ww, tw en wazo- les 6

ww, tw en wazo- les 6
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
RechtenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

ww, tw en wazo- les 6

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat moet je doen:
1. Wat doe je steeds bij elke casus:
  • reken eerst uit wanneer iemand geboren is
  • reken vervolgens uit wanneer iemand 18 jaar is
  • reken ook uit wanneer iemand is begonnen met werken
2. met deze info kun je feitelijk en fictief uitrekenen:
  • fictief: 
- is iemand vóór 1998 18 jr geworden dan: 1998 - jaar 18 geworden = fictief arbeidsverleden. 
- is iemand  NIET vóór 1998 18 jr geworden: géén fictief arbeidsverleden.
  • feitelijk:
- gaat om alle jaren gewerkt vanaf 1998 tot het jaar dat je werkloos bent geworden ( vaak 2023):
som is dan 2023 (jaar werkloos) - jaar begonnen met werk =  aantal jaren feitelijk arbeidsverleden.
3. fictief en feitelijk tel je bij elkaar op en is je totale arbeidsverleden in de WW

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 1 berekening arbeidsverleden
Joey (26 jaar) heeft een vast contract bij het Summa College. Om economische redenen is Joey ontslagen met ingang van 1 februari 2023.
Joey werkt sinds zijn 18e bij het Summa College. Zijn laatstverdiende loon is € 1.200 per maand.

Bereken het arbeidsverleden van Joey.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
  • Het is 2023.
  • Joey is 26 jaar. Hij is dus 18 geworden in 2015.
  • Joey is gaan werken op zijn 18e, dus in 2015.
  • Hij wordt ontslagen in 2023.
  • Feitelijk arbeidsverleden = 2023 - 2015 = 8 jaar.
  • Geen fictief arbeidsverleden (cadeautje), want 18 ná 1998.
  • 8 + 0 = 8 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 3 berekening duur

Mark is 47 jaar oud en werkt bij ASML sinds zijn 29e. Hij verliest zijn baan op 1 maart 2023.
Zijn laatstverdiende loon was € 3000.

Bereken het arbeidsverleden van Mark.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
  • Het is 2023.
  • Mark is 47 jaar. Hij is dus 18 geworden in 1994.
  • Hij werkt sinds zijn 29e, dus vanaf 2005.
  • Hij wordt ontslagen in 2023.
  • Feitelijk arbeidsverleden =  periode 1998 tót 2023 = 2023 - 2005 = 18 jaar.
  • Fictief arbeidsverleden (cadeautje), want 18 vóór 1998. 1998-1994 = 4 jaar
  • Dus 4 + 18 = 22 jaar aan arbeidsverleden

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 1 berekening duur na vaststellen arbeidsverleden

Wat is de duur van (oftewel het aantal maanden van) de ww-uitkering van Joey van 26 jaar die een arbeidsverleden heeft van 8 jaar, opgebouwd in de laatste 8 jaar

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

antwoord
niet méér dan 10 jaar arbeidsverleden = altijd per jaar 1 maand
Joey heeft 8 jaar arbeidsverleden, dus 8 x 1 maand = 8 maanden recht op ww

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 2 berekening duur na vaststellen arbeidsverleden

Wat is de duur van (oftewel het aantal maanden van) de ww-uitkering van Shanon van 34 jaar die een arbeidsverleden heeft van 14 jaar die ze de laatste
14 jaar heeft opgebouwd.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

antwoord
meer dan 10 jaar arbeidsverleden én gewerkt na 2015 dan:
  • over de jaren vanaf 2016 (ná 2015) = per jaar een 0,5 maand
dus 2023- 2016 =7 jaar x 0,5 = 3,5 maand
  • over de jaren tot 2016 = per jaar 1 maand
dus 14 jaren - 7 = 7 maanden
  • 7 jaren x 1 mnd = 7 maanden
  • 7 + 3,5 = 10,5 maand recht op ww

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hoogte van de ww-uitkering
  • de ww-uitkering is loongerelateerd. Er wordt dus gekeken naar je laatstverdiende loon voor je werkloosheid. Vermogen of inkomen van een evt. partner is niet relevant!!
  • de hoogte vd uitkering in de ww is:
  -   de eerste 2 maanden 75% van dit laatstverdiende loon
  -   vanaf de 3e maand 70%   

