinco     700 - setecientos
300 - trescientos                                         800- ochocientos
358 - trescientos cincuenta y ocho    900- novecientos
400 - cuatrocientos                                    1000- mil

Slide 14 - Tekstslide

Zet in de juiste volgorde (je begint bij 0)
1
2
3
4
5
cero
ochenta y tres
ochocientos trece
quinientos veinticuatro
ciento setenta y dos

Slide 15 - Sleepvraag

Welk cijfer wordt hier genoemd?

'En la tienda hay doce probadores'
A
212
B
2
C
200
D
12

Slide 16 - Quizvraag

Welk cijfer wordt hier genoemd?
'Madrid tiene ciento cincuenta autobuses'
A
115
B
150
C
105
D
155

Slide 17 - Quizvraag

Welk cijfer wordt hier genoemd?
'Las gafas de sol cuestan trescientos noventa y siete euros'
A
379
B
397
C
333
D
97

Slide 18 - Quizvraag

Welk cijfer wordt hier genoemd?
'En el restaurante hay doscientas dieciocho personas'
A
218
B
208
C
801
D
18

Slide 19 - Quizvraag

Schrijf nu zelf het cijfer:
setecientos veintiséis

Slide 20 - Open vraag

Schrijf nu zelf het cijfer:
doscientos sesenta y cinco

Slide 21 - Open vraag

Schrijf nu zelf het cijfer:
ochocientos quince

Slide 22 - Open vraag

Schrijf nu zelf het cijfer:
ciento nueve

Slide 23 - Open vraag

Schrijf het getal voluit in het Spaans:
552

Slide 24 - Open vraag

Schrijf het getal voluit in het Spaans:
910

Slide 25 - Open vraag

Schrijf het getal voluit in het Spaans:
667

Slide 26 - Open vraag

Schrijf het getal voluit in het Spaans:
830

Slide 27 - Open vraag

Schrijf het getal voluit in het Spaans:
1024

Slide 28 - Open vraag

Unidad 9 Vocabulario

Slide 29 - Tekstslide

Verplichte opdrachten:
TB Unidad 9 Vocabulario:
Opdracht 1, 4, 6 en 7
WB Unidad 9 Vocabulario:
Opdracht 1 t/m 3

Si terminas/Als je klaar bent?





Optionele opdrachten:
(verdieping / verbreding)
TB Unidad 9. Vocabulario
Opdracht 9

Slide 30 - Tekstslide

Deberes (Huiswerk)
Verplichte opdrachten:
TB U9 Vocabulario:
Opdracht 1, 4, 6 en 7
WB U9 Vocabulario:
Opdracht 1 t/m 3
Estudia
Vocabulario unidad 9 (vanaf "la cazadora"t/m "la reunión")
Getallen 1 t/m 1000
Frases claves unidad 9
Gramática unidad 7 en 8 (zie LessonUp)
Optionele opdrachten:
(verdieping / verbreding)
TB Unidad 9. Vocabulario
Opdracht 9

Slide 31 - Tekstslide


¿Cómo has trabajado hoy en clase?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll


Leg in je eigen woorden uit wat het leerdoel van deze les was.

Slide 33 - Open vraag

0

Slide 34 - Video