Food and beverage vocabulary quiz


1 / 40
volgende
Slide 1: Open vraag
EngelsHoger onderwijs

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les


Slide 1 - Open vraag


Slide 2 - Open vraag


A
sausage
B
black pudding
C
kidneys
D
sweetbread

Slide 3 - Quizvraag


A
partridge
B
guinea-fowl
C
pheasant
D
turkey

Slide 4 - Quizvraag


A
pork chops
B
pig's trotters
C
spare ribs
D
gammon

Slide 5 - Quizvraag


A
partridge
B
quail
C
duck(ling)
D
goose

Slide 6 - Quizvraag


A
sweetbread
B
minced beef
C
meatloaf
D
venison

Slide 7 - Quizvraag


A
chicken wings
B
chicken legs
C
chicken breast
D
drumsticks

Slide 8 - Quizvraag


A
scampi
B
shrimps
C
prawns
D
gambas

Slide 9 - Quizvraag


Slide 10 - Open vraag


Slide 11 - Open vraag


Slide 12 - Open vraag


Slide 13 - Open vraag


Slide 14 - Open vraag


A
swordfish
B
trout
C
haddock
D
turbot

Slide 15 - Quizvraag


A
eel
B
kipper
C
kibbeling
D
herring

Slide 16 - Quizvraag


A
endive
B
fennel
C
turnip
D
artichoke

Slide 17 - Quizvraag


A
zucchini
B
cucumber
C
eggplant
D
gherkin

Slide 18 - Quizvraag


Slide 19 - Open vraag


Slide 20 - Open vraag


Slide 21 - Open vraag


Slide 22 - Open vraag


A
cilantro
B
tarragon
C
thyme
D
chives

Slide 23 - Quizvraag


Slide 24 - Open vraag


Slide 25 - Open vraag


Slide 26 - Open vraag


Slide 27 - Open vraag


A
raspberry
B
gooseberry
C
blackberry
D
blueberry

Slide 28 - Quizvraag


A
pine nuts
B
peanuts
C
hazelnuts
D
cashew nuts

Slide 29 - Quizvraag


Slide 30 - Open vraag


Slide 31 - Open vraag


Slide 32 - Open vraag


Slide 33 - Open vraag


Slide 34 - Open vraag


Slide 35 - Open vraag


Slide 36 - Open vraag


A
crockery
B
cutlery
C
glassware
D
table settings

Slide 37 - Quizvraag


A
wheat beer
B
lager
C
stout
D
draught

Slide 38 - Quizvraag


A
to skewer
B
to dice
C
to chop
D
to beat

Slide 39 - Quizvraag


A
to poach
B
to roast
C
to fry
D
to grill

Slide 40 - Quizvraag