26. September 2022
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Link
Slide 4 - Tekstslide
Was ist ein Personalpronomen?
A
een werkwoord
B
een bijvoeglijk naamwoord
C
een persoonlijk voornaamwoord
D
een bezittelijk voornaamwoord
Slide 5 - Quizvraag
Ich wohne in Deutschland- Wo wohnst ____(jij)?
Slide 6 - Open vraag
(Jullie) seid super schlau.
Slide 7 - Open vraag
Frau Müller, (u)____ haben ihre Tasche vergessen.
Slide 8 - Open vraag
Het werkwoord sein.
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
sein
sein
Slide 9 - Sleepvraag
Er _____ immer pünktlich.
A
bin
B
sein
C
ist
D
seid
Slide 10 - Quizvraag
Ihr ______ eine tolle Klasse.
A
sind
B
bin
C
ist
D
seid
Slide 11 - Quizvraag
Wer ____ du?
Slide 12 - Open vraag
Wann _____ wir zu Hause?
Slide 13 - Open vraag
Ich ____ hier alleine, ihr ____ zu zweit.
Slide 14 - Open vraag
Hallo, wer ____ du?
