Paragraaf 6 Kopen op Krediet

Hoofdstuk 2
Paragraaf 2.6 Kopen op krediet 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2
Paragraaf 2.6 Kopen op krediet 

Slide 1 - Tekstslide

 Doorlopend krediet
  • Maximaal afgesproken bedrag: kredietlimiet.
  • Je hoeft niet alles te lenen.
  • Je betaalt alleen rente over het gedeelte wat je hebt geleend.
  • betaal je een termijn die hoort bij de kredietlimiet
  • Lening afbetalen/aflossen in termijnen.

Slide 2 - Tekstslide

Persoonlijke lening

  • leen je in één keer afgesproken bedrag
  • vaste looptijd
  • vast termijnbedrag per maand


DOORLOPEN KREDIET

  • Maximaal afgesproken bedrag: kredietlimiet.
  • Je hoeft niet alles te lenen.
  • Je betaalt alleen rente over het gedeelte wat je hebt geleend.
  • betaal je een termijn die hoort bij de kredietlimiet
  • Lening afbetalen/aflossen in termijnen.

Slide 3 - Tekstslide

vraag doorlopend krediet

Ze lenen 15000

a  Wat is maandelijks termijn?

b: Hoeveel rente betaal je?

c  Hoeveel los je maandelijks af?

d Hoeveel wordt dan je schuld?

timer
2:30

Slide 4 - Tekstslide

vraag doorlopend krediet

Ze lenen 15000

a maandelijks termijn is 300 (aflezen)

b: daar in is 0,52% rente van 15000 (je schuld) inbegrepen  (€ 78 dus)

c de rest is aflossing (300-78 = 222)

d de schuld wordt minder met de aflossing dus 15000-222=14778

Slide 5 - Tekstslide

Piet heeft een doorlopend krediet bij haar bank. Ze betaalt een maandelijkse termijn van € 200 Ze heeft een limiet van  € 5.875,--. Bekijk de tabel. Bereken welk bedrag ze op grond van de voorwaarden nog mag bijlenen. Laat je berekening zien.

Kredietlimiet
te betalen bedrag
eff. rente
looptijd
€ 2.500

€ 50
7,4%
59 maanden
€ 5.875

€ 117
7,4%
59 maanden
€ 10.000

€ 200
7,4%
59 maanden
€ 13.175
€ 275
7,4%
59 maanden

Slide 6 - Tekstslide

Antwoord
€ 10.000 mag hij maximaal lenen 
Hij heeft geleend € 5.875,--
€ 10.000 - € 5.875 = € 4.125

Slide 7 - Tekstslide

Koop op afbetaling twee afspraken
  • Eerste afspraak ( koop op afbetaling)
    - betaalt aankoop bij winkel in termijnen.
    - je wordt eigenaar van product op moment van levering.

  • Huurkoop:
    - betaalt aankoop bij winkel in termijnen
    - winkelier blijft eigenaar tot betaling van laatste termijn.

Slide 8 - Tekstslide

Huurkoop
Een koop op afbetaling waarbij de koper pas eigenaar wordt als de lening helemaal is afgelost. 

Waarom ?
  • Een extra voorwaarde bij koop op afbetaling 
  • bedrijven houden niet van wanbetalers 
  • De verkoper kan het product terugvorderen als er niet op tijd wordt betaalt

Slide 9 - Tekstslide

Leasing is een vorm van huur
Leasing:
Je wordt GEEN eigenaar, alleen gebruiker
Verkoper vraagt vergoeding voor gebruik

Verhuurder vraagt vergoeding omdat
* geld geïnvesteerd heeft in verhuurde product
* onkosten zoals reparatie
* waardevermindering van product

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wanneer ben je eigenaar bij leasing?
A
Bij levering
B
Als alle termijnen zijn betaald
C
Nooit
D
Als het contract afloopt

Slide 12 - Quizvraag