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het laatstverdiende loon
  • het laatstverdiende loon is je dagloon. Dit wordt vastgesteld door van je jaarinkomen 1/261 te nemen. Zie p. 173 en 44 KG. Hiermee is het dagloon vastgesteld, tenzij het dagloon hoger is dan het max. dagloon (p.287 )!!. 
  • om het om te rekenen naar een maandloon moet je dit nog x 21,75, zie p. 172 KG
  • Let op: het dagloon/maandloon is niet de hoogte van je uitkering, maar 75% hiervan respectievelijk 70% (vanaf 3e maand ww)!!
  • zit je nu onder het sociaal minimum, dan mogelijk recht op aanvulling vanuit de TW. TW kijkt dan wel naar het gezinsinkomen, p. 173 KG!! 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kees heeft een sv-loon (=jaarinkomen) van € 50.000 per jaar.
Wat is zijn dagloon?
A
191,57
B
192,31

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Suzie heeft een sv-loon van € 18.000 per jaar.
Wat is haar dagloon?
A
67,92
B
67,93
C
68,96
D
68,97

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Suzie heeft dus een dagloon van € 68,97, wat is de hoogte van haar uitkering (per dag) in de eerste maand aan ww?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Eric, 53 jaar oud, heeft een baan waarin hij 40 uur per week werkt. Hij verdient er op jaarbasis 55.000,-. Door een reorganisatie verliest hij op 1 jan. 2022 zijn baan. Hij werkte er 30 jaar lang en het was ook zijn enige baan. a. Heeft Eric recht op een ww-uitkering?
b. wat is zijn arbeidsverleden
c. hoe lang heeft hij recht op een ww-uitkering?
d. wat is zijn dagloon?
e. wat krijgt hij aan ww-uitkering per dag bij aanvang en na een half jaar?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

toeslagenwet

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toeslagenwet 
We gaan oefenen met de toeslagenwet

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de toeslagenwet?
A
volksverzekering
B
werknemersverzekering
C
sociale voorziening

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie voert de toeslagenwet uit?
A
SVB
B
UWV
C
Gemeente
D
Belastingdienst

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke toeslag wordt niet door de belastingdienst uitgevoerd?
A
zorgtoeslag
B
huurtoeslag
C
toeslag op WW
D
kindgebonden budget

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarop kan je geen aanvulling krijgen vanuit de toeslagenwet?
A
WW-uitkering
B
Zw-uitkering
C
loondoorbetaling bij ziekte door wg
D
ANW-uitkering

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Peter (25 jaar) is alleenstaande en heeft een inkomen van onder het minimumloon aan WIA-uitkering. Heeft hij recht op een toeslag?

Slide 34 - Open vraag

ja, 16, 57 p/d want sociaal minimum - br.ink= toeslag p.289
Inge (36 jaar) is samenwonend met Mo en heeft een inkomen onder het minimumloon aan ZW-uitkering. Mo verdiend zelf ook en heeft een modaal inkomen. Heeft zij recht op een toeslag?

Slide 35 - Open vraag

nee, want ook kijken naar inkomen van partner!! mo en max ink is 77,24 p/d voor samenwonenden en zij hebben 85, zie p.289
Selma (67 jaar) is samenwonend met Bo en heeft een inkomen onder het minimumloon aan AOW-uitkering. Bo verdient zelf niets. Heeft Selma recht op een TW-toeslag?

Slide 36 - Open vraag

nee, want de toeslagenwet vult de AOW niet aan! zie p183
Wazo

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAZO
we gaan nu oefenen met de WAZO

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie voert de WAZO uit?
A
SVB
B
Gemeente
C
UWV
D
Zorgverzekeraar

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de WAZO?
A
volksververzekering
B
werknemersverzekering
C
sociale voorziening

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel weken is het verlof bij zwangerschap en bevalling voor een vrouw?
A
16
B
10
C
4
D
6

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot hoe lang kan een vrouw maximaal wachten met het opnemen van haar zwangerschapsverlof vóór de uitgerekende dag van haar bevalling?
A
16
B
10
C
6
D
4

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je tijdens het gehele geboorteverlof recht op loondoorbetaling/uitkering? en zo ja van wie krijg je dit en hoeveel is dit?

Slide 47 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel weken heb je max recht op langdurend zorgverlof?
A
2 weken
B
6 weken
C
8 weken

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar heb je qua inkomen recht op tijdens het langdurend zorgverlof?
A
100% loondoorbetaling
B
70% loondoorbetaling
C
onbetaald, dus niks

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies