Hoe heet de groep kolonisten die om geloofsredenen naar Amerika trekt?
A
Founding Fathers
B
Knickerbockers
C
Pilgrim Fathers
D
Tea Party
Slide 26 - Quizvraag
Hoe noem je een kolonie die vooral gericht is op handel, nijverheid en landbouw.
A
Factorij
B
Vestigingskolonie
C
Plantagekolonie
D
Winstkolonie
Slide 27 - Quizvraag
Hoe worden afschaffers van de slavernij genoemd?
A
Eliministen
B
Slavisten
C
Romanticisten
D
Abolitionisten
Slide 28 - Quizvraag
Begrippen en volgordevragen
Slide 29 - Tekstslide
oefentoets HC Britse Rijk
Slide 30 - Tekstslide
Chronologieronde
Je krijgt straks twee gebeurtenissen te zien. Kies steeds voor de gebeurtenis die eerder was.
Slide 31 - Tekstslide
Wat gebeurde eerder?
A
Amerikaanse Burgeroorlog
B
Amerikaanse revolutie
Slide 32 - Quizvraag
Inzichtsvragen
Slide 33 - Tekstslide
Wat is fout? De Anglicaanse kerk
A
werd gesticht omdat Hendrik VIII niet mocht scheiden van de paus
B
is vooral in Engeland en voormalige koloniën te vinden
C
is voortgekomen uit kritiek op de bijbelvertaling
D
bij deze kerk is de koning het hoofd van de kerk
Slide 34 - Quizvraag
Sommige Amerikaanse historici spreken over een genocide op de Indianen door de kolonisten. Waarom vinden ze het een genocide?
A
De Britten hadden ziektes waaraan de Indianen overleden.
B
De Britten sloopten de heilige plekken van de Indianen.
C
De Britten roeiden alle dieren uit die de Indianen aten.
D
De Britten voerden veroveringsoorlogen tegen de Indianen.
Slide 35 - Quizvraag
Wat is een plantage- economie?
A
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van plantages.
B
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van koloniën.
C
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van slaven.
D
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van landbouw.
Slide 36 - Quizvraag
Welk begrip heeft niks te maken met de trans-Atlantische slavenhandel
A
VOC
B
Handelskapitalisme
C
Driehoekshandel
D
WIC
Slide 37 - Quizvraag
Verlichte denkers zagen volkssoevereiniteit als alternatief voor absolute vorsten. Maar wat betekent volkssoevereiniteit?
A
Een kleine groep mensen heeft de macht namens het volk .
B
Het volk heeft alle macht.
C
Het volk heeft de hoogste macht en bepaalt wie de bestuurders zijn.
D
Het volk wijst één leider aan dat namens hen gaat besturen.
Slide 38 - Quizvraag
Wat waren oorzaken voor het uitbreken van de Amerikaanse burgeroorlog?
A
Onenigheid over de oorlog met Frankrijk
B
Onenigheid over slavernij
C
Onenigheid over de te produceren producten
D
Onenigheid over de rol van GB in het dagelijks bestuur
Slide 39 - Quizvraag
Bron: Door de slavernij 'Door de slavernij gingen Europeanen hun ras beter vinden. Mede daardoor gingen ze over tot de verovering en kolonisatie van Afrika in de 19e eeuw. Dit gevoel van meerderwaardigheid woekert nog steeds in ons midden'.
Lees bovenstaande bron. Waarover gaat deze bron?
A
over een directe oorzaak van slavernij
B
over een gevolg op kort termijn van slavernij
C
over een indirecte oorzaak van slavernij
D
over gedrag en ideeën van mensen in het verleden.
Slide 40 - Quizvraag
Het denken van de schotse filosoof Adam Smith met zijn vrije markteconomie is een voorbeeld van;
A
Communisme
B
Mercantilisme
C
Liberalisme
D
Socialisme
Slide 41 - Quizvraag
Koppel de begrippen uit paragraaf 1 van HC Britse Rijk aan de kenmerkende aspecten
KA: protestantse reformatie
KA: Plantage-kolonieën en trans-Atlantische slavenhandel
KA: Rationeel optimisme en 'verlicht denken'
KA: De democratische revoluties
Pilgrim Fathers
Vestigingskoloniën
Plantage-economieën
Driehoekshandel
Royal African company
Trias politica
Volkssoevereiniteit
Natuurlijke rechten
Federale staat
Abolitionisme
Slide 42 - Sleepvraag
Wat heb je nog nodig om deze toets beter te kunnen maken